Bodemgebruik, regio,1989, 1993, 1996

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Bebouwde grond

Bedrijfsterreinen

Hiertoe worden gerekend bedrijven en terreinen (inclusief de bijbehorende
op- en overslagterreinen, parkeerterreinen, magazijnen, dienstwoningen,
werkstraten en kantoorgebouwen, vloeivelden e.d.) zoals fabrieken,
haventerreinen, veilingen, tentoonstellingsterreinen, veemarkten (al dan
niet overdekt), groothandelscomplexen, opslagterreinen voor de handel (ook
grondverwerkende bedrijven) en garages (incl. parkeergarages).
De reeds door deze bedrijven aangekochte, gehuurde of in erfpacht genomen
reserve- en uitbreidingsterreinen worden eveneens tot de bedrijfsterreinen
gerekend, voor zover deze grenzen aan bestaande bedrijfsterreinen en
voorzover deze al zijn onttrokken aan het oorspronkelijke gebruik.
Niet tot deze categorie behoren braakliggende al dan niet bouwrijpe
bedrijfsterreinen, terreinen waarop door bedrijven een optie is
genomen, maar die nog niet zijn uitgegeven, havenbekkens, tichelgronden
van steenfabrieken en niet meer in gebruik zijnde bedrijfsterreinen.

Recreatie

Sportterreinen

Hiertoe worden gerekend terreinen voor veldsport incl. draf- en rensport,
open en overdekte zwembaden, roeibanen, sporthallen en kunstijsbanen,
waterskibanen alsmede maneges en permanente motorcrossbanen die
(provisorisch) zijn ingericht. Zijn de motorcross-banen niet ingericht dan
worden zij gerekend tot droog natuurlijk terrein, eventueel agrarisch
gebied. De genoemde terreinen behoren niet bij dagrecreatieve objecten en
terreinen. Tot de sportterreinen worden ook de daaraan verbonden terreinen
gerekend zoals tribunes en parkeerplaatsen en bosstroken tot ongeveer 6
meter breed langs de terreinen. Van de golfterreinen wordt alleen het open
gedeelte, dat meestal met gras is begroeid, tot de sportterreinen
gerekend. De beboste gedeelten horen tot bos, mits 1 ha of groter.

Natuurlijk terrein

Totaal natuurlijk terrein

Droog natuurlijk terrein

Dit zijn droge heideterreinen, duinen, zandverstuivingen, zandplaten en
strand.

Nat natuurlijk terrein

Het betreft natte heideterreinen; veengronden, riet en biezen (ook indien
in cultuur), kwelders, schorren of gorzen (dus bij gemiddeld hoogwater
niet onderlopend), drooggevallen gronden, blauwgraslanden en water te
midden van één van de hierboven genoemde terreinen mits smaller dan 20
meter (2 mm op de kaart 1:10 000) of kleiner dan 2 ha.

Overige gronden

Bouwterrein voor bedrijfsterreinen

Hiertoe worden gerekend gronden, waarop wordt of zal worden gebouwd,
en die reeds aan hun vorige gebruik zijn onttrokken.
Thans liggen deze gronden in ongebruikte staat (al dan niet opgespoten),
de bouwwerkzaamheden mogen al zijn aangevangen.
Zodra de bebouwing is opgeleverd (eerste oplevering) gaat het terrein
(gedeelte) over naar de categorie bedrijfsterreinen.
Gronden waarop volgens een bestemmingsplan mag worden gebouwd,maar die nog
in gebruik zijn voor andere doeleinden (bijv.landbouw,bij jaarlijkse
verpachting door de gemeente), behoren nog niet tot het bouwterrein.
Bouwterreinen bestemd voor industrie- en haventerrein, die als reserve- of
uitbreidingsterreinen reeds door aanliggende bedrijven zijn aangekocht,
gehuurd of in erfpacht genomen, worden niet tot de bouwterreinen gerekend
maar worden reeds beschouwd als in gebruik genomen. Voor het overige, is
de vraag wie eigenaar is, van geen betekenis.

Bouwterrein voor overige bestemmingen

Alle bouwterreinen met een andere bestemming dan bedrijfsterrein;
Bijvoorbeeld: wonen, spoorwegen, wegen, parken, sportterreinen,
recreatieterreinen, scholen, ziekenhuizen, kerken, musea e.d.

Water

Totaal water

IJsselmeer

Het water begrensd door de Afsluitdijk, de Ketelbrug tussen de Noord-
oostpolder en Oostelijk Flevoland, de Hollandsebrug bij Muiderberg
en de Oranjesluizen bij Amsterdam, incl. het Markermeer.
De toename van de oppervlakte van het IJsselmeer is het gevolg van het
gemeentelijk indelen van het IJsselmeer. Alleen de gemeentelijk ingedeelde
oppervlakten worden gegeven.

Spaarbekkens (waterreservoirs)

Spaarbekkens zijn waterreservoirs, die uitsluitend voor drinkwater en
water ten behoeve van de industrie worden gereserveerd. De droge of
drassige (delen van) waterwingebieden horen hier dus niet bij, deze
zullen veelal als natuurlijk terrein, bos of overig agrarisch gebruik
worden aangemerkt. Meertjes in infiltratiegebieden worden tot overig
water gerekend.

Water met recreatieve hoofdfunctie

Dit is water met een belangrijk recreatief gebruik.
Meer dan drie-vierde van de lengte van de oevers moet bestaan uit
terreinen voor dagrecreatie en/of verblijfsrecreatie. Voorbeelden zijn
strandbaden en/of spartelvijvers en recreatie
e.d.) liggend temidden van recreatie

Overig water breder dan 6 meter

Hieronder vallen vaarwegen (rivieren, kanalen, grachten, vaarten e.d.),
meren en plassen, sloten (breder dan 6 meter), slikken (bij gemiddeld
hoog water onderlopend), havens en water in natte natuurlijke terreinen
mits breder dan 20 meter en 2 ha of groter.
Grachten enz. die plaatselijk smaller zijn dan 6 meter worden toch in
het geheel tot overig water breder dan 6 meter gerekend. Niet onder
overig water vallen water in parken en plantsoenen, water behorend tot
terreinen bestemd voor delfstoffenwinning, woonboothavens,
recreatiewater zoals spartelvijvers jachthavens e.d., water smaller dan
6 meter, water binnen natte natuurlijke terreinen dat smaller is dan 20
meter of waarvan de totale oppervlakte kleiner is dan 2 ha en water
begrensd door duikers indien de wateroppervlakte tussen de duikers
gelegen kleiner dan 1 ha is en water gelegen binnen stortplaatsen.

Waddenzee, Eems, Dollard

Het water dat is gelegen tussen de Waddeneilanden, de Afsluitdijk en de
kust van Noord-Holland, Friesland en Groningen. Deze gebieden worden
beschouwd als buitenwater. Dat is terrein dat bij gemiddeld hoog water
onder water staat. Het water is in open verbinding met de zee; er is
derhalve van een getijdenbeweging sprake. Vrij in zee uitstromende
rivieren worden tot het punt waar zij in zee stromen overig water breder
dan 6 meter genoemd. In kwelder- en schorrengebieden zijn de kreken breder
dan 50 meter tot buitenwater gerekend, de smallere kreken en de gedeelten
van de bredere kreken die smaller zijn dan ongeveer 50 meter tot
binnenwater.

Ooster- en Westerschelde

Dit omvat de Oosterschelde, Eendracht enz. tot aan de Markizaatskade,
de Volkerakdam en de sluizen in het Hellegat en de Westerschelde.
Deze gebieden worden beschouwd als buitenwater.

Noordzee

Het water dat is gelegen aan de zeezijde van de kust van Zeeland,
Holland en van de Waddeneilanden. Deze gebieden worden beschouwd
als buitenwater.