Niet financiële sector; financiën grote ondernemingen 1977-2010
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft inzicht in de balansgegevens en resultatenrekeningen van grote ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (N.V., B.V., Coöp) uit de niet-financiële sector in Nederland. De gegevens worden samengesteld uit een directe enquêtering onder de grote ondernemingen (balanstotaal groter of gelijk aan 23 miljoen euro).
Gemakshalve wordt hier de term "onderneming" gebruikt; feitelijk correct is echter "ondernemingengroep" zoals door het CBS gedefinieerd.
Gegevens beschikbaar: 1977-2010.
Status van de cijfers:
De cijfers tot en met 2010 zijn definitief.
Wijzigingen per 15 maart 2013:
Er zijn tekstuele aanpassingen doorgevoerd. Vanaf 2011 wordt het criterium voor de grote ondernemingen gelegd bij een balanstotaal groter of gelijk aan 40 miljoen euro. Deze informatie kunt u vinden in de tabel Niet-financiële sector; financiën grote ondernemingen (SBI 2008), waarin het balanstotaal groter of gelijk aan 40 miljoen euro is teruggelegd tot en met 2000. Zie paragraaf 3 voor de hyperlink.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is per 15 maart 2013 stopgezet omdat er vanaf 2000 een nieuwe reeks beschikbaar is op basis van een balanstotaal groter of gelijk aan 40 miljoen euro.
Toelichting onderwerpen
- Balans activa eindstand
- Immateriële vaste activa
- Een identificeerbaar, niet-monetair actief (bezit, eigendom) zonder
fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering
van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor
administratieve doeleinden.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
- Materiële vaste activa
- Dit zijn de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de
duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming.
Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers,
transportmiddelen.
- Kortlopende vorderingen en beleggingen
- Hieronder worden verstaan: vorderingen en beleggingen met een looptijd
van een jaar of minder.- Beleggingen op korte termijn
- Dit zijn kortlopende beleggingen (met een looptijd van een jaar of minder)
in effecten en overige waardepapieren en kasgeldleningen (met uitzondering
van termijndeposito's).
- Liquide middelen
- Termijn deposito's
- Termijndeposito's zijn de niet direct opvraagbare tegoeden bij een bank.
Zij vormen de totale waarde van de stortingen voor een vaste termijn met een looptijd van 1 t/m 12 maanden, tegen vooraf vastgestelde rente.
- Balans passiva eindstand
- Het betreft hier de totale waarde van alle passiva (= schulden) aan het
einde van een boekjaar, ingedeeld naar kalenderjaar.- Langlopende schulden;rentedragend
- Dit zijn rentedragende schulden met een (resterende) looptijd van een jaar of langer.
- Achtergestelde leningen
- Dit zijn leningen die pas worden terugbetaald nadat alle andere schulden zijn voldaan.
- Balans activa beginstand
- Het betreft hier de totale waarde van alle activa (= bezittingen) aan het begin van een boekjaar, ingedeeld naar kalenderjaar.
- Immateriële vaste activa
- Een identificeerbaar, niet-monetair actief (bezit, eigendom) zonder
fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering
van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor
administratieve doeleinden.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
- Materiële vaste activa
- Dit zijn de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de
duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming.
Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers,
transportmiddelen.
- Kortlopende vorderingen en beleggingen
- Hieronder worden verstaan: vorderingen en beleggingen met een looptijd van een jaar of minder.
- Beleggingen op korte termijn
- Dit zijn kortlopende beleggingen (met een looptijd van een jaar of minder)
in effecten en overige waardepapieren en kasgeldleningen (met uitzondering
van termijndeposito's).
- Liquide middelen
- Termijndeposito's
- Termijndeposito's zijn de niet direct opvraagbare tegoeden bij een bank.
Zij vormen de totale waarde van de stortingen voor een vaste termijn met
een looptijd van 1 t/m 12 maanden, tegen vooraf vastgestelde rente.
- Balans passiva beginstand
- Langlopende schulden; rentedragend
- Dit zijn rentedragende schulden met een (resterende) looptijd van een jaar of langer.
- Achtergestelde leningen
- Dit zijn leningen die pas worden terugbetaald nadat alle andere schulden zijn voldaan.
- Resultatenrekening
- Resultatenrekening is opgesteld vóór winstrverdeling.
- Investeringspremies
- Dit zijn de baten uit hoofde van investeringspremies, subsidies
en dergelijke, die ten gunste van het lopende boekjaar worden gebracht.
- Mutaties in enkele balansposten
- Materiële vaste activa
- Een identificeerbaar, niet-monetair actief (bezit, eigendom) zonder
fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering
van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.- Beginstand boekjaar
- Boekwaarde van de (im)materiele vaste activa aan het begin van het verslagjaar.
- Mutaties door (de) consolidaties
- De toe- of afname van de (im)materiële vaste activa in de loop van het
boekjaar als gevolg van het feit, dat in Nederland gevestigde
groepsmaatschappijen in de consolidatie worden opgenomen of uit de
consolidatie verdwijnen.
Nota Bene : het gaat om mutaties in de loop van het boekjaar.
- Aankopen inclusief productie
- Bruto investeringen tot stand gekomen door aankopen of door bouw en productie in eigen beheer.
- Boekwaarde verkopen
- Boekwaarde verkopen, afstoot en buiten gebruikstellingen.
- Afboeking investeringspremies, subs. e.d
- Afboeking investeringspremies, subsidies e.d.
- Afboeking investeringspremies, subs. e.d
- Ten gevolge van het waarderen tegen actuele waarde.
- Afschrijvingen
- Boekhoudkundige verwerking van waardevermindering die het gevolg zijn van
slijtage (bijv. gebouwen, machines, inventaris), prijsdaling (bijv.
voorraden), veroudering (bijv. incourante voorraden) of uit andere hoofde
(bijv. dubieuze debiteuren).
- Waardecorrecties
- Op- en afwaarderingen van incidentele aard.
De afboeking van een fiscale vervangingsreserve wordt als een waardecorrectie beschouwd.
- Eindstand boekjaar
- Boekwaarde van de (im)materiële vaste activa aan het einde van het verslagjaar na verwerking an de mutaties.