Industriebeeld: ondernemers minder somber

De ondernemers in de industrie waren in augustus 2013 minder somber dan in juli. Het producentenvertrouwen steeg van -3,5 naar -1,6.

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in juni 1,0 procent lager dan in juni 2012. De industriële productie ligt al zes maanden op rij onder het niveau van dezelfde periode een jaar eerder. De industrie behaalde in juni 2013 ruim een half procent minder omzet dan een jaar eerder. De omzet op de buitenlandse markt daalde meer dan die op de binnenlandse markt.

De economie kromp in het eerste kwartaal van 2013 met 0,4 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al drie kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Ondernemers minder somber

De ondernemers in de industrie waren in augustus 2013 minder somber dan in juli. Het producentenvertrouwen steeg van -3,5 naar -1,6. De stemming van de producenten verbeterde voor de vierde maand op rij, maar is nog steeds negatief.

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, het oordeel over de voorraden gereed product en de verwachte productie in de komende drie maanden. Het oordeel van de ondernemers over de voorraden verbeterde sterk. De ondernemers waren ook een stuk minder pessimistisch over de verwachte productie. De stemming over de orderpositie veranderde weinig.

Er waren in augustus meer ondernemers die dachten dat het economische klimaat voor hun onderneming de komende drie maanden zal verbeteren dan ondernemers die dachten dat het economische klimaat zal verslechteren. In de voorafgaande maanden was de stemming nog erg negatief. Het saldo kwam in augustus uit op 0,8, tegen -9,3 in juli.

Minder voorraden gereed product

De voorraden gereed product in de industrie waren in juni 2,7 procent kleiner dan in juni 2012. De krimp volgt op zes maanden waarin de voorraden hoger waren dan een jaar eerder. De cijfers over de voorraden zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.

Kleine krimp productie industrie

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in juni 1,0 procent lager dan in juni 2012. De industriële productie ligt al zes maanden op rij onder het niveau van dezelfde periode een jaar eerder. De krimp was in juni wel iets kleiner dan in de eerste vijf maanden van 2013.

Met 6,9 procent kromp de productie in de elektrotechnische- en machine-industrie het meest. Ook de productie van de basismetaal- en metaalproductenindustrie (5,8 procent) en de transportmiddelenindustrie (4,7 procent) was fors lager. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie produceerde daarentegen 0,9 procent meer dan in juni 2012. De toename volgt op een stevige krimp in de voorgaande maanden. Ook de productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie was hoger dan een jaar eerder (3,4 procent).

Opnieuw minder omzet

De industrie behaalde in juni 2013 ruim een half procent minder omzet dan een jaar eerder. De omzet op de buitenlandse markt daalde meer dan die op de binnenlandse markt. Juni 2013 telde een werkdag minder dan juni 2012. De afzetprijzen van de producten van de industrie waren in juni nagenoeg gelijk aan die van een jaar eerder.

De elektrotechnische en machine-industrie realiseerde 8 procent minder omzet dan een jaar eerder. Ook in de basismetaal- en metaalproductenindustrie ( -4,6%) en de transportmiddelenindustrie (-1,6%) was de omzet lager. In de voedings- en genotmiddelenindustrie steeg de omzet echter met bijna 5 procent, de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie kende een bescheiden groei van bijna 1 procent.

Economie krimpt

De economie kromp in het eerste kwartaal van 2013 met 0,4 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al drie kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.

Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 1,8 procent. Het eerste kwartaal telde in 2013 wel twee werkdagen minder dan in 2012.

Er werd in het eerste kwartaal veel minder geïnvesteerd in vaste activa dan een jaar eerder (11,8 procent). De huishoudens besteedden 2,4 procent minder aan goederen en diensten. De overheidsconsumptie kromp met 0,6 procent. Ook de invoer van goederen en diensten was in het eerste kwartaal lager dan in het eerste kwartaal van 2012 (0,8 procent). Het exportvolume was daarentegen 1,4 procent groter.

De goederenproducenten produceerden 1,0 procent minder. Met 8,6 procent kromp de productie van de bouwnijverheid het meest. De industriële productie lag 4,5 procent onder het niveau van het eerste kwartaal van 2012. De productie van de delfstoffenwinning was, mede onder invloed van het relatief koude weer, 12,4 procent hoger. In de dienstverlening kwam de productie van de commerciële dienstverleners 2,4 procent lager uit. De productie van de niet-commerciële dienstverleners lag op hetzelfde niveau als een jaar eerder.

De Industrieradar toont in augustus 2013 een negatief beeld ten opzichte van een maand eerder. In juli was er nog sprake van een lichte verbetering. Uit de beschikbaar gekomen gegevens blijkt dat 4 van de 6 indicatoren deze maand een verslechtering laten zien: het consumentenvertrouwen en de consumptie door huishoudens liepen terug en ook de indicatoren voor de productie van de EU-27 en de Duitse industriële orders zijn verslechterd. Alle indicatoren liggen onder de langjarig gemiddelde ontwikkelingen.