Doodsoorzakenstatistiek inzetbaar voor gezondheidsonderzoek

/ Auteur: Masja de Ree
patiënt in ziekenhuis
© Hollandse Hoogte / Joris van Gennip
De doodsoorzakenstatistiek bestaat al ruim 150 jaar, maar tijden veranderen. Mensen worden ouder en hebben daardoor op het moment van overlijden vaak meerdere aandoeningen tegelijk. Bovendien zijn er nieuwe mogelijkheden om data over gezondheid uit diverse bronnen te combineren. Hoe kunnen we de data over doodsoorzaken tegen die achtergrond zo nuttig mogelijk inzetten? Marianna Mitratza, arts, statisticus en epidemioloog, deed er onderzoek naar met de data en expertise van het CBS.

Nieuwe toepassingen

‘Mijn promotieonderzoek richt zich op een beter gebruik van de doodsoorzakenstatistiek van het CBS’, zegt Mitratza. ‘Samen met mijn promotor van het Amsterdam UMC, prof. Anton Kunst, en Jan Kardaun en Bart Klijs van het CBS heb ik de specifieke doelen van mijn onderzoek bepaald. Mijn proefschrift laat nieuwe toepassingen zien van bestaande data over doodsoorzaken. Die kunnen bijdragen aan een beter inzicht in de trends op het gebied van doodsoorzaken, relaties tussen ziektes en uiteindelijk ook aan betere zorg in de laatste levensfase.’ Mitratza werkte gedurende haar promotieonderzoek, dat gedeeltelijk gefinancierd werd door het CBS, vier dagen per week bij het Amsterdam UMC en 1 dag per week bij het CBS. ‘Dat was praktisch maar ook nuttig, omdat veel CBS’ers gedreven onderzoekers zijn. Het overleg met hen heeft geholpen bij het ontwerp van mijn onderzoek.’

Conservatieve statistiek

De statistiek van de doodsoorzaken is een spiegelindicator voor ernstige gezondheidsproblemen in de bevolking, vertelt Jan Kardaun, emeritus hoogleraar en medisch ambtenaar bij het CBS. ‘De promotie van Mitratza komt voort uit een samenwerking tussen het CBS en het Amsterdam UMC. Die bestaat al langer en is aangegaan om antwoord te vinden op de vraag welke richting we op moeten met de doodsoorzakenstatistiek.’ Kardaun legt uit dat statistieken van nature ‘conservatief’ zijn omdat je vergelijkingen wilt maken tussen periodes en dan is het belangrijk dat je methode hetzelfde blijft. Dat geldt zeker voor de statistieken over doodsoorzaken omdat trends daarin alleen over een langere tijd zichtbaar zijn. ‘Maar het is ook belangrijk aandacht te besteden aan de veranderingen in de maatschappij en op het gebied van medische zorg. Een aanpassing kan dan nodig zijn, maar die moet je vooraf wel goed onderzoeken.’

Kansen voor gezondheidzorg en epidemiologie

Mitratza concludeert dat de doodsoorzakenstatistiek veel potentie heeft voor gezondheids- en epidemiologisch onderzoek. ‘Ons onderzoek toont aan dat solide lange termijn trends berekend kunnen worden voor een gedetailleerde groep van doodsoorzaken. Door alle beschikbare data in de reportages van artsen te analyseren kunnen we ook meer over co-morbiditeit zeggen, het gegeven dat een overledene leed aan meerdere aandoeningen tegelijkertijd. Ons onderzoek laat bovendien zien dat we het levenslange risico bij ernstige chronische ziektes als diabetes en dementie beter kunnen schatten als we data over doodsoorzaken combineren met andere data uit de gezondheidszorg.’ Mitratza pleit voor een bredere publicatie van de data. ‘Gegevens over meervoudige doodsoorzaken worden nu bijvoorbeeld niet gepubliceerd, terwijl die heel bruikbaar zijn om de zorg in de laatste levensfase te verbeteren.’

Data combineren

Ook Kardaun benadrukt dat je het meeste aan de feiten over doodsoorzaken hebt als je die combineert met andere data over de gezondheid van mensen. ‘Je krijgt dan meer zicht op chronische ziekten. Het is nu aan het CBS om te beslissen wat we met de conclusies van het onderzoek van Mitratza doen. Dat is een vraag waar veel bij komt kijken. Het combineren van bronnen kan bijvoorbeeld alleen als we zeker weten dat die bronnen de komende jaren beschikbaar blijven.’ Hij wijst ook op een andere conclusie uit het onderzoek: ‘Mitratza heeft onderzocht dat een trend bij aandoeningen waar weinig mensen aan overlijden moeilijker is aan te tonen. Dat heeft gevolgen voor de statistieken in landen met weinig inwoners: in landen met een geringe bevolkingsomvang – in sommige EU-landen wonen veel minder mensen dan in andere EU-landen – is het lastiger om trends vast te stellen in de doodsoorzaken. Ik vind dat daar rekening mee gehouden moet worden bij de eisen die aan Europese statistieken gesteld worden, bijvoorbeeld door het vereiste detailniveau per land aan te passen.’

De bovenstaande conclusies nodigen uit tot nader onderzoek, zowel nationaal als internationaal. Mitratza: ‘Ik heb tijdens mijn werk bij het CBS zelf ervaren wat dat oplevert. Samen komen we verder!’