Institutionele beleggers; balans, 1999 - 2001
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Officiële naam van de statistiek "Balanssamenstelling Institutionele
Beleggers"; met ingang van 2006 voortgezet in DRA-statistiek van DNB.
Deze statistiek geeft een overzicht van de omvang en
samenstelling van de belangrijkste balansposten van de
volgende groepen instellingen:
- verzekeringsmaatschappijen
- pensioenfondsen
- sociale fondsen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1e kwartaal 1999
Frequentie: stopgezet, voortgezet als "Verzekeraars, pensioenfondsen 3;
balans".
Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice.
Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek.
Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
Beleggers"; met ingang van 2006 voortgezet in DRA-statistiek van DNB.
Deze statistiek geeft een overzicht van de omvang en
samenstelling van de belangrijkste balansposten van de
volgende groepen instellingen:
- verzekeringsmaatschappijen
- pensioenfondsen
- sociale fondsen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1e kwartaal 1999
Frequentie: stopgezet, voortgezet als "Verzekeraars, pensioenfondsen 3;
balans".
Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice.
Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek.
Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
Toelichting onderwerpen
- Balans activa
- Obligaties
- Financiële instellingen
- Totale waarde financiële instellingen
- De sector financiële instellingen bestaat uit de subsectoren: banken en
overige financiële instellingen.
- Banken
- De subsector Banken, ook wel aangeduid als monetaire financiële
instellingen, bestaat uit:
De Nederlandse Bank NV, de onder toezicht van DNB staande geldscheppende
instellingen (zoals algemene banken, spaarbanken), zelfstandige
hypotheekbanken, geldmarktfondsen.
- Overige financiële instellingen
- Tot de subsector Overige financiële instellingen behoren:
Al of niet onder toezicht van de Pensioen- en Verzekeringskamer staande
pensioenfondsen, levens- en schadeverzekeringsmaatschappijen, spaar- en
jaarkassen.
Particulier georganiseerde sociale verzekeringsinstellingen, zoals de
VUT-fondsen, het Risicofonds voor de bouwnijverheid en diverse
ziektekostenregelingen voor specifieke beroepsgroepen.
De ondertoezicht staande beleggingsinstellingen, exclusief
geldmarktfondsen
Zelfstandige financierings- en leasemaatschappijen, gemeentelijke
kredietbanken, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en
participatiemaatschappijen.
Financiële hulpbedrijven voor het bankwezen zoals de Amsterdamse
effectenbeurs, de optiebeurs, creditcard organisaties en bedrijven op het
gebied van krediet- en hypotheekbemiddeling
Financiële hulpbedrijven voor het verzekeringswezen zoals
assurantietussenpersonen, waarborgfondsen, pensioenadviesbureaus en
verzekeringsbeurzen
Houdstermaatschappijen van monetaire financiële instellingen en
verzekeringsinstellingen voor zover die zelf niet onder de
toezichtwetgeving vallen.
- Aandelen
- Financiële instellingen
- Totale waarde financiële instellingen
- Banken
- Overige financiële instellingen
- Waarden niet-geconsolideerde deeln.
- Waarden niet-geconsolideerde deelnemingen. Participaties van
niet-geconsolideerde deelnemingen.- Financiële instellingen
- Totale waarde financiële instellingen
- Banken
- Overige financiële bedrijven
- Vorderingen niet-geconsolideerde deeln.
- Vorderingen op niet-geconsolideerde deelnemingen.
- Financiële instellingen
- Totale waarde financiële instellingen
- Banken
- Overige financiële instellingen
- Langlopende hypothecaire leningen
- Woninghypotheken
- Overige financiële instellingen