Energiebalans; kerncijfers, 1946-2016

Energiebalans; kerncijfers, 1946-2016

Energiedragers Perioden Energieaanbod Totaal aanbod (TPES) (PJ) Energieaanbod Winning (PJ) Energieaanbod Invoer (PJ) Energieaanbod Uitvoer (PJ) Energieaanbod Invoersaldo (PJ) Energieaanbod Bunkering (PJ) Energieaanbod Voorraadmutatie (PJ)
Totaal energiedragers 2016** 3.141 1.811 11.311 9.578 1.732 685 283
Totaal kool en koolproducten 2016** 428 1.457 1.068 390 39
Steenkool en bruinkool 2016** 431 1.445 1.053 392 39
Koolproducten 2016** -3 13 15 -3 -1
Totaal aardoliegrondstoffen en producten 2016** 1.208 77 8.494 6.724 1.770 685 47
Aardoliegrondstoffen 2016** 2.637 67 4.531 1.979 2.552 18
Aardolieproducten 2016** -1.428 10 3.963 4.745 -782 685 29
Aardgas 2016** 1.264 1.511 1.254 1.699 -445 0 198
Hernieuwbare energie 2016** 145 149 12 17 -5 0
Kernenergie 2016** 38 38
Energie uit overige bronnen 2016** 40 36 6 1 5
Elektriciteit 2016** 18 87 70 18
Warmte 2016**
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aanbod, de omzetting en het verbruik van energie. Energie komt onder andere vrij bij de verbranding van bijvoorbeeld aardgas, aardolie, steenkool en biobrandstoffen. Energie kan ook worden verkregen uit elektriciteit of warmte of worden onttrokken aan de natuur, bijvoorbeeld windkracht of zonne-energie. In de energiestatistiek heten al deze bronnen waaruit energie kan worden gebruikt 'energiedragers'.

Het aanbod van energie wordt gevormd door de winning van energie, het saldo van in- en uitvoer en het saldo van de voorraadmutatie. Dit wordt ook wel het primair energieaanbod genoemd, omdat dit de hoeveelheid energie is die in het land beschikbaar is voor omzetting of verbruik.

Van de energieomzetting geeft de tabel zowel cijfers over de inzet van energiedragers voor omzetting (de hoeveelheid energie die is gebruikt om andere energiedragers van te maken), als over de productie van energie nà de omzetting (de hoeveelheid energie die is gemaakt uit andere energiedragers), als over het saldo van inzet en productie. Dit saldo van energieomzetting is te interpreteren als het verlies van energie bij de omzetting.

Vervolgens toont de energiebalans het finaal verbruik van energie, dit is het eindverbruik van energie. Dit bestaat uit het finaal energieverbruik en het niet-energetisch gebruik. Het finaal energieverbruik is de energie die energie-afnemers benutten voor energetische doeleinden. Niet-energetisch gebruik is het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is.

Gegevens beschikbaar:
Van 1946 per jaar en van 1995 tot en met 2016 per jaar en per kwartaal.

Status van de cijfers:
Alle cijfers tot en met verslagjaar 2014 zijn definitief. De cijfers over 2015 en 2016 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per 22 december 2017:
Geen, deze tabel is stopgezet. Zie voor meer informatie paragraaf 3.

Wijziging per 30 juni 2017:
Nader voorlopige cijfers over 2016 zijn toegevoegd.

Vanaf verslagjaar 2016 zijn er twee trendbreuken in de Energiebalans die te maken hebben met een betere aansluiting bij internationale conventies:
1. Verplaatsen van aanvoer van elektriciteit door elektriciteitscentrales. Tot en met 2015 is de elektriciteit die elektriciteitscentrales aanvoeren geteld bij de inzet van elektriciteit voor elektriciteitsproductie, vanaf 2016 is deze elektriciteit onderdeel van eigen verbruik van energiebedrijven. In 2016 ging het om ongeveer 2 PJ elektriciteit.
2. Verplaatsen van de inzet van hoogovengas en cokesovengas naar cokesfabrieken.
Cokesfabrieken gebruiken hoogovengas en cokesovengas voor het maken van proceswarmte. Tot en met 2015 werd dit geteld als inzet voor overige omzetting. Vanaf 2016 wordt dit geteld als eigen verbruik van de cokesfabrieken. In 2016 ging het om ongeveer 8 PJ kolengassen.

Wijziging per 12 oktober 2016:
Cijfers over 1990 tot en met 1994 zijn gereviseerd.

De cijfers van de energiebalans zijn over de periode 1990 tot en met 1994 gereviseerd. Deze revisie sluit aan de op de revisie die vorig jaar is doorgevoerd voor de jaren 1995 tot en met 2013. De belangrijkste aanleidingen hiervoor waren een trendbreuk in de tijdreeks voor het niet-energetisch gebruik, de mogelijkheid klantenbestanden van netwerkbedrijven te gebruiken voor het bepalen van het finaal verbruik van aardgas en elektriciteit en het beschikbaar komen van nieuwe broninformatie over het verbruik van brandstoffen voor vervoer en mobiele bronnen. Verder is het eigen verbruik van de energiebedrijven nu apart opgenomen en geen onderdeel meer van het finaal verbruik. Tot slot is nog een aantal aanpassingen doorgevoerd van kleinere omvang, zoals het corrigeren van geconstateerde fouten en bijstelling van cijfers door het beschikbaar komen van nieuwe informatie.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Energieaanbod
De hoeveelheid energie die primair beschikbaar is gekomen voor verbruik in Nederland.
Totaal aanbod (TPES)
De hoeveelheid energie die in het land primair beschikbaar komt (invoer plus winning en voorraadonttrekking) minus de hoeveelheid die het land verlaat (uitvoer en brandstofbunkering voor grensoverschrijdend verkeer).

TPES = Total Primary Energy Supply.
Winning
Het onttrekken van energie aan de natuur. Fossiele energiedragers steenkool, aardolie en aardgas worden gewonnen uit de aarde. Hernieuwbare energiedragers zijn onder andere windenergie en biomassa. Andere energiedragers zijn bijvoorbeeld kernenergie en afval.
Invoer
Aanvoer van energiedragers vanuit het buitenland.
Uitvoer
Afvoer van energiedragers naar het buitenland.
Invoersaldo
De invoer minus de uitvoer.
Bunkering
De levering van brandstof voor de internationale scheepvaart en voor de internationale luchtvaart. Dit betreft schepen of vliegtuigen die vertrekken uit Nederlandse havens en aankomen in/op buitenlandse (lucht)havens. De post bunkering wordt in de energiebalans gezien als een vorm van uitvoer. De brandstof komt namelijk niet beschikbaar voor verbruik in Nederland. Bunkers per sector zijn niet bekend.
Voorraadmutatie
De verandering van de omvang van de voorraad. Bij energiestatistieken is dit de beginvoorraad minus de eindvoorraad, conform de internationale richtlijnen voor energiestatistieken. Een positief getal betekent dus dat de voorraad is afgenomen en dat het aanbod in Nederland is toegenomen. Voor een negatief getal geldt het omgekeerde (toename van de voorraad en afname van het aanbod).