Inkomensontwikkeling grote steden
| Regio's | Perioden | Regionale inkomensverdeling (abs.) Aantal inkomenstrekkers (aantal) | Regionale inkomensverdeling (abs.) Gemiddeld inkomen (euro) | Regionale inkomensverdeling (abs.) Inkomenssom (x 1000 euro) | Mediaan (euro) | 25%-groepsverdeling (abs.) Aantallen 1e 25%-groep (aantal) | 25%-groepsverdeling (abs.) Aantallen 2e 25%-groep (aantal) | 25%-groepsverdeling (abs.) Aantallen 3e 25%-groep (aantal) | 25%-groepsverdeling (abs.) Aantallen 4e 25%-groep (aantal) | Regionale inkomensverdeling (indices) Gemiddeld inkomen (% (ned=100)) | Regionale inkomensverdeling (indices) Mediaan (% (ned=100)) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Zaanstad | 2000 | 71.100 | 20.855 | 1.482.800 | 18.635 | 16.400 | 18.300 | 18.300 | 18.000 | 100 | 101 |
| Bron: CBS. | |||||||||||
Tabeltoelichting
Inkomensontwikkeling; 34 grote steden,
inkomensongelijkheidsmaatstaven
1950 - 2000
Gewijzigd op 23 juni 2004.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
inkomensongelijkheidsmaatstaven
1950 - 2000
Gewijzigd op 23 juni 2004.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
Toelichting onderwerpen
- Regionale inkomensverdeling (abs.)
- De absolute gegevens zijn opgenomen om de gebruiker in staat te stellen
de gegevens te berekenen voor andere regionale indelingen. Voor de
vergelijking in de tijd zijn deze gegevens niet bruikbaar als gevolg van
definitieverschillen en verschillen in onderzoeksmethode tussen de jaren.- Aantal inkomenstrekkers
- Een inkomenstrekker is elke persoon die in de loop van het jaar inkomen
heeft genoten. Gehuwde paren vormen met hun gezamenlijk inkomen één
inkomensontvanger.
- Gemiddeld inkomen
- Gemiddeld besteedbaar inkomen in euro.
- Inkomenssom
- Som van de bedragen besteedbaar inkomen.
- Mediaan
- Centrummaat: een waarde waaronder en waarboven de helft van alle scores
voorkomen. - 25%-groepsverdeling (abs.)
- Voor het bepalen van de 25%-groepsverdeling zijn de inkomenstrekkers
gerangschikt naar hoogte van het inkomen en vervolgens ingedeeld in
vier qua aantal gelijke groepen. Landelijk bevat elke kwartielgroep
dus 25% van de inkomenstrekkers. Indien de inkomensverdeling binnen
een gemeente gelijk is aan de landelijke verdeling zal elke
kwartielgroep eveneens 25% van de inkomenstrekkers binnen deze
gemeente bevatten. Lagere percentages geven ondervertegenwoordiging,
hogere percentages oververtegenwoordiging aan.- Aantallen
- Aantal per 25%-groep.
- 1e 25%-groep
- 2e 25%-groep
- 3e 25%-groep
- 4e 25%-groep
- Regionale inkomensverdeling (indices)
- Voor statistisch gebruik zijn de kengetallen (gemiddelden,
kwartielverdeling en ongelijkheidsmaten) uitgedrukt in indices waarbij
Nederland op 100 is gesteld. De jaarlijkse relatieve verschillen zijn wel
bruikbaar voor analyses in de tijd.- Gemiddeld inkomen
- Gemiddeld besteedbaar inkomen.
- Mediaan
- Centrummaat: een waarde waaronder en waarboven de helft van alle scores
voorkomen.