Innovatie bij bedrijven; 1998-2000
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1998-2000.
De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities de link naar Methoden/Begrippen: href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.
Status van de cijfers: definitief.
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.
Toelichting onderwerpen
- Aantal bedrijven en innovatoren
- Een bedrijf wordt als innovator beschouwd als in de periode 1998-2000
vernieuwde producten, diensten of vernieuwde productieprocessen
zijn gerealiseerd, alsmede als er innovatieprojecten zijn uitgevoerd die
(nog) niet tot gerealiseerde vernieuwingen hebben geleid. Een voorwaarde
voor vernieuwing is dat er sprake moet zijn van de inzet van nieuwe
technieken of kennis.
De onderzoekspopulatie bestaat uit alle bedrijven (uit de beschouwde
bedrijfsklassen) met 10 of meer werknemers.- Als percentage van onderzoekspopulatie
- De percentages in deze kolom geven aan hoeveel innovatoren er eind
2000 zijn ten opzichte van alle bedrijven met tenminste 10 werknemers.
- Gerealiseerde vernieuwende activiteiten
- Innovatieprojecten, vanaf 1998, die succesvol waren en die eind 2000
waren afgerond.- Als percentage van onderzoekspopulatie
- De percentages in deze kolom geven aan hoeveel innovatoren er eind
2000 zijn ten opzichte van alle bedrijven met tenminste 10 werknemers.
- Bedrijven met vernieuwd product/dienst
- Technologisch nieuwe of duidelijk verbeterde producten of diensten in
de periode 1998-2000.
Nieuw: producten of diensten die niet vergelijkbaar zijn met eerdere
producten of diensten binnen een bedrijf, mede door toepassing van
geavanceerde nieuwe technologie binnen dit bedrijf.
Duidelijk verbeterd: langer bestaande producten en diensten die,
vergeleken met eerdere versies, duidelijk verbeterde technische
specificaties hebben of meer toepassingsmogelijkheden voor de
eindgebruiker bieden.- Ontwikkeling is combinatie van beide
- Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat producten of
diensten zowel in eigen beheer als met behulp van derden heeft ontwikkeld.
- Bedrijven met vernieuwde processen
- Technologisch nieuwe of duidelijk verbeterde productieprocessen in de
periode 1998-2000.
Nieuw: bedrijfsprocessen of methoden voor dienstverlening die niet
vergelijkbaar zijn met eerdere processen binnen een bedrijf, mede door
toepassing van nieuwe technologie binnen dit bedrijf.
Duidelijk verbeterd: langer bestaande bedrijfsprocessen of methoden van
dienstverlening binnen een bedrijf met aanzienlijk lagere kosten dan wel
met duidelijk hogere prestaties (productierendement).- Ontwikkeling is combinatie van beide
- Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat processen
zowel in eigen beheer als met behulp van derden heeft ontwikkeld.
- Producten of diensten nieuw voor:
- Nieuw wil hier zeggen: technologisch nieuw of sterk verbeterd.
- Het bedrijf
- Bedrijven die in de periode 1998-2000 technologisch nieuwe of verbeterde
producten of diensten op de markt hebben gebracht.
(Sommige van deze producten en diensten zullen tevens nieuw voor de markt
zijn.)- Als percentage van de omzet
- Betreft de omzet behaald in 2000 met producten of diensten waarvan in
de periode 1998-2000 een nieuwe of duidelijk verbeterde versie op de markt
is gebracht, uitgedrukt als percentage van de totale omzet in 2000.
- De markt
- Producten en diensten, die niet alleen voor het bedrijf, maar ook voor
de afzetmarkt technologisch nieuw of duidelijk verbeterd waren.
Dat wil zeggen niet eerder door concurrenten ingevoerd.- Als percentage van de omzet
- Betreft de omzet behaald in 2000 met producten en diensten waarvan in
de periode 1998-2000 een nieuwe of duidelijk verbeterde versie op de markt
is gebracht, uitgedrukt als percentage van de totale omzet in 2000.
Dat wil zeggen niet eerder door concurrenten ingevoerd.
- Gebruik van informatiebronnen van(uit):
- Voor innovatoren is nagegaan van welke informatiebronnen in 1998-2000
gebruik is gemaakt om innovatie-projecten te starten of af te ronden.
Voor alle informatiebronnen die hier genoemd worden geldt dat de
bedrijven als percentage worden weergegeven van alle innovatoren die
genoemde informatiebron van belang vinden.- Bedrijven
- Het aantal innovatoren in 1998-2000 dat een van de hieronder genoemde
informatiebronnen van belang vindt.
- Samenwerkende innovatoren
- Aan innovatoren is gevraagd of ze innovatieprojecten in partnership
hebben uitgevoerd in de periode 1998-2000. Dit is het actief en
gezamenlijk met anderen werken aan de ontwikkeling
van technologisch nieuwe of verbeterde producten, diensten of
processen al dan niet in een formeel samenwerkingsverband. Meestal worden
de kosten en eventuele opbrengsten van dit soort
partnerships gedeeld. Uitbesteed werk is dus niet meegerekend.- In procenten van totaal innovatoren
- Innovatoren met partnership.
In procenten van het totaal van de innovatoren.
- Partner gevestigd in
- Nederland
- Het totaal van de partners in Nederland.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.- Totaal Nederland
- Het totaal van de partners in Nederland.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
- Buitenland
- Het totaal van de partners in het buitenland in procenten
van alle innovatoren met partnerships.- Totaal buitenland
- Het totaal van de partners in het buitenland in procenten
van alle innovatoren met partnerships.
- EU-EFTA
- De partner bevindt zich in een van de EU-EFTA landen.
De EU-EFTA landen zijn : België, Denemarken, Duitsland, Griekenland,
Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal,
Finland, Zweden, Verenigd Koninkrijk alsmede: IJsland, Noorwegen,
Zwitserland en Liechtenstein.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
- EU kandidaat-lidstaten
- De partner bevindt zich in een van de EU kandidaat-lidstaten.
Dit zijn: Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland,
Litouwen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Turkije, Malta en Polen.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
- VS
- In procenten van alle innovatoren met partnerships.
- Japan
- In procenten van alle innovatoren met partnerships.
- Overige landen
- Het land waar de partner zich bevindt is niet hierboven genoemd.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
- Subsidies
- Enigerlei vorm van subsidie of fiscale regeling voor (technologisch)
innovatieve activiteiten in 2000.- In procenten van totaal innovatoren
- In procenten van totaal innovatoren.
- Tot. subsidie door Nederlandse overheid
- Totaal subsidie door Nederlandse overheid. In procenten van de innovatoren
met overheidssteun.
- Effecten van innovatie
- Hier wordt gegeven hoe groot in de periode 1998-2000 de invloed van
innovatieve activiteiten was op het te bereiken doel, zoals hieronder
opgesomd.- Bedrijven
- Het aantal bedrijven met gerealiseerde innovaties.
- Het te bereiken doel was
- Verlaging van de kosten
- Verlaging van de kosten per eenheid product.
- Invloed innovatie-activiteiten was zwak
- Als percentage van de bedrijven met gerealiseerde innovaties.
- Invloed innovatie-activiteiten was matig
- Als percentage van de bedrijven met gerealiseerde innovaties.
- Invloed innovatie-activiteiten was sterk
- Als percentage van de bedrijven met gerealiseerde innovaties.
- Niet-technologische vernieuwingen
- Voor de gehele onderzoekpopulatie (bedrijven met 10 of meer
werknemers, zijnde bijna 54 000 bedrijven), wordt hier weergegeven of
er niet-technologische vernieuwende
activiteiten zijn verricht in de periode 1998-2000.
De vraag over niet-technologische vernieuwing is dus van toepassing op
zowel de innovatoren als de niet-innovatoren.- Bedrijven met niet-techn. vernieuwingen
- Deze vraag heeft betrekking op de gehele onderzoekspopulatie
(bijna 54 000 bedrijven).
Dus zowel voor de innovatoren als de niet-innovatoren.- Als percentage van onderzoekspopulatie
- Als percentage van alle onderzochte bedrijven
(totaal bijna 54 000).