Eerste uitkomsten Loonstructuuronderzoek 2002

Het CBS stelt regelmatig gegevens samen over de verdiende lonen van werknemers in relatie met hun opleidingsniveau en beroepsniveau. Dit gebeurt door middel van het Loonstructuuronderzoek (LSO). De onderzoeken zijn samengesteld uit reeds beschikbare databestanden.

De gebruikte bestanden:

  • de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA),
  • de Enquête werkgelegenheid en lonen (EWL),
  • de Enquête beroepsbevolking (EBB).

De informatie voor het LSO is verkregen door combinatie van gegevens op persoonsniveau uit deze drie bronnen. De populatie voor het LSO2002 is beperkt tot banen van werknemers van 15 tot en met 64 jaar die in Nederland wonen. Het gaat uitsluitend om banen die worden waargenomen in bedrijvenregistraties. De aantallen in de tabellen hebben betrekking op banen van werknemers, ultimo 2002. Dat wil zeggen dat een werknemer meerdere keren kan voorkomen als hij of zij meerdere banen tegelijkertijd heeft. De uitkomsten van het LSO2002 zijn berekend met behulp van de methode van herhaald wegen.

De uitkomsten van het LSO hebben een onnauwkeurigheidsmarge, omdat het LSO op basis van steekproefgegevens is samengesteld. Naast de nauwkeurigheid worden de publicatiemogelijkheden beperkt door de toegepaste geheimhouding op gegevens. Deze heeft tot doel het voorkomen dat gegevens herleidbaar zijn tot individuele bedrijven of personen.

Eerste uitkomsten Loonstructuuronderzoek 2002

Banen

Een baan is een werkkring van een werknemer. Als iemand meer dan één werkkring heeft, telt elke werkkring als een afzonderlijke baan. Onder een werknemer wordt verstaan iemand die arbeid verricht op basis van loon of salaris.

Uurloon

Het uurloon is het bruto loon per uur. Het is berekend uitgaande van het bruto maandloon van december, exclusief overwerk en exclusief bijzondere beloningen. Het uurloon is het loon per uur, zoals dat zou gelden als per week een evenredig deel van alle adv-, vakantie- en feestdagen waarop werknemers per jaar recht hebben, zou worden opgenomen. Voor de berekening van de gemiddelde uurlonen wordt voor elke tabelcel het bruto maandloon van alle banen vermenigvuldigd met 12 en vervolgens gedeeld door de som van de jaarlijkse arbeidsduren van banen in die betreffende cel.

Maandloon, exclusief overwerk en exclusief bijzondere beloningen

Het maandloon is het betaalde bruto loon vóór aftrek van werknemerspremies voor pensioen en vut.

Overwerk betreft de verdiensten voor de uren die boven de voor de werknemer geldende arbeidsduur werkelijk zijn gewerkt en volledig zijn uitbetaald.

Bijzondere beloningen zijn de niet-regelmatig betaalde beloningen die tot het bruto loon sociale verzekeringen behoren, zoals vakantiegeld, tantièmes, gratificaties en winstuitkeringen. Loon voor overwerk behoort hier niet toe.

Jaarlijkse arbeidsduur

De jaarlijkse arbeidsduur is de met de werknemer overeengekomen arbeidsduur per jaar in uren. Niet-gewerkte uren in verband met vakantie, adv, feestdagen en extra vrije tijd voor ouderen zijn hierop in mindering gebracht. De jaarlijkse arbeidsduur wordt berekend uit gegevens die betrekking hebben op de maand december.

Opleidingsniveau

Het opleidingsniveau is het niveau van de hoogst behaalde opleiding. Het niveau wordt meestal aangeduid met de meest typerende schoolsoort:

  • basisonderwijs,
  • mavo (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs),
  • vbo (voorbereidend beroepsonderwijs),
  • havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs),
  • vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs),
  • mbo (middelbaar beroepsonderwijs),
  • hbo (hoger beroepsonderwijs),
  • wo (wetenschappelijk onderwijs).

Bedrijfstak

Bedrijven worden getypeerd naar economische activiteit. Economische activiteit is een omschrijving van de aard van het bedrijf, die ingedeeld wordt volgens de Standaardbedrijfsindeling 1993 (SBI 1993). Van de SBI 1993 kunnen de veel gehanteerde onderverdelingen in bedrijfssectoren, bedrijfstakken en bedrijfsklassen worden afgeleid.

Dienstverband

Voltijdwerknemers zijn werknemers met een volledige dag- en weektaak, uitgezonderd uitzendkrachten, oproepkrachten, afroepkrachten en invalkrachten.

Deeltijdwerknemers zijn werknemers die geen volledige dag- of weektaak hebben maar wel een vaste arbeidsduur per week, uitgezonderd uitzendkrachten, oproepkrachten, afroepkrachten en invalkrachten.

Werknemers met een flexibel dienstverband zijn werknemers van wie de arbeidsduur gewoonlijk varieert tussen een minimum en een maximum aantal uren per week en uitzendkrachten, oproepkrachten, afroepkrachten en invalkrachten.