Gemiddeld inkomen; particuliere huishoudens, kenmerken, 2000-2014

Gemiddeld inkomen; particuliere huishoudens, kenmerken, 2000-2014

Samenstelling huishouden Overige kenmerken Perioden Particuliere huishoudens (x 1 000) Primair inkomen (1 000 euro) Bruto-inkomen (1 000 euro) Besteedbaar inkomen (1 000 euro) Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen (1 000 euro)
Totaal particulier huishouden Totaal particulier huishouden 2010 7.337 42,9 56,1 33,2 23,3
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner tot 25 jaar 2010 370 13,4 17,8 12,4 10,6
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 25 tot 45 jaar 2010 2.469 55,2 60,0 33,5 22,5
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 45 tot 65 jaar 2010 2.787 58,2 70,0 39,2 26,1
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 65 jaar of ouder 2010 1.711 6,6 36,1 27,5 22,4
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner tot 25 jaar 2010 370 13,4 17,8 12,4 10,6
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 25 tot 30 jaar 2010 519 39,9 43,4 25,1 19,6
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 30 tot 35 jaar 2010 562 53,4 57,3 31,8 22,6
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 35 tot 40 jaar 2010 637 60,1 65,1 36,2 23,4
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 40 tot 45 jaar 2010 751 63,1 69,0 38,4 23,8
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 45 tot 50 jaar 2010 767 64,6 71,4 40,0 24,7
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 50 tot 55 jaar 2010 711 68,4 76,1 41,8 26,7
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 55 tot 60 jaar 2010 649 62,2 72,2 39,5 27,4
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 60 tot 65 jaar 2010 661 35,9 59,7 35,1 26,0
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 65 tot 70 jaar 2010 487 10,5 44,4 32,4 25,0
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 70 tot 75 jaar 2010 410 5,8 36,1 27,9 22,2
Totaal particulier huishouden Hoofdkostwinner 75 jaar of ouder 2010 814 4,7 31,0 24,5 21,0
Totaal particulier huishouden Herkomst: Nederland 2010 5.919 44,8 58,3 34,4 24,1
Totaal particulier huishouden Herkomst: Westers land 2010 720 40,4 53,3 31,4 22,8
Totaal particulier huishouden Herkomst: Indonesië 2010 213 48,0 60,4 34,9 24,8
Totaal particulier huishouden Herkomst: Duitsland 2010 193 31,0 49,2 30,7 22,8
Totaal particulier huishouden Herkomst: België 2010 49 40,8 55,0 33,1 24,4
Totaal particulier huishouden Herkomst: Westers land, overig 2010 265 40,9 50,2 28,8 21,0
Totaal particulier huishouden Herkomst: Niet-westers land 2010 698 29,7 40,4 25,3 17,1
Totaal particulier huishouden Herkomst: Suriname 2010 153 35,2 45,3 27,1 19,2
Totaal particulier huishouden Herkomst: Nederlandse Antillen of Aruba 2010 64 30,0 38,6 23,4 17,2
Totaal particulier huishouden Herkomst: Turkije 2010 141 28,2 40,3 26,1 16,4
Totaal particulier huishouden Herkomst: Marokko 2010 120 26,4 39,1 25,5 16,2
Totaal particulier huishouden Herkomst: Niet-westers land, overig 2010 220 28,7 38,2 23,8 16,7
Totaal particulier huishouden Herkomst: Nederland 2010 5.919 44,8 58,3 34,4 24,1
Totaal particulier huishouden Herkomst: Westers land 2010 720 40,4 53,3 31,4 22,8
Totaal particulier huishouden Herkomst: Westers land 1e generatie 2010 339 35,9 48,0 28,4 21,1
Totaal particulier huishouden Herkomst: Westers land 2e generatie 2010 381 44,4 58,0 34,1 24,4
Totaal particulier huishouden Herkomst: Niet-westers land 2010 698 29,7 40,4 25,3 17,1
Totaal particulier huishouden Herkomst: Niet-westers land 1e generatie 2010 562 29,1 40,7 25,7 17,2
Totaal particulier huishouden Herkomst: Niet-westers land 2e generatie 2010 136 32,5 38,8 23,3 17,1
Totaal particulier huishouden Eenpersoonshuishouden 2010 2.617 19,0 30,6 19,1 19,1
Totaal particulier huishouden Tweepersoonshuishouden 2010 2.432 39,9 59,4 35,9 26,3
Totaal particulier huishouden Driepersoonshuishouden 2010 900 64,7 74,6 42,7 25,3
Totaal particulier huishouden Vierpersoonshuishouden 2010 971 78,8 85,2 47,6 25,0
Totaal particulier huishouden Vijfpersoonshuishouden of meer 2010 418 79,8 89,3 52,1 23,9
Totaal particulier huishouden Huishouden met 1 persoon met inkomen 2010 3.265 22,1 34,1 21,0 19,1
Totaal particulier huishouden Huishouden met 2 personen met inkomen 2010 3.229 53,9 68,7 40,2 26,2
Totaal particulier huishouden Huishouden met 3 personen met inkomen 2010 555 75,1 87,1 50,2 27,6
Totaal particulier huishouden Huishouden met >= 4 personen met inkomen 2010 288 93,7 104,5 60,7 28,9
Totaal particulier huishouden 1 Inkomen uit arbeid 2010 3.888 64,9 69,3 37,1 24,9
Totaal particulier huishouden 1.1 Loon werknemer 2010 3.266 62,2 66,5 35,8 24,1
Totaal particulier huishouden 1.2 Loon ambtenaar 2010 467 77,3 81,3 40,8 27,5
Totaal particulier huishouden 1.3 Overig inkomen uit arbeid 2010 155 84,2 90,1 53,4 33,7
Totaal particulier huishouden 2 Inkomen uit eigen onderneming 2010 853 63,8 72,9 46,7 29,9
Totaal particulier huishouden 3 Overdrachtsinkomen 2010 2.597 3,1 30,9 22,9 18,7
Totaal particulier huishouden 3.1 Uitkering inkomensverzekering 2010 2.133 3,5 34,1 25,2 20,5
Totaal particulier huishouden 3.1.1 Uitkering werkloosheid 2010 78 5,8 33,8 21,4 16,5
Totaal particulier huishouden 3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 2010 240 3,8 32,5 21,2 16,3
Totaal particulier huishouden 3.1.3 Uitkering ouderdom/nabestaanden 2010 1.816 3,3 34,3 25,8 21,2
Totaal particulier huishouden 3.2 Uitkering sociale voorzieningen 2010 316 1,1 19,6 15,2 12,1
Totaal particulier huishouden 3.2.1 Uitkering algemene bijstandswet 2010 245 1,0 19,4 15,1 11,7
Totaal particulier huishouden 3.2.2 Sociale voorzieningen, overig 2010 71 1,3 20,3 15,5 13,3
Totaal particulier huishouden 3.3 Overig overdrachtsinkomen 2010 147 1,9 8,9 7,3 6,7
Totaal particulier huishouden Woonsituatie: eigen woning 2010 4.214 59,2 72,4 41,2 27,4
Totaal particulier huishouden Woonsituatie: huurwoning 2010 3.123 20,9 34,1 22,4 17,7
Totaal particulier huishouden Woonsituatie: huur met huursubsidie 2010 1.072 6,4 22,3 17,7 14,3
Totaal particulier huishouden Woonsituatie: huur zonder huursubsidie 2010 2.051 28,5 40,3 24,8 19,4
Totaal particulier huishouden Zeer sterk stedelijk 2010 1.646 38,6 49,8 29,1 21,8
Totaal particulier huishouden Sterk stedelijk 2010 2.088 42,2 55,2 32,5 23,0
Totaal particulier huishouden Matig stedelijk 2010 1.342 45,8 60,0 35,4 24,3
Totaal particulier huishouden Weinig stedelijk 2010 1.514 45,6 60,1 35,9 24,3
Totaal particulier huishouden Niet stedelijk 2010 747 43,6 57,5 34,9 23,6
Totaal particulier huishouden Noord-Nederland (LD) 2010 763 36,0 49,4 30,3 21,4
Totaal particulier huishouden Oost-Nederland (LD) 2010 1.484 42,4 55,5 33,2 22,7
Totaal particulier huishouden West-Nederland (LD) 2010 3.534 45,3 58,1 33,9 24,0
Totaal particulier huishouden Zuid-Nederland (LD) 2010 1.556 41,4 55,3 33,1 23,0
Totaal particulier huishouden Groningen (PV) 2010 275 32,9 45,6 28,0 20,1
Totaal particulier huishouden Friesland (PV) 2010 280 36,5 49,9 30,8 21,6
Totaal particulier huishouden Drenthe (PV) 2010 208 39,4 53,9 32,7 22,6
Totaal particulier huishouden Overijssel (PV) 2010 475 40,2 53,3 32,3 22,1
Totaal particulier huishouden Flevoland (PV) 2010 158 46,5 58,2 33,7 22,6
Totaal particulier huishouden Gelderland (PV) 2010 851 42,9 56,3 33,6 23,1
Totaal particulier huishouden Utrecht (PV) 2010 543 49,6 62,1 36,0 25,1
Totaal particulier huishouden Noord-Holland (PV) 2010 1.247 45,0 57,9 33,7 24,2
Totaal particulier huishouden Zuid-Holland (PV) 2010 1.577 44,7 57,4 33,5 23,7
Totaal particulier huishouden Zeeland (PV) 2010 166 39,5 53,9 32,7 22,9
Totaal particulier huishouden Noord-Brabant (PV) 2010 1.056 43,5 57,0 33,9 23,4
Totaal particulier huishouden Limburg (PV) 2010 500 37,0 51,6 31,4 22,1
Totaal eenpersoonshuishouden Totaal particulier huishouden 2010 2.617 19,0 30,6 19,1 19,1
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner tot 25 jaar 2010 278 8,5 12,2 8,8 8,8
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 25 tot 45 jaar 2010 789 32,5 35,8 19,5 19,5
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 45 tot 65 jaar 2010 732 26,6 37,8 21,1 21,1
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 65 jaar of ouder 2010 818 2,8 25,3 20,3 20,3
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner tot 25 jaar 2010 278 8,5 12,2 8,8 8,8
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 25 tot 30 jaar 2010 251 26,4 29,0 16,7 16,7
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 30 tot 35 jaar 2010 200 34,0 36,8 19,9 19,9
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 35 tot 40 jaar 2010 167 36,3 39,9 21,2 21,2
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 40 tot 45 jaar 2010 170 35,9 40,6 21,6 21,6
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 45 tot 50 jaar 2010 172 34,2 40,1 21,9 21,9
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 50 tot 55 jaar 2010 178 32,2 39,5 21,4 21,4
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 55 tot 60 jaar 2010 180 27,2 37,5 20,7 20,7
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 60 tot 65 jaar 2010 202 14,6 34,4 20,5 20,5
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 65 tot 70 jaar 2010 164 3,5 27,9 21,6 21,6
Totaal eenpersoonshuishouden Hoofdkostwinner 70 tot 75 jaar 2010 167 2,5 24,6 19,8 19,8
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Aantal huishoudens, gemiddeld aantal personen (met inkomen) per huishouden en gemiddeld primair inkomen, bruto-inkomen, besteedbaar inkomen en gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per huishouden.
Huishoudens worden onderscheiden naar samenstelling van het huishouden en naar leeftijd en herkomst van de hoofdkostwinner, voornaamste bron van inkomen van het huishouden, woonsituatie, stedelijkheid en provincie.

Gegevens beschikbaar van 2000 tot en met 2014.

Status van de cijfers
De cijfers over 2000zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
De cijfers over de jaren 2001 - 2014 zijn definitief.

Wijzigingen 15 maart 2018
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen 8 februari 2017
De cijfers voor 2014 zijn definitief gemaakt.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Vanwege een herziening van de inkomensstatistiek wordt deze tabel vervangen. Nieuwe cijfers worden gepubliceerd onder het thema Inkomen en bestedingen, zie hieronder bij koppelingen.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met inkomen op 31 december van het
onderzoeksjaar.
Primair inkomen
Gemiddeld primair inkomen per huishouden.
Het primair inkomen bestaat uit inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen
onderneming en inkomen uit vermogen.
Inkomen uit arbeid bestaat uit loon en salaris inclusief de werknemers-
en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen,
tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in
dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de
auto van de werkgever is hiertoe gerekend.
Inkomen uit eigen onderneming omvat de behaalde winst.
Inkomen uit vermogen bestaat uit de som van inkomsten uit financieel
vermogen, inkomsten uit onroerend goed en inkomsten uit overige
bezittingen, verminderd met betaalde rente.
Bruto-inkomen
Gemiddeld bruto-inkomen per huishouden.
Het bruto-inkomen bestaat uit het primair inkomen verhoogd met:
- uitkeringen inkomensverzekering zoals uitkeringen ingevolge de
Werkloosheidswet (WW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAO) en de Algemene Ouderdomswet (AOW),
- uitkeringen sociale voorziening zoals de Bijstandsuitkering,
- gebonden overdrachten zoals huursubsidie en tegemoetkoming
studiekosten, en
- ontvangen inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de
ex-echtgeno(o)t(e).
Besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden.
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met
- betaalde inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de
ex-echtgeno(o)t(e),
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale
verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in
verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en
nabestaanden,
- premies ziektekostenverzekeringen, en
- belastingen op inkomen en vermogen.
Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per huishouden.
Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen
gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het
huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde
equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen
tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een
gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren
worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een
eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van
huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.