Industriebeeld: producentenvertrouwen doet opnieuw een stapje terug

Het producentenvertrouwen deed in juni een stapje terug. De vertrouwensindicator kwam uit op 2,0 tegen 3,1 in mei. Juni was de derde maand op rij waarin de stemming onder ondernemers in de industrie iets verslechterde. In maart bereikte het producentenvertrouwen met 5,8 nog het hoogste niveau in drie jaar tijd.

De ondernemers van de industrie behaalden in april 13 procent meer omzet dan in april 2010. Daarmee is de toename minder fors dan die in februari en maart. De groei van de omzet viel bijna geheel toe te schrijven aan hogere afzetprijzen. Producten van de industrie waren in april bijna 12 procent duurder dan een jaar eerder. De gemiddelde dagproductie van de industrie was in april bijna 1 procent hoger dan in april 2010. Daarmee is de productiegroei verder teruggelopen. In maart was de toename met 3 procent al beduidend kleiner dan in februari (9 procent). De industriële productie ligt nog steeds onder het niveau van voor de kredietcrisis.

In het eerste kwartaal van 2011 groeide de Nederlandse economie met 2,8 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Alleen verbetering oordeel orderpositie

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de voorraden gereed product, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de orderpositie.

Het oordeel over de voorraden gereed product verslechterde in juni. Ook over de verwachte productie in de komende drie maanden waren de ondernemers minder optimistisch dan in mei. Het oordeel over de orderpositie verbeterde daarentegen.

Er waren minder ondernemers die dachten hun verkoopprijzen in de komende drie maanden te verhogen dan in mei. Over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers in juni iets optimistischer. Het aantal ondernemers dat een toename van de personeelsomvang verwachtte was iets groter dan het aantal dat een afname voorzag.

Voorraadgroei loopt op

De ondernemers hielden in april bijna 8 procent meer voorraad gereed product aan dan in april 2010. Het is de vierde maand op rij dat de voorraden eindproduct groter zijn dan een jaar eerder. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam uit op 103,3. Dit is 1 punt hoger dan in maart.

Omzet elektrotechnische en machine-industrie groeit het hardst

De toename van de omzet was bij de elektrotechnische en machine-industrie het grootst (25 procent). De transportmiddelenindustrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie behaalden respectievelijk 21 en 18 procent meer omzet dan een jaar eerder. Ondernemers in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie realiseerden een toename van 13 procent. Hier was de toename van de afzetprijzen een stuk groter dan die van de omzet. In mindere mate was dit ook het geval in de voedings- en genotmiddelenindustrie. In deze branche lag de omzet 10 procent hoger dan een jaar eerder.

In april werd op de buitenlandse markt 16 procent meer omzet behaald dan een jaar eerder en op de binnenlandse markt 9 procent meer. De toename van de in het buitenland gerealiseerde omzet is al ruim een jaar groter dan die van de omzet in eigen land.

Productie transportmiddelenindustrie neemt het meest toe

Met 23 procent nam de productie het meest toe in de transportmiddelenindustrie. Ook in de elektrotechnische en machine-industrie, de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie was er een toename. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie leverde daarentegen 3 procent minder productie dan een jaar eerder.

Bruto toegevoegde waarde industrie flink groter

De economische groei van 2,8 procent in het eerste kwartaal van 2011 is de hoogste in bijna drie jaar. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2010 nam het bruto binnenlands product (bbp) met 0,9 procent toe. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.

De goederenproducenten leverden in het eerste kwartaal 4,2 procent meer productie. Hier deden vooral de bouwnijverheid en de industrie goede zaken. De industrie- en de bouwproductie lagen maar liefst 7,7 en 10,0 procent boven het niveau van een jaar eerder. Het weer was zeer zacht vergeleken met het eerste kwartaal van 2010. De productie van commerciële dienstverleners was 2,6 procent hoger. Bij de overheid en de zorg was er een toename van 2,2 procent.

De investeringen in vaste activa groeiden met 10,1 procent. De uitvoer nam met 7,0 procent toe en de invoer met 7,2 procent. Door huishoudens werd een fractie minder besteed dan in het eerste kwartaal van 2010.

Het CBS heeft een Industrieradar ontwikkeld waarin op basis van zes indicatoren een samenhangend beeld van de omstandigheden voor de Nederlandse industrie wordt gepresenteerd. De Industrieradar toont in juni een minder gunstig beeld: vier van de zes indicatoren lieten een verslechtering zien ten opzichte van de vorige maand, de andere twee bleven onveranderd.