Realisaties: aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie

In maart 2011 heeft de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie flink meer omgezet dan een jaar eerder. Per gemiddelde werkdag was ook het verkoopvolume iets groter en werd er meer geproduceerd. De branche deed haar producten tegen een aanzienlijk hogere prijs van de hand. In de onderliggende branches chemische en farmaceutische industrie waren de orderontvangsten hoger ten opzichte van maart 2010.

Omzet, productie en afzetprijs (maart 2011)

Omzet, productie en afzetprijs (maart 2011)

Flink meer omzet

De omzet van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie was in maart 2011 bijna een kwart hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. De ontwikkelingen in binnen- en buitenland ontliepen elkaar niet veel. In maart werd de omzettoename vrijwel geheel veroorzaakt door een fors hogere afzetprijs. Over de grens had ook een iets grotere afzet een licht positief effect op het bedrag aan verkopen. In eigen land bleef het verkoopvolume nagenoeg ongewijzigd vergeleken met een jaar geleden.

Met bijna 30 procent had de aardolie-industrie de sterkste omzettoename van alle onderliggende branches. De groei kwam volledig voor rekening van een hogere afzetprijs. Ook bij de chemische industrie was er een duidelijk prijseffect. Het bedrag aan verkopen nam hier met 24 procent toe. De farmaceutische en de rubber- en kunststofproductenindustrie hebben ieder 11 procent meer omgezet in vergelijking met maart verleden jaar. In deze twee subbranches hadden naast prijsstijgingen ook grotere verkoopvolumes een duidelijk positief effect op de omzet.

Het eerste kwartaal van 2011 heeft de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie afgesloten met een kwart meer omzet. Het verkoopvolume van de branche was vrijwel gelijk aan dat van een jaar eerder.

Hogere waarden ontvangen orders

De chemische industrie heeft in maart 2011 voor 21 procent meer aan orders ontvangen. Deze subbranche noteerde op de binnenlandse markt een flinke groei van bijna 45 procent. Op de exportmarkt lag de waarde van de ontvangen orders 11 procent boven het niveau van maart 2010.

In de farmaceutische industrie lag de waarde aan ontvangen orders 14 procent hoger. Deze toename kwam volledig op conto van hogere orderontvangsten op de buitenlandse markt. Daar steeg de waarde van de ontvangen orders met 16 procent. Op de nationale markt haalde deze subbranche ruim 3 procent minder aan orders binnen in vergelijking met een jaar eerder.

De orderontwikkelingen in het eerste kwartaal van 2011 wijken bij zowel de chemische als bij de farmaceutische industrie niet veel af van de ontwikkelingen in maart.

Afzetprijs stijgt aanzienlijk

De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie verkocht haar producten in maart 2011 tegen een 24 procent hogere prijs. Binnen de landsgrenzen was de prijsstijging sterker dan erbuiten.

Olieproducten stegen met ruim 30 procent het hardst in prijs ten opzichte van maart vorig jaar. In de chemische industrie werden de producten met 23 procent ook fors duurder. De prijsstijgingen in de farmaceutische en de rubber- en kunststofproductenindustrie beperkten zich tot respectievelijk bijna 6 en circa 5 procent.

Binnen de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie is de ontwikkeling van de afzetprijs in het eerste kwartaal van 2011 vergelijkbaar met die in maart.

Meer productie

De branche heeft in maart per gemiddelde werkdag ruim 2 procent meer geproduceerd dan in dezelfde maand een jaar eerder.

Over het eerste kwartaal van 2011 ontwikkelde de productie zich met bijna 4 procent sterker dan in maart.

Groter volume bruto toegevoegde waarde

In het vierde kwartaal van vorig jaar was het volume van de bruto toegevoegde waarde in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie bijna 2,5 procent groter dan een jaar eerder. Voor de branche is het de minst sterke groei na het derde kwartaal van 2009.

Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)

Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)