Prognose huishoudens; type huishouden, 2007 - 2050

Prognose huishoudens; type huishouden, 2007 - 2050

Leeftijd referentiepersoon Burgerlijke staat referentiepersoon Perioden Huishoudens (aantal) Eénpersoonshuishoudens (aantal) Paren (aantal) Eénouders (aantal) Overige huishoudens (aantal)
Totaal over alle leeftijden Referentiepersonen 2007 7.199.519 2.556.154 4.133.835 461.106 48.424
Totaal over alle leeftijden Referentiepersonen 2010 7.346.498 2.686.484 4.131.405 479.476 49.133
Totaal over alle leeftijden Referentiepersonen 2020 7.820.761 3.103.466 4.173.699 491.421 52.175
Totaal over alle leeftijden Referentiepersonen 2030 8.093.559 3.401.353 4.159.984 479.510 52.712
Totaal over alle leeftijden Referentiepersonen 2040 8.108.709 3.519.213 4.052.523 484.403 52.570
Totaal over alle leeftijden Referentiepersonen 2050 8.034.880 3.518.340 3.977.271 486.583 52.686
20 jaar Referentiepersonen 2007 56.229 39.398 12.985 1.487 2.359
20 jaar Referentiepersonen 2010 56.750 39.764 13.038 1.565 2.383
20 jaar Referentiepersonen 2020 58.679 40.807 13.416 1.984 2.472
20 jaar Referentiepersonen 2030 52.471 36.199 12.049 2.014 2.209
20 jaar Referentiepersonen 2040 53.320 36.686 12.218 2.170 2.246
20 jaar Referentiepersonen 2050 55.058 37.906 12.559 2.272 2.321
30 jaar Referentiepersonen 2007 122.700 45.217 70.558 5.996 929
30 jaar Referentiepersonen 2010 121.666 45.537 69.095 6.121 913
30 jaar Referentiepersonen 2020 130.075 50.549 72.018 6.526 982
30 jaar Referentiepersonen 2030 135.952 52.718 75.000 7.203 1.031
30 jaar Referentiepersonen 2040 124.848 48.083 68.930 6.893 942
30 jaar Referentiepersonen 2050 127.549 49.081 70.307 7.205 956
40 jaar Referentiepersonen 2007 150.189 34.442 99.708 15.486 553
40 jaar Referentiepersonen 2010 157.945 38.959 101.283 17.135 568
40 jaar Referentiepersonen 2020 119.254 32.519 73.189 13.130 416
40 jaar Referentiepersonen 2030 127.297 36.093 76.974 13.783 447
40 jaar Referentiepersonen 2040 133.638 37.810 80.511 14.845 472
40 jaar Referentiepersonen 2050 123.687 34.681 74.521 14.054 431
50 jaar Referentiepersonen 2007 136.254 32.207 89.479 14.061 507
50 jaar Referentiepersonen 2010 145.819 37.115 92.465 15.709 530
50 jaar Referentiepersonen 2020 158.456 46.024 92.637 19.238 557
50 jaar Referentiepersonen 2030 120.205 37.286 67.863 14.641 415
50 jaar Referentiepersonen 2040 128.388 41.137 71.405 15.406 440
50 jaar Referentiepersonen 2050 134.812 43.053 74.754 16.545 460
60 jaar Referentiepersonen 2007 137.282 41.114 90.885 4.749 534
60 jaar Referentiepersonen 2010 123.126 39.487 78.865 4.306 468
60 jaar Referentiepersonen 2020 140.596 52.239 82.932 4.906 519
60 jaar Referentiepersonen 2030 152.071 61.347 84.415 5.754 555
60 jaar Referentiepersonen 2040 115.784 48.493 62.392 4.483 416
60 jaar Referentiepersonen 2050 123.846 52.868 65.808 4.726 444
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van het aantal personen
naar huishoudenssamenstelling uitgesplits naar burgelijke staat.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2007
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie
18 april 2007.
De prognose is bijgesteld op basis van de meest recente inzichten, de
prognoseperiode loopt nu van 2007 tot 2050.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Wegens langere doorloop van werkzaamheden uit 2008 en tijdelijk
verminderde capaciteit zullen de cijfers in deze tabel, niet zoals
eerder hier gemeld in het 1e kwartaal van 2009 maar, in het 3e kwartaal
van 2009 worden aangevuld.

Toelichting onderwerpen

Huishoudens
Particulier huishouden
Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en
zichzelf daar particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet in
dagelijkse levensbehoeften.
Eénpersoonshuishoudens
Personen die alleen in een woonruimte zijn gehuisvest. Tot de
eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen
eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren.
Paren
Huishoudens die bestaan uit personen die - al dan niet gehuwd - een
gemeenschappelijke huishouding voeren met een vaste partner.
Eénouders
Personen met thuiswonende kinderen die niet samenwonen met een vaste
partner.
Overige huishoudens
Huishoudens bestaande uit personen die met andere personen op eenzelfde
adres wonen maar geen partnerrelatie met die andere personen onderhouden
en geen kind zijn van die andere personen. Te denken valt bijvoorbeeld aan
studenten die een huishouden vormen of aan twee zussen die samen in een
huis wonen.