Tweeverdieners met koopwoning lopen groot risico op restschuld

Tweeverdieners met een koopwoning lopen een groot risico om een restschuld over te houden bij de verkoop van hun huis. Ruim een derde van de tweeverdieners had eind 2010 een hypotheekschuld die hoger was dan de woningwaarde.

Risicogroep met bijna 16 procent gegroeid

In de periode 2005–2010 is het aantal tweeverdieners met een hypotheekschuld boven de woningwaarde met bijna 16 procent gegroeid. Het gaat vooral om mensen die vlak voor de crisis een huis hebben gekocht en sindsdien de waarde van hun woning fors hebben zien dalen. Ongeveer 13 procent van de tweeverdieners had eind 2010 een lage hypotheekschuld van minder dan een kwart van de WOZ-waarde. Bij eenverdieners en bij huishoudens waarin minstens drie personen een inkomen hebben, lag het aandeel huiseigenaren met een lage hypotheekschuld hoger.

Veel pensioenontvangers hebben hypotheek afgelost

Eind 2010 had 40 procent van de uitkeringsontvangers en pensioenontvangers hun hypotheek nagenoeg afgelost. Dit zijn grotendeels huishoudens die rondkomen van een nabestaandenpensioen of van de AOW-uitkering. Deze huishoudens hebben waarschijnlijk hun woning lang geleden voor een lage prijs gekocht en hebben al vele jaren afgelost. Slechts 6 procent van de uitkerings- en pensioenontvangers had eind 2010 een hypotheekschuld die groter was dan de waarde van de woning.

Eind 2010 waren er ruim 4,2 miljoen huizenbezitters in Nederland. Op de woningen van bijna 3,5 miljoen van deze eigenaren rustte een hypotheek. Van deze groep had circa 30 procent een potentiële restschuld, omdat hun hypotheek hoger was dan de woningwaarde. Bijna 15 procent van de eigenaar-bewoners met hypotheek kende een lage hypotheekschuld van maximaal een kwart van de woningwaarde.

Potentiële restschuld huishoudens

Potentiele-restschuld

Marcel van Wijk en Jérôme van Biezen

Bron: Financiering eigen woningbezit; hypotheekschuld, woningwaarde en inkomen