Rijk; aan - /verkopen en overdrachten, Benelux - hoofdfuncties, 1997 - 2005

Rijk; aan - /verkopen en overdrachten, Benelux - hoofdfuncties, 1997 - 2005

Hoofdfuncties Perioden Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Totaal subsidies en inkomensoverdrachten (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Instellingen zonder winstoogmerkgezinnen (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Sociale verzekeringsinstellingen (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan het buitenland (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan bedrijven Totaal inkomensoverdrachten bedrijven (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan bedrijven Subsidies (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan bedrijven Overige inkomensoverdrachten (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Totaal inkomensoverdrachten aan gezinnen (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Uitkeringen sociale voorziening in geld (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Sociale overdrachten in natura (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Overige inkomensoverdrachten (mln euro)
Totaal van alle hoofdfuncties 2005 87.663 1.225 13.517 6.384 1.736 1.684 52 9.788 6.738 3.001 50
Algemeen bestuur 2005 7.054 90 - 6.077 34 29 5 17 17 - -
Landsverdediging 2005 130 - - 56 57 49 8 - - - -
Openbare orde en veiligheid 2005 4.347 - - 7 94 89 5 27 - - 27
Onderwijs 2005 23.489 78 - 77 116 116 - 1.533 842 692 -
Volksgezondheid 2005 8.694 25 8.200 - 34 66 -32 - - - -
Sociale voorzieningen 2005 25.251 6 5.317 30 44 14 30 8.163 5.854 2.309 -
Volkshuisvesting en milieu 2005 401 111 - 5 56 54 2 48 25 - 23
Cultuur, recreatie en erediensten 2005 1.535 914 - 0 220 220 - - - - -
Landbouw, jacht en visserij 2005 428 1 - 13 95 95 - - - - -
Algemene economische aangelegenheden 2005 986 - - 43 869 869 - - - - -
Verkeer en vervoer 2005 2.281 0 - 8 118 83 34 - - - -
Niet over andere functies te verdelen 2005 13.068 - - 70 - - - - - - -
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het CBS verzamelt, binnen het kader van de statistieken van de
overheidsfinanciën, gegevens over de omvang, de samenstelling en de
bestemming van de uitgaven en inkomsten en de balansstanden van het rijk.

Het rijk bestaat uit ministeries, begrotingsfondsen en agentschappen.
Ministeries zijn vooral actief bij het bepalen van het rijksbeleid. In de
begrotingsfondsen worden bepaalde budgetten of inkomsten meerjarig
beschikbaar gehouden voor een speciaal beleidsterrein. Agentschappen zijn
belast met uitvoerende taken.

Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de jaaranalyse van de
rijksfinanciën: de bestemming van de aan- en verkopen, rente, pacht,
resultaten van vermogen, subsidies en overdrachten van de sector overheid
van het rijk.
In de tabel zijn de gegevens uit te splitsen naar:
- transactie volgens het Europees Systeem van Rekeningen 1995;
- hoofdfunctie volgens de Benelux functionele classificatie 1989.
Voor de typering van de rijksuitgaven en -inkomsten naar bestemming is t/m
statistiekjaar 2005 de Benelux functionele classificatie 1989 gehanteerd.
In 2002 heeft de Europese Commissie voor de rubricering naar bestemming de
Classification of Functions of Government 1998 voorgeschreven. Vanaf 2003
is een volgtijdelijk vergelijkbare reeks van de aan- en verkopen, rente,
pacht, resultaten van vermogen, subsidies en overdrachten van de sector
overheid van het rijk beschikbaar op basis van deze nieuwe classificatie.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1997
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers:
Cijfers t/m 2005 betreffen definitieve gegevens.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie:
Er zijn gegevens over een nieuwe periode toegevoegd en/of bijstellingen
doorgevoerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voorlopige jaarcijfers worden negen maanden na afloop van de
verslagperiode geplaatst. De cijfers kunnen worden bijgesteld op grond van
het beschikbaar komen van nieuw of geactualiseerd bronmateriaal en op
grond van aansluiting op de cijfers in de Nationale rekeningen. Hierdoor
hebben de cijfers geruime tijd een voorlopig karakter. Er wordt
achtereenvolgens aangesloten op de nader voorlopige en definitieve
jaarraming van de Nationale rekeningen. Deze jaarramingen komen
respectievelijk in jaar t+2 en t+3 beschikbaar. Over het algemeen zijn de
bijstellingen gering van omvang. De bijstellingen worden doorgevoerd op
het moment dat een nieuw jaarcijfer aan de reeks wordt toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Uitgaven
Overdrachten
Betreft subsidies, inkomens- en kapitaaloverdrachten.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Kapitaaloverdrachten zijn alle betalingen waarvoor geen tegenprestatie
verwacht wordt en die drukken op het vermogen van de betaler of dienen om
investeringen in vaste activa of andere lange termijn uitgaven van de
ontvanger te financieren.
Subsidies en inkomensoverdrachten
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Totaal subsidies en inkomensoverdrachten
Totaal van de subsidies en inkomensoverdrachten.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Inkomensoverdrachten aan bedrijven
Betreft subsidies en inkomensoverdrachten aan financiële en
niet-financiële ondernemingen.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële bemiddeling (intermediatie) en/of het verlenen van financiële
hulpdiensten (banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen).
Niet-financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie de
productie van goederen en niet-financiële diensten.
Totaal inkomensoverdrachten bedrijven
Totaal subsidies en inkomensoverdrachten aan financiële en niet-financiële
ondernemingen.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële bemiddeling (intermediatie) en/of het verlenen van financiële
hulpdiensten (banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen).
Niet-financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie de
productie van goederen en niet-financiële diensten.
Subsidies
Betalingen om niet die door de overheid of de instellingen van de Europese
Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het productieniveau,
de productprijs of de kosten van productiefactoren te beïnvloeden.
Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies en bijdragen
in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen (NV's, BV's) en
marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen Nederlands Vaccin
Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met
rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn
deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
Overige inkomensoverdrachten
Alle betalingen aan bedrijven waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren.
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Betreft uitkeringen sociale voorziening in geld, sociale overdrachten in
natura en overige inkomensoverdrachten.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten zijn alle betalingen aan gezinnen waar geen
directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen
van de betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger
te financieren. Niet inbegrepen zijn de uitkeringen sociale voorziening in
geld en sociale overdrachten in natura.
Tot de gezinnen worden gerekend alle particuliere huishoudens en de
personen in bejaardenoorden en andere instellingen in Nederland. Dit is
inclusief de bedrijven van zelfstandige ondernemers voor zover die geen
naamloze of besloten vennootschap (NV, BV) of andere rechtspersoon zijn.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid,
waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
Totaal inkomensoverdrachten aan gezinnen
Totaal van de uitkeringen sociale voorziening in geld, sociale
overdrachten in natura en overige inkomensoverdrachten aan gezinnen.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten zijn alle betalingen aan gezinnen waar geen
directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen
van de betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger
te financieren. Niet inbegrepen zijn de uitkeringen sociale voorziening in
geld en sociale overdrachten in natura.
Tot de gezinnen worden gerekend alle particuliere huishoudens en de
personen in bejaardenoorden en andere instellingen in Nederland. Dit is
inclusief de bedrijven van zelfstandige ondernemers voor zover die geen
naamloze of besloten vennootschap (NV, BV) of andere rechtspersoon zijn.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid,
waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
Uitkeringen sociale voorziening in geld
Uitkeringen in geld om de financiële lasten te verlichten die voor
gezinnen voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften, zoals ziekte,
invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag,
bijstand, oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel
overzeese gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten
Alle betalingen aan gezinnen waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren. Niet inbegrepen
zijn de uitkeringen sociale voorziening in geld en sociale overdrachten in
natura. Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en
diensten die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of
tegen zeer lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het
gaat hierbij ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand
en de openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Instellingen zonder winstoogmerkgezinnen
Inkomensoverdrachten aan instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van
gezinnen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van gezinnen betreffen
verenigingen en stichtingen die diensten verrichten voor gezinnen en
merendeels worden gefinancierd door contributies en giften van
huishoudens.
Sociale verzekeringsinstellingen
Betreft inkomensoverdrachten aan sociale verzekeringsinstellingen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Sociale verzekeringsinstellingen zijn instellingen die als belangrijkste
taak hebben het verstrekken van uitkeringen in het kader van wettelijke
verzekeringsregelingen als wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA),
wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), werkloosheidswet (WW),
algemene ouderdomswet (AOW), algemene nabestaandenwet (ANW), algemene wet
bijzondere ziektekosten (AWBZ) en het basisgedeelte van de
Zorgverzekeringswet. Ook de toezichthoudende organen van deze
uitvoeringsorganen behoren hiertoe. De overheid is verantwoordelijk voor
de vaststelling of goedkeuring van de premies en de uitkeringen.
Voorbeelden zijn het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV),
de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het College voor Zorgverzekeringen
(CVZ).
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot het buitenland worden gerekend de niet ingezeten eenheden als de
lidstaten en instellingen van de Europese Unie, derde landen en
internationale organisaties.