Inkomens van particuliere huishoudens naar herkomst en regio; 2000

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Herkomst Kenmerken Particuliere huishoudens met inkomen Particuliere huishoudens met inkomen (x1000) Particuliere huishoudens met inkomen Besteedbaar inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met inkomen Gestandaardiseerd inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Aantal huishoudens met 52 weken inkomen (x1000) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Besteedbaar inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Gestandaardiseerd inkomen (x1000 euro) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Met laag inkomen (x 1 000) Particuliere huishoudens met 52 wk. ink. Met langdurig laag inkomen (x 1 000)
Westerse allochtonen Totaal Kenmerken 313,6 26,3 19,1 298,9 27,1 19,7 41,4 17,6
Sociaal-economische categorie: actief 209,1 29,7 20,8 202,3 30,6 21,4 14,2 2,4
Sociaal economische categorie: pensioen 60,1 22,2 18,3 60,0 22,2 18,4 8,0 5,1
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 44,4 15,7 12,1 36,7 16,4 12,6 19,2 10,2
Eenpersoonshuishoudens 129,2 16,7 16,7 119,5 17,5 17,5 25,7 12,4
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 108,2 33,6 23,0 105,9 34,0 23,2 5,7 1,7
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 76,2 32,2 17,8 73,5 33,0 18,2 10,0 3,5
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 149,0 25,2 18,1 138,1 26,6 19,1 19,7 5,5
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 111,8 29,7 20,7 108,3 30,2 21,0 13,9 7,0
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 52,8 22,3 18,6 52,6 22,3 18,7 7,8 5,1
Niet-westerse allochtonen Totaal Kenmerken 348,4 20,5 13,7 326,3 21,5 14,3 108,5 45,5
Sociaal-economische categorie: actief 226,8 23,9 15,7 215,1 25,0 16,4 30,6 7,3
Sociaal economische categorie: pensioen 16,8 16,5 12,7 16,7 16,6 12,8 8,8 5,4
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 104,7 13,8 9,5 94,5 14,5 9,9 69,1 32,7
Eenpersoonshuishoudens 123,9 12,6 12,6 109,3 13,6 13,6 41,2 16,3
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 69,1 26,6 17,7 66,9 27,2 18,0 12,3 4,4
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 155,4 24,2 12,9 150,1 24,7 13,1 55,0 24,7
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 247,7 20,3 13,5 228,0 21,5 14,3 70,4 24,9
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 85,9 22,1 14,5 83,7 22,5 14,8 29,0 14,7
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 14,7 15,1 12,1 14,6 15,2 12,2 9,1 5,8
1e generatie westerse allochtonen Totaal Kenmerken 153,1 24,9 18,4 142,6 26,1 19,3 23,2 9,9
Sociaal-economische categorie: actief 91,7 28,8 20,4 86,6 30,3 21,3 7,5 1,1
Sociaal economische categorie: pensioen 36,5 21,5 18,0 36,5 21,5 18,1 5,2 3,4
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 24,8 15,3 11,7 19,6 16,1 12,3 10,5 5,4
Eenpersoonshuishoudens 68,4 16,2 16,2 61,5 17,3 17,3 14,3 7,0
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 51,3 32,5 22,2 49,7 33,1 22,6 3,4 1,0
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 33,3 30,9 17,1 31,4 32,1 17,7 5,5 1,9
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 62,2 23,4 17,0 54,4 25,7 18,6 9,9 2,5
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 58,0 28,5 20,1 55,5 29,2 20,5 8,0 3,9
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 32,9 21,4 18,2 32,7 21,5 18,2 5,3 3,5
2e generatie westerse allochtonen Totaal Kenmerken 160,5 27,6 19,8 156,3 28,1 20,1 18,2 7,7
Sociaal-economische categorie: actief 117,4 30,4 21,2 115,6 30,8 21,5 6,7 1,2
Sociaal economische categorie: pensioen 23,6 23,2 18,8 23,6 23,2 18,8 2,8 1,7
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 19,5 16,2 12,7 17,1 16,7 13,0 8,7 4,8
Eenpersoonshuishoudens 60,8 17,2 17,2 58,0 17,7 17,7 11,4 5,4
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 56,8 34,5 23,7 56,2 34,7 23,8 2,3 0,7
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 42,9 33,3 18,4 42,1 33,6 18,6 4,5 1,6
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 86,8 26,5 18,9 83,6 27,1 19,4 9,8 3,0
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 53,9 30,9 21,4 52,8 31,2 21,6 5,9 3,0
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 19,9 23,8 19,5 19,9 23,8 19,5 2,5 1,6
1e generatie niet-westerse allochtonen Totaal Kenmerken 316,3 20,5 13,6 297,5 21,4 14,1 101,2 43,7
Sociaal-economische categorie: actief 200,8 24,1 15,7 191,2 25,0 16,3 26,6 6,8
Sociaal economische categorie: pensioen 16,0 16,2 12,4 15,9 16,3 12,4 8,6 5,3
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 99,6 13,9 9,5 90,4 14,5 9,9 66,0 31,7
Eenpersoonshuishoudens 109,4 12,6 12,6 97,2 13,6 13,6 36,9 15,4
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 60,5 26,1 17,3 58,6 26,6 17,6 11,7 4,3
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 146,4 24,1 12,8 141,7 24,5 13,0 52,6 24,0
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 218,2 20,3 13,4 201,7 21,5 14,1 63,5 23,4
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 84,1 21,9 14,4 82,0 22,3 14,6 28,7 14,6
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 14,0 14,5 11,7 13,9 14,7 11,8 8,9 5,7
2e generatie niet-westerse allochtonen Totaal Kenmerken 32,0 20,8 15,0 28,7 22,6 16,2 7,4 1,7
Sociaal-economische categorie: actief 26,0 22,6 16,0 23,8 24,3 17,2 4,0 0,6
Sociaal economische categorie: pensioen 0,9 22,5 18,4 0,9 22,8 18,7 0,2 0,1
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 5,1 11,7 9,0 4,1 12,9 9,8 3,1 1,1
Eenpersoonshuishoudens 14,4 12,0 12,0 12,1 13,7 13,7 4,3 0,9
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 8,7 30,3 20,4 8,3 31,2 21,0 0,6 0,1
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 8,9 26,0 14,5 8,4 26,9 15,0 2,4 0,7
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 29,5 20,1 14,5 26,3 21,9 15,7 7,0 1,5
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 1,8 30,7 21,2 1,7 31,5 21,8 0,2 0,2
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 0,7 26,0 21,2 0,7 26,0 21,2 0,1 0,1
Ov. niet-westerse landen Totaal Kenmerken 96,5 18,5 13,1 87,3 19,8 13,9 33,4 12,2
Sociaal-economische categorie: actief 63,3 21,5 15,1 58,3 23,0 16,1 11,0 2,6
Sociaal economische categorie: pensioen 3,0 17,6 13,6 3,0 17,7 13,6 1,5 1,0
Soc. econ. categorie:overige uitkeringen 30,1 12,1 8,7 26,0 12,8 9,2 20,8 8,7
Eenpersoonshuishoudens 40,9 12,3 12,3 34,7 13,7 13,7 13,0 4,4
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 18,1 25,3 17,1 17,1 26,4 17,9 3,8 1,1
Meerpersoonshuishoudens met kinderen 37,4 21,9 12,0 35,5 22,6 12,3 16,5 6,7
Leeftijd hoofdkostwinner: tot 45 jaar 71,7 17,6 12,7 63,6 19,2 13,7 23,8 7,3
Leeftijd hoofdkostwinner: 45-65 jaar 21,8 21,4 14,3 20,8 22,1 14,7 7,8 3,8
Leeftijd hoofdkostwinner: 65 jr en ouder 3,0 16,4 13,1 2,9 16,7 13,3 1,8 1,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Inkomens van particuliere huishoudens naar herkomst en generatie,
regio (landsdelen, provincies en gemeenten > 100 000 inwoners)
2000
Gewijzigd op 19 december 2003.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens met inkomen
Particuliere huishoudens met inkomen
Aantal particuliere huishoudens met inkomen.
Besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen van alle particuliere huishoudens met
inkomen.
Gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen van alle particuliere huishoudens
met inkomen.
Particuliere huishoudens met 52 wk. ink.
Particuliere huishoudens met 52 weken inkomen.
Aantal huishoudens met 52 weken inkomen
Aantal particuliere huishoudens met 52 weken inkomen.
Besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens met 52 weken
inkomen.
Gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen van particuliere huishoudens met
52 weken inkomen.
Met laag inkomen
Laag inkomen.
Een inkomen is laag wanneer het omgerekend naar een
inkomen van een alleenstaande, een lagere koopkracht
vertegenwoordigt dan een bedrag van 7260 euro in
prijzen van 1990.
Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft,
wordt het inkomen van een huishouden gecorrigeerd
voor verschillen in huishoudsamenstelling. Deze
correctie vindt plaats met behulp van equivalentie-
factoren. In de equivalentiefactor komen de
schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn
van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding.
Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle
inkomens herleid tot het inkomen van een
eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaarts-
niveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met
het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie) herleid
naar het prijspeil in 1990.
Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde
inkomen is laag wanneer het minder is dan 7260 euro.
Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht
van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in
1979, die was toen, in prijzen van 1990, 7215 euro.
Met langdurig laag inkomen
Percentage huishoudens met langdurig laag inkomen.
Langdurig laag inkomen
Van huishoudens met een laag inkomen is vastgesteld, of
zij ook in de voorafgaande drie jaar een laag inkomen
hadden. Tot de langdurige lage inkomens behoren derhalve
huishoudens die minstens vier jaar achtereen van
een laag inkomen moesten rondkomen.