Oordeel en verwachtingen: metaal-, elektrotechnische en transportmiddelenindustrie

Uit de Conjunctuurtest van april 2009 blijkt dat het beeld in de metaal-, elektrotechnische en transportmiddelenindustrie onveranderd negatief is. De orderontvangsten zijn wederom afgenomen en de oordelen zijn negatiever geworden. In hun verwachtingen zijn de ondernemers pessimistisch. Het algemene beeld in de branche kan omschreven worden als pessimistisch.

Forse afname orderontvangsten

Volgens de ondernemers zijn de orderontvangsten in april wederom fors afgenomen. De index orderpositie is verder gedaald en komt uit op 106,3 (juli 2000=100). Het oordeel over de totale en buitenlandse orderpositie is wederom negatiever geworden. Het oordeel over de voorraad gereed product is vrijwel gelijk aan het oordeel van vorige maand.

Orderpositie, oordeel 1 en index 2

Orderpositie, oordeel en index

1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd

Ondernemers onveranderd pessimistisch in hun verwachtingen

De ondernemers realiseerden naar eigen zeggen in maart wederom een lagere productie. Ze verwachten voor de maanden april tot en met juni wederom een afname van de productie. Over de toekomstige afzetprijzen blijven de ondernemers somber. Over de toekomstige personeelssterkte zijn de ondernemers negatiever gestemd dan een maand eerder. Van de ondernemers verwacht per saldo 47 procent een afname van het aantal werknemers.

Verwachting voor april tot en met juni 2009

Verwachting voor april tot en met juni 2009

Flinke afname bezettingsgraad

Uit de kwartaalvragen van de Conjunctuurtest blijkt dat volgens de ondernemers in het eerste kwartaal de concurrentiepositie op de binnenlandse markt en binnen de EU verder verslechterd is. Op de buitenlandse markt buiten de EU is de positie ook verslechterd. Voor het tweede kwartaal 2009 verwachten de ondernemers een flinke afname van de buitenlandse afzet. De bezettingsgraad is in het eerste kwartaal fors gedaald en komt uit op 67,6. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit als (te) groot beoordeeld is dit kwartaal flink gestegen. Van de ondernemers geeft 42 procent te weinig vraag op als mogelijke productiebelemmering.