Post-initieel onderwijs, levenlang leren; achtergrondkenmerken, 1995-2009

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Achtergrondkenmerken Levenlang leren, 25-64 jaar Absoluut aantal (x 1 000)
Totaal alle persoonskenmerken 1.471
Mannen 714
Vrouwen 758
15 tot 20 jaar
20 tot 25 jaar
25 tot 30 jaar 306
30 tot 35 jaar 212
35 tot 40 jaar 217
40 tot 45 jaar 225
45 tot 50 jaar 191
50 tot 55 jaar 152
55 tot 60 jaar 104
60 tot 65 jaar 65
Vooropleiding: basisonderwijs 55
Vooropleiding: vbo/mavo/vmbo/mbo1 167
Vooropleiding: havo/vwo/mbo 616
Vooropleiding: hbo 402
Vooropleiding: wo 226
Autochtoon 1.136
Niet-westers allochtoon 191
Westers allochtoon 136
Werkzame beroepsbevolking 1.191
Werkloze beroepsbevolking 53
Niet-beroepsbevolking 227
Industrie 112
Handel en horeca 115
Financiën en zakelijke dienstverlening 239
Overheid, onderwijs, gezondheid, cultuur 570
Overige bedrijfstakken 130
Bedrijfsgrootte: 1 tot 10 werknemers 217
Bedrijfsgrootte: 10 tot 99 werknemers 432
Bedrijfsgrootte: meer dan 100 werknemers 553
Niveau opleiding/cursus: mavo/vbo/vmbo 151
Niveau opleiding/cursus: havo/vwo/mbo 231
Niveau opleiding/cursus: hbo 248
Niveau opleiding/cursus: wo 120
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de deelname aan het post-initieel onderwijs en het levenlang leren onderscheiden naar persoons- en arbeidsmarktkenmerken en niveau van de opleiding. Daarnaast wordt de deelname aan het post-initieel onderwijs nog onderscheiden naar soort opleiding, bekostiging en motivatie voor de opleiding.

Gegevens beschikbaar van 1995 tot en met 2009.

Status van de cijfers:
De gegevens tot en met 2008 zijn definitief en die van 2009 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 9 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

De statistiek Post-initieel onderwijs is vanwege bezuinigingen beëindigd.

Toelichting onderwerpen

Levenlang leren, 25-64 jaar
Deelname aan onderwijs van 25 tot en met 64 jaar.
De relatieve indicator komt overeen met de Europese indicator voor
levenlang leren. Zij het dat de Europese indicator gebaseerd is op een iets afwijkende methode van weging van de respondenten uit de Enquête beroepsbevolking.

Met ingang van 2003 is door een aanpassing in de methodologie het
aantal personen dat aangemerkt is als onderwijsvolgend iets toegenomen. Hierdoor zijn de relatieve uitkomsten dichter bij de Europese cijfers voor levenlang leren komen te liggen.
Absoluut aantal
Deelname aan al het onderwijs.

Met ingang van 2003 is door een aanpassing in de methodologie het
aantal personen dat aangemerkt is als onderwijsvolgend iets toegenomen.
Hiertoe is informatie meegenomen van net afgeronde opleidingen en van opleidingen die na een vakantieperiode zijn gestart dan wel vervolgd.

Vanaf 1 april 2000 zijn er een aantal wijzigingen in de vragenlijst
opgenomen die van belang zijn voor deze uitkomst. Na 1-4-2000 zijn ook de korte opleidingen die in de afgelopen 4 weken zijn gevolgd
meegenomen, daarvoor alleen maar korte opleidingen die op het moment van enquêtering zijn gevolgd. De uitbreiding van de waarneming betekent dat over 2001 voor de 25 tot 65 jarigen 251 duizend deelnemers meer werden waargenomen, het deelname percentage steeg daarmee met 2,9%.