Kerncijfers wijken en buurten 1999

Kerncijfers wijken en buurten 1999

Wijken en buurten 1999 Inkomen Gemiddeld inkomen per inwoner (euro/jaar) Inkomen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger (euro/jaar) Inkomen Lage inkomens (%) Inkomen Hoge inkomens (%) Inkomen Niet actieven (%)
Haren 12.252 18.151 35 31 17
Haren 13.931 18.923 34 35 18
Harenermolen 28.180 42.065 29 29 .
Wijk 07 Slagharen c.a. 8.758 13.750 43 15 14
Slagharen kern 9.166 13.704 46 14 14
Verspr. h. Slagharen-Oost 7.941 14.430 46 . .
Verspr. h. Slagharen-West 7.850 12.479 44 17 .
Witharen kern . . . . .
Verspr. h. Witharen 7.487 13.114 39 19 .
Wijk 02 Bergharen 9.756 14.839 36 21 9
Bergharen 10.165 15.292 36 19 9
Buurt om Bergharen 8.939 12.343 40 19 .
Verspr. h. poldergebied Bergharen . . . . .
Harenkarspel 9.393 14.748 40 21 12
Wijk 01 Harenkarspel 9.166 13.931 42 18 12
Wijk 01 Escharen 9.166 14.249 39 17 16
Escharen kom 9.166 13.523 43 15 16
De Haren 8.304 12.978 47 10 28
Wijk 11 Haren 8.576 14.929 35 24 21
Haren 8.576 14.975 34 24 21
Wijk 12 Macharen 8.849 14.839 35 25 12
Macharen 9.348 15.746 33 24 14
Verspr. h. Harense Broek . . . . .
Borgharen 9.938 14.203 41 15 22
Wijk 09 Scharendijke 10.664 15.202 45 22 14
Scharendijke 10.664 14.884 46 19 14
Verspr. h. Scharendijke 10.709 17.108 37 36 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Gegevens beschikbaar: 1999
Frequentie: eenmalig

De publicatie "Kerncijfers Wijken en Buurten 1999" bevat statistische
gegevens voor alle gemeenten, wijken en buurten van Nederland. Aan elk van
deze gebieden is een unieke code van acht posities toegekend in de
'Landelijke wijk- en buurtindeling op 1 januari 1999'. Deze wijk- en
buurtcode is opgebouwd uit een gemeentecode van vier posities, gevolgd door
een wijkcode van twee posities, gevolgd door een buurtcode van twee
posities. De kerncijfers hebben hoofdzakelijk tot doel de verschillende
onderdelen van gemeenten onderling te vergelijken. Door de landelijke
aanpak is het ook mogelijk om buurten van verschillende gemeenten
onderling te vergelijken

Toelichting onderwerpen

Inkomen
De gegeven zijn afkomstig uit het Regionaal Inkomensonderzoek 1998.
Gemiddeld inkomen per inwoner
Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner over het jaar 1998. Het
besteedbaar inkomen is het totaal aan inkomsten van een individu
verminderd met betaalde premies en belastingen. Voor de berekening van dit
veld zijn de besteedbare inkomens van alle individuen binnen een gebied
opgeteld. Het resulterende bedrag is vervolgens gedeeld door het aantal
inwoners van het gebied.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger
Het gemiddeld besteedbaar inkomen per individu met 52 weken inkomen over
het jaar 1998. Het besteedbaar inkomen is het totaal aan inkomsten van een
individu verminderd met betaalde premies en belastingen. Individuen met 52
weken inkomen hebben het gehele jaar 1998 inkomsten genoten, al dan niet
in deeltijd. Groepen inkomensontvangers die buiten deze definitie vallen
zijn bijvoorbeeld seizoenswerkers en oproepkrachten.
Lage inkomens
Het aantal inkomensontvangers met 52 weken inkomen dat in 1998 een
besteedbaar inkomen onder de 12025 euro had, uitgedrukt in hele
procenten van het totaal aantal inkomensontvangers met 52 weken inkomen.
Waarden lager dan 5% zijn vastgezet op 5%.
Waarden hoger dan 95% zijn vastgezet op 95%.
Het grensbedrag van 12025 euro is het 40-procentpunt van de landelijke
inkomensverdeling van 1998.
Hoge inkomens
Het aantal inkomensontvangers met 52 weken inkomen dat in 1998 een
besteedbaar inkomen boven de 20828 euro had, uitgedrukt in hele
procenten van het totaal aantal inkomensontvangers met 52 weken inkomen.
- Waarden lager dan 5% zijn vastgezet op 5%.
- Waarden hoger dan 95% zijn vastgezet op 95%.
Het grensbedrag van 20828 euro is het 80-procentpunt van de landelijke
inkomensverdeling van 1998.
Niet actieven
Het aantal inkomensontvangers van 15 tot en met 64 jaar dat in 1998 een
uitkering als voornaamste inkomensbron had, uitgedrukt in hele procenten
van het totaal aantal inkomensontvangers van 15 tot en met 64 jaar.
- Waarden lager dan 5% zijn vastgezet op 5%.
- Waarden hoger dan 95% zijn vastgezet op 95%.
In dit onderzoek worden individuen met 52 weken inkomen ingedeeld naar
sociaal-economische categorieën. Personen met een werkloosheidsuitkering,
arbeidsongeschikten, pensioenontvangers, bijstandontvangers en de groep
'overige inkomensontvangers' worden tot de 'niet-actieven' gerekend. Deze
'niet-actieven' hadden in 1998 dus een uitkering als voornaamste
inkomensbron.