Innovatie bij bedrijven; 1998-2000

Innovatie bij bedrijven; 1998-2000

SBI '93 Aantal bedrijven en innovatoren Als percentage van onderzoekspopulatie (%) Gerealiseerde vernieuwende activiteiten Als percentage van onderzoekspopulatie (%) Bedrijven met vernieuwd product/dienst Ontwikkeling is combinatie van beide (%) Bedrijven met vernieuwde processen Ontwikkeling is combinatie van beide (%) Producten of diensten nieuw voor: Het bedrijf Als percentage van de omzet (%) Producten of diensten nieuw voor: De markt Als percentage van de omzet (%) Gebruik van informatiebronnen van(uit): Bedrijven (aantal) Samenwerkende innovatoren In procenten van totaal innovatoren (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Nederland Totaal Nederland (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Buitenland Totaal buitenland (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Buitenland EU-EFTA (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Buitenland EU kandidaat-lidstaten (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Buitenland VS (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Buitenland Japan (%) Samenwerkende innovatoren Partner gevestigd in Buitenland Overige landen (%) Subsidies In procenten van totaal innovatoren (%) Subsidies Tot. subsidie door Nederlandse overheid (%) Effecten van innovatie Bedrijven (aantal) Effecten van innovatie Het te bereiken doel was Verlaging van de kosten Invloed innovatie-activiteiten was zwak (%) Effecten van innovatie Het te bereiken doel was Verlaging van de kosten Invloed innovatie-activiteiten was matig (%) Effecten van innovatie Het te bereiken doel was Verlaging van de kosten Invloed innovatie-activiteiten was sterk (%) Niet-technologische vernieuwingen Bedrijven met niet-techn. vernieuwingen Als percentage van onderzoekspopulatie (%)
25 VV producten van rubber en kunststof 66 62 20 47 32 13 343 31,2 88 79 75 10 23 4 7 47,1 90 327 17 22 27 58
28 VV producten van metaal (geen .. 45 40 23 30 31 10 891 16,4 92 61 58 16 12 3 14 45,9 99 821 12 27 24 52
DM Vervaardiging van transportmiddelen 53 52 31 26 34 22 291 19,6 96 51 44 4 27 11 6 49,1 97 284 10 13 36 47
0000a Landbouw en nijverheid (A-F) 24 22 36 38 28 10 2.263 24,8 92 25 14 10 5 1 2 20,6 97 2.209 12 30 13 36
0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B) 38 36 48 52 30 14 704 23,5 99 11 7 2 5 1 4 30,3 99 688 10 25 16 43
C Winning van delfstoffen 41 38 40 22 19 10 39 25,5 80 55 45 35 35 - 45 40,4 94 36 8 43 15 45
E Productie en distributie van en .. 62 52 32 59 18 22 52 58,2 100 33 33 - 14 - - 70,2 97 44 20 28 16 78
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1998-2000.

De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities de link naar Methoden/Begrippen: href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen
.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.

Toelichting onderwerpen

Aantal bedrijven en innovatoren
Een bedrijf wordt als innovator beschouwd als in de periode 1998-2000
vernieuwde producten, diensten of vernieuwde productieprocessen
zijn gerealiseerd, alsmede als er innovatieprojecten zijn uitgevoerd die
(nog) niet tot gerealiseerde vernieuwingen hebben geleid. Een voorwaarde
voor vernieuwing is dat er sprake moet zijn van de inzet van nieuwe
technieken of kennis.
De onderzoekspopulatie bestaat uit alle bedrijven (uit de beschouwde
bedrijfsklassen) met 10 of meer werknemers.
Als percentage van onderzoekspopulatie
De percentages in deze kolom geven aan hoeveel innovatoren er eind
2000 zijn ten opzichte van alle bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Gerealiseerde vernieuwende activiteiten
Innovatieprojecten, vanaf 1998, die succesvol waren en die eind 2000
waren afgerond.
Als percentage van onderzoekspopulatie
De percentages in deze kolom geven aan hoeveel innovatoren er eind
2000 zijn ten opzichte van alle bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Bedrijven met vernieuwd product/dienst
Technologisch nieuwe of duidelijk verbeterde producten of diensten in
de periode 1998-2000.
Nieuw: producten of diensten die niet vergelijkbaar zijn met eerdere
producten of diensten binnen een bedrijf, mede door toepassing van
geavanceerde nieuwe technologie binnen dit bedrijf.
Duidelijk verbeterd: langer bestaande producten en diensten die,
vergeleken met eerdere versies, duidelijk verbeterde technische
specificaties hebben of meer toepassingsmogelijkheden voor de
eindgebruiker bieden.
Ontwikkeling is combinatie van beide
Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat producten of
diensten zowel in eigen beheer als met behulp van derden heeft ontwikkeld.
Bedrijven met vernieuwde processen
Technologisch nieuwe of duidelijk verbeterde productieprocessen in de
periode 1998-2000.
Nieuw: bedrijfsprocessen of methoden voor dienstverlening die niet
vergelijkbaar zijn met eerdere processen binnen een bedrijf, mede door
toepassing van nieuwe technologie binnen dit bedrijf.
Duidelijk verbeterd: langer bestaande bedrijfsprocessen of methoden van
dienstverlening binnen een bedrijf met aanzienlijk lagere kosten dan wel
met duidelijk hogere prestaties (productierendement).
Ontwikkeling is combinatie van beide
Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat processen
zowel in eigen beheer als met behulp van derden heeft ontwikkeld.
Producten of diensten nieuw voor:
Nieuw wil hier zeggen: technologisch nieuw of sterk verbeterd.
Het bedrijf
Bedrijven die in de periode 1998-2000 technologisch nieuwe of verbeterde
producten of diensten op de markt hebben gebracht.
(Sommige van deze producten en diensten zullen tevens nieuw voor de markt
zijn.)
Als percentage van de omzet
Betreft de omzet behaald in 2000 met producten of diensten waarvan in
de periode 1998-2000 een nieuwe of duidelijk verbeterde versie op de markt
is gebracht, uitgedrukt als percentage van de totale omzet in 2000.
De markt
Producten en diensten, die niet alleen voor het bedrijf, maar ook voor
de afzetmarkt technologisch nieuw of duidelijk verbeterd waren.
Dat wil zeggen niet eerder door concurrenten ingevoerd.
Als percentage van de omzet
Betreft de omzet behaald in 2000 met producten en diensten waarvan in
de periode 1998-2000 een nieuwe of duidelijk verbeterde versie op de markt
is gebracht, uitgedrukt als percentage van de totale omzet in 2000.
Dat wil zeggen niet eerder door concurrenten ingevoerd.
Gebruik van informatiebronnen van(uit):
Voor innovatoren is nagegaan van welke informatiebronnen in 1998-2000
gebruik is gemaakt om innovatie-projecten te starten of af te ronden.
Voor alle informatiebronnen die hier genoemd worden geldt dat de
bedrijven als percentage worden weergegeven van alle innovatoren die
genoemde informatiebron van belang vinden.
Bedrijven
Het aantal innovatoren in 1998-2000 dat een van de hieronder genoemde
informatiebronnen van belang vindt.
Samenwerkende innovatoren
Aan innovatoren is gevraagd of ze innovatieprojecten in partnership
hebben uitgevoerd in de periode 1998-2000. Dit is het actief en
gezamenlijk met anderen werken aan de ontwikkeling
van technologisch nieuwe of verbeterde producten, diensten of
processen al dan niet in een formeel samenwerkingsverband. Meestal worden
de kosten en eventuele opbrengsten van dit soort
partnerships gedeeld. Uitbesteed werk is dus niet meegerekend.
In procenten van totaal innovatoren
Innovatoren met partnership.
In procenten van het totaal van de innovatoren.
Partner gevestigd in
Nederland
Het totaal van de partners in Nederland.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
Totaal Nederland
Het totaal van de partners in Nederland.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
Buitenland
Het totaal van de partners in het buitenland in procenten
van alle innovatoren met partnerships.
Totaal buitenland
Het totaal van de partners in het buitenland in procenten
van alle innovatoren met partnerships.
EU-EFTA
De partner bevindt zich in een van de EU-EFTA landen.
De EU-EFTA landen zijn : België, Denemarken, Duitsland, Griekenland,
Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal,
Finland, Zweden, Verenigd Koninkrijk alsmede: IJsland, Noorwegen,
Zwitserland en Liechtenstein.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
EU kandidaat-lidstaten
De partner bevindt zich in een van de EU kandidaat-lidstaten.
Dit zijn: Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland,
Litouwen, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Turkije, Malta en Polen.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
VS
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
Japan
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
Overige landen
Het land waar de partner zich bevindt is niet hierboven genoemd.
In procenten van alle innovatoren met partnerships.
Subsidies
Enigerlei vorm van subsidie of fiscale regeling voor (technologisch)
innovatieve activiteiten in 2000.
In procenten van totaal innovatoren
In procenten van totaal innovatoren.
Tot. subsidie door Nederlandse overheid
Totaal subsidie door Nederlandse overheid. In procenten van de innovatoren
met overheidssteun.
Effecten van innovatie
Hier wordt gegeven hoe groot in de periode 1998-2000 de invloed van
innovatieve activiteiten was op het te bereiken doel, zoals hieronder
opgesomd.
Bedrijven
Het aantal bedrijven met gerealiseerde innovaties.
Het te bereiken doel was
Verlaging van de kosten
Verlaging van de kosten per eenheid product.
Invloed innovatie-activiteiten was zwak
Als percentage van de bedrijven met gerealiseerde innovaties.
Invloed innovatie-activiteiten was matig
Als percentage van de bedrijven met gerealiseerde innovaties.
Invloed innovatie-activiteiten was sterk
Als percentage van de bedrijven met gerealiseerde innovaties.
Niet-technologische vernieuwingen
Voor de gehele onderzoekpopulatie (bedrijven met 10 of meer
werknemers, zijnde bijna 54 000 bedrijven), wordt hier weergegeven of
er niet-technologische vernieuwende
activiteiten zijn verricht in de periode 1998-2000.
De vraag over niet-technologische vernieuwing is dus van toepassing op
zowel de innovatoren als de niet-innovatoren.
Bedrijven met niet-techn. vernieuwingen
Deze vraag heeft betrekking op de gehele onderzoekspopulatie
(bijna 54 000 bedrijven).
Dus zowel voor de innovatoren als de niet-innovatoren.
Als percentage van onderzoekspopulatie
Als percentage van alle onderzochte bedrijven
(totaal bijna 54 000).