Auteur: Rianne Kloosterman, Hans Schmeets

55-plussers over mantelzorg krijgen

Over deze publicatie

Mantelzorg is onbetaalde en onverplichte hulp gericht op mensen met gezondheidsbeperkingen die niet in georganiseerd verband plaatsvindt. Een op de tien 55-plussers ontvangt mantelzorg. Van de 75-plussers is dat bijna een kwart. Onder welke bevolkingsgroepen bevinden zich veel of weinig ontvangers van mantelzorg? Hoe tevreden zijn de mantelzorgontvangers? En welke wensen hebben 55-plussers die geen mantelzorg ontvangen als ze in de toekomst hulp nodig zouden hebben in het huishouden, of bij de persoonlijke en medische verzorging?

1. Inleiding

De overheid vraagt mensen om voor elkaar te zorgen. Bij een behoefte aan zorg en ondersteuning moet niet automatisch een beroep worden gedaan op professionele instanties, maar zou eerst bekeken moeten worden in hoeverre deze zorg en ondersteuning ontvangen kan worden uit de eigen omgeving (De Klerk, Verbeek-Oudijk, Plaisier en Den Draak, 2019). Deze zogenoemde mantelzorg is een belangrijk fundament van de zorgverlening in Nederland. Bij mantelzorg gaat het om onbetaalde en vaak langdurige zorg voor zieke familieleden of vrienden. Dit kan verzorging zijn of hulp bij dagelijkse activiteiten (rijksoverheid, 2019).
Ook in tijden van het coronavirus wordt een groot beroep gedaan op mantelzorgers. Doordat professionele partijen zoals wijkverpleging, dagbesteding, vrijwilligers en huishoudelijke hulpen, minder of geen hulp kunnen bieden, komt er meer zorg bij de mantelzorgers terecht. Dat is geen gemakkelijke opgave aangezien veel mantelzorgontvangers ouder zijn dan 70 jaar en/of een kwetsbare gezondheid hebben en daarmee een grotere kans hebben om ernstig ziek te worden als ze het coronavirus oplopen. Om het risico zo klein mogelijk te maken wordt mantelzorgers gevraagd zich te houden aan maatregelen zoals het fysieke contact tot het noodzakelijke te beperken, anderhalve meter afstand bewaren, zorg voor goede hygiëne en niet op bezoek te gaan bij verkoudheidsklachten, koorts en/of benauwdheid.

Door het toenemende aantal ouderen zal de vraag naar zorg en ondersteuning toenemen, wat er waarschijnlijk voor zorgt dat ook in de toekomst een groot beroep zal worden gedaan op de mantelzorg (Kooiker, de Jong, Verbeek-Oudijk en de Boer, 2019). Dat de overheid mensen stimuleert om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen draagt hier ook aan bij. De Gezondheidsenquête laat zien dat in de jaren 2015 tot en met 2019 – dus voor de coronacrisis - ongeveer 15 procent van de bevolking van 16 jaar of ouder aangaf mantelzorg te geven aan bekenden uit hun omgeving die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt zijn. Het gaat dan om zorg die al minimaal drie maanden duurt of om zorg voor minimaal acht uur per week. Gemiddeld besteden zij daar zo’n 10 à 11 uur per week aan (CBS StatLine, 2020a; CBS, 2016). Vrouwen zeggen vaker mantelzorg te verlenen dan mannen. Binnen de leeftijdsgroepen zijn de meeste mantelzorgers te vinden onder de 50- tot 65-jarigen, gevolgd door de 65- tot 75-jarigen. Verder geven samenwonenden vaker mantelzorg dan mensen die alleenstaand zijn. Deze cijfers en patronen zijn niet gewijzigd tussen 2015 en 2019 (CBS StatLine, 2020a; CBS, 2016).
Mantelzorg geven heeft ook belastende kanten. Door een grote regeldruk en zorglast kunnen fysieke en psychische klachten ontstaan. Ook de combinatie van zorgtaken met werk, gezinssituatie en sociaal leven kan als belastend worden ervaren. Ongeveer een op de zeven mantelzorgers geeft aan dat zij de zorg voor familie of andere bekenden tamelijk zwaar of zeer zwaar belastend, of zelfs overbelastend vinden. Dit aandeel is vrijwel gelijk gebleven tussen 2015 en 2019 (CBS StatLine, 2020a; CBS, 2016).

Het geven van mantelzorg is de ene kant van de medaille, het ontvangen ervan de andere. In publicaties is er veel aandacht voor de omvang en kenmerken van de groep mantelzorgers; minder vaak staat de groep mantelzorgontvangers centraal. In dit artikel wordt in paragraaf 2 een beeld geschetst van de huidige ontvangen mantelzorg. Op basis van de Gezondheidsenquête (zie technische toelichting) wordt beschreven in welke mate 55-plussers mantelzorg ontvangen en in hoeverre dit de laatste jaren is veranderd, en vervolgens op basis van het onderzoek Belevingen (zie eveneens Technische toelichting) welke soorten zorg zij ontvangen en hoe zij deze zorg ervaren. In paragraaf 3 staat de toekomstige zorgbehoefte centraal: bij 55-plussers die geen mantelzorg ontvangen is nagegaan hoe zij tegenover mantelzorg staan in het geval zij in de toekomst hulp of ondersteuning nodig zouden hebben. Staan zij hiervoor open of zouden zij toch liever zorg ontvangen van een professionele partij? De onderzoeksuitkomsten worden gepresenteerd voor twee leeftijdsgroepen, te weten 55- tot 75-jarigen en 75-plussers. Afhankelijk van het thema is ook bekeken in welke mate de resultaten verschillen naar andere achtergrondkenmerken. Daarbij gaat het om geslacht, migratieachtergrond, welvaart van het huishouden en de aanwezigheid van een partner en kinderen.

2. Huidige mantelzorg

2.1 Wie krijgt mantelzorg?

Een op vier 75-plussers ontvangt mantelzorg

De Gezondheidsenquête 2019 laat zien dat 10 procent van alle 55-plussers in particuliere huishoudens mantelzorg ontvangen op het moment van het onderzoek (CBS StatLine, 2020b). Dit aandeel is niet gewijzigd tussen 2016 en 2018. Het gaat dan gemiddeld om zo’n 18 uur per week. Er zijn forse verschillen tussen bevolkingsgroepen in de mate waarin ze hulp krijgen van mantelzorgers. Leeftijd is het meest onderscheidend. Van de 55- tot 75-jarigen blijft het deel dat mantelzorg ontvangt beperkt tot ongeveer 6 procent. Bij de 75-plussers gaat het om bijna een kwart. Vrouwen ontvangen bijna dubbel zo vaak mantelzorg dan mannen (13 tegen 7 procent). Ook onderzoek van het SCP laat zien dat vrouwen veel vaker mantelzorg ontvangen dan mannen, en geeft hiervoor twee verklaringen (Kooiker et al., 2019). Allereerst zijn vrouwen gemiddeld iets ouder dan mannen en dan is de behoefte aan zorg vaak groter. Een aanvullende verklaring is dat onder de 75-plussers vrouwen vaker chronische ziekten hebben.

2.1.1 Aandeel mantelzorgontvangers, 2019
   Mantelzorg ontvangen (%)
Totaal 55-plussers10,4
GeslachtMannen7,3
GeslachtVrouwen13,4
Leeftijd55 tot 65 jaar5,5
Leeftijd65 tot 75 jaar7,4
Leeftijd75 jaar of ouder23,7
Bron: Gezondheidsenquête 2019

Het onderwijsniveau doet er ook toe. Van de mensen die maximaal het basisonderwijs hebben afgerond geeft 22 procent aan mantelzorg te ontvangen, waarna dat aandeel geleidelijk afneemt tot 4 procent onder de universitair geschoolden. Een daarmee vergelijkbaar patroon is zichtbaar tussen personen met een hoog huishoudensinkomen en personen met een laag huishoudensinkomen. Verder geven personen met een Nederlandse achtergrond vaker aan mantelzorg te ontvangen dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond.

2.2 Ervaringen van mantelzorgontvangers

Hulp in het huishouden meest voorkomende vorm van mantelzorg

Om inzicht te krijgen in de ervaringen van mantelzorgontvangers is in het onderzoek Belevingen 2019 allereerst gevraagd welke hulp of zorg zij in de afgelopen vier weken hebben ontvangen. Meestal gaat het om hulp in het huishouden (69 procent) of begeleiding en/of vervoer bij bezoek aan bijvoorbeeld familie of arts (60 procent). De helft zegt hulp te ontvangen bij het regelen van geldzaken of andere administratieve zaken, en eveneens de helft geeft aan troost en gezelschap van mantelzorgers te ontvangen. Ook noemt iets minder dan de helft hulp te hebben gekregen bij klusjes in en om het huis. Ongeveer een op de drie krijgt hulp bij het bereiden van maaltijden, een op de vijf ontvangt hulp bij persoonlijke verzorging en een op de zes hulp bij medische verzorging.

2.1.2 Ontvangen soorten mantelzorg, 2019
 Soort (% mantelzorgontvangers)
Hulp bij het huishouden69,1
Begeleiding en/of vervoer60,0
Gezelschap, troost of afleiding51,1
Regelen van geldzaken of andere administratieve zaken49,9
Hulp bij klusjes in huis of tuin44,9
Klaarmaken van maaltijden34,2
Hulp bij persoonlijke verzorging20,4
Hulp bij medische verzorging17,4
Hulp bij andere zaken9,0
Bron: Belevingen 2019

Leeuwendeel mantelzorgontvangers positief over ontvangen hulp

De meeste vormen van hulp worden door een grote meerderheid van 80 tot 90 procent als prettig of zeer prettig ervaren (zie tabel 1 in bijlage). Vanwege het beperkte aantal waarnemingen van mantelzorgontvangers dat hulp krijgt bij persoonlijke of medische verzorging is het niet mogelijk om de ervaringen betreffende deze hulpsoorten weer te geven.
Degenen die het als onprettig ervaren om bepaalde mantelzorg van bekenden te krijgen, geven hiervoor uiteenlopende redenen: ze vinden het bijvoorbeeld niet fijn om afhankelijk te zijn van anderen, willen anderen niet belasten of vragen niet graag om hulp.

2.3 Van wie mantelzorg ontvangen?

Mantelzorg vaak door eigen kind of partner

Van degenen die in de afgelopen vier weken mantelzorg hebben ontvangen, gaf 46 procent aan dat ze de meeste zorg ontvingen van een eigen zoon of dochter, en 35 procent noemde de partner of echtgenoot. Verder was het bij ruim een op de tien mantelzorgontvangers de schoonzoon of schoondochter die de hulp gaf. Een buur, vriend, kleinkind, broer of zus werd door 5 tot 10 procent vermeld als degene van wie ze de meeste zorg hebben ontvangen. Andere personen zoals stiefkinderen, schoonbroer of schoonzus, werden nauwelijks genoemd. Wel gaf nog een relatief grote groep van 15 procent aan dat het iemand anders betrof.

Wie de mantelzorger is hangt samen met kenmerken van de zorgontvanger (zie tabel 2 in bijlage). Mannen die mantelzorg ontvangen krijgen vaker zorg van de partner of echtgenoot dan vrouwen (49 tegen 30 procent). Hierbij speelt mee dat vrouwen vaker geen partner (meer) hebben. Zij ontvangen daardoor vaker zorg van eigen kinderen. Waar van de vrouwen ruim de helft te kennen geeft meestal hulp te krijgen van hun eigen zoon of dochter, blijft dat bij mannen beperkt tot 30 procent. Ook leeftijd doet ertoe: 55- tot 75-jarigen krijgen meestal zorg van de partner (53 procent), terwijl 75-plussers vooral verzorgd worden door hun kinderen (61 procent). Hierbij speelt mee dat 75-plussers vaker geen partner (meer) hebben. Zij krijgen relatief vaak ook hulp van hun schoon- en kleinkinderen.

Gemiddeld ruim 2 mantelzorgers per zorgontvanger

Van de 55-plussers die in de afgelopen vier weken mantelzorg hebben ontvangen, kregen ruim vier op de tien deze zorg van één persoon en ruim een kwart van twee personen. Bij een op de vijf 55-plussers waren dit drie of vier mantelzorgers. De rest, zeven procent, ontving deze zorg van 5 tot 11 personen. Het gemiddelde aantal mantelzorgers bedroeg iets meer dan 2 personen. 55- tot 75-jarigen kregen met een gemiddelde van 1,8 iets minder verschillende mantelzorgers op bezoek dan 75-plussers (2,5).

3. Voorkeuren bij toekomstige zorgbehoefte

3.1 Hulp van bekenden of toch liever niet?

Meerderheid liever geen hulp van bekenden bij persoonlijke of medische verzorging

De overgrote meerderheid van de 55-plussers (ongeveer 90 procent) heeft in de afgelopen vier weken geen mantelzorg ontvangen. Maar gesteld dat zij in de toekomst wegens gezondheidsproblemen hulp nodig hebben, zou bij huishoudelijke taken (zoals schoonmaken en boodschappen doen) een vrijwel even groot deel prefereren dat een bekende dit op zich neemt (51 procent) dan dat iemand anders zoals een medewerker van de thuiszorg, een vrijwilliger of particuliere hulp dit doet (49 procent; zie tabel 3 in bijlage). Als het gaat om hulp bij persoonlijke verzorging zoals douchen en aankleden, verkiest een groter deel iemand buiten de kring van bekenden (60 procent). Bij medische verzorging zoals het toedienen van medicijnen of wondverzorging is dit 66 procent.

3.1.1 Voorkeur voor hulp van bekende of van iemand anders bij toekomstige zorgbehoefte, 2019
 Voorkeur voor hulp van een bekende (% )Voorkeur voor hulp van iemand anders, zoals medewerker thuiszorg, vrijwilliger of particuliere hulp (% )
Huishoudelijke taken50,849,2
Persoonlijke verzorging40,159,9
Medische verzorging34,565,5
Bron: Belevingen 2019

Hulp van een bekende: liefst partner of eigen kind

Van degenen die een voorkeur hebben voor hulp uit eigen kring, hebben de meesten het liefst dat de partner of een eigen kind dit zou doen (zie tabel 4 in bijlage). Hulp door de partner heeft daarbij wel duidelijk voorkeur boven hulp door een kind. Bij huishoudelijke taken prefereert 66 procent hulp door de partner en 22 procent hulp door een eigen kind. Bij de persoonlijke verzorging komt nog sterker naar voren dat deze hulp het liefst gekregen wordt van de partner (82 procent); minder vaak wordt een eigen kind genoemd (12 procent). Bij medische verzorging is dit respectievelijk 78 en 15 procent. Andere familieleden of vrienden genieten duidelijk minder vaak de voorkeur.

3.1.2 Voorkeur voor hulp van een bekende: van wie het liefst?, 2019
 Partner (% )Eigen kind (% )Stiefkind (% )Schoonkind (% )Kleinkind (% )Broer of zus (% )Schoonbroer of -zus (% )Ander familielid (% )Vriend of vriendin (% )Buurman of -vrouw (% )Iemand anders (% )
Huishoudelijke taken66,321,90,10,70,43,10,30,93,41,41,6
Persoonlijke verzorging82,212,40,10,40,11,90,10,31,60,40,6
Medische verzorging78,314,60,10,50,22,10,20,31,60,91,0
Bron: Belevingen 2019


Een groot deel, variërend van bijna de helft bij huishoudelijke hulp tot 60 procent en meer bij persoonlijke verzorging en medische verzorging, krijgt liever geen hulp uit de eigen omgeving maar van iemand anders, zoals een medewerker van de thuiszorg, vrijwilliger of particuliere hulp. Wat is de reden hiervoor? (meerdere redenen mochten genoemd worden; zie tabel 5 in bijlage). Bij huishoudelijke taken zegt het grootste deel – bijna twee derde – dat ze de bekenden in hun omgeving niet tot last willen zijn. Daarnaast zegt 29 procent van de 55-plussers dat professionele hulp beter is, en 13 procent vindt het niet prettig om deze hulp van bekenden te krijgen. Bij persoonlijke verzorging is het beeld iets anders. Hier geven verhoudingsgewijs meer 55-plussers aan dat professionele hulp beter is (44 procent) of dat ze het niet prettig vinden als bekenden deze hulp zouden geven (25 procent). Bij medische verzorging is duidelijk de meest genoemde reden dat een professionele hulp dit beter kan (69 procent).

3.1.3 Redenen waarom liever geen hulp van een bekende, 20191)
 Niet prettig om deze hulp van bekenden uit mijn omgeving te krijgen (% )Wil bekenden uit mijn omgeving niet tot last zijn (% )Professionele hulp kan dit beter (% )Andere reden (% )
Huishoudelijke taken12,764,429,112,5
Persoonlijke verzorging25,247,544,46,6
Medische verzorging11,134,168,73,6
1) Bij iedere hulpsoort waren meerdere antwoorden mogelijk. Bron: Belevingen 2019


Een deel van de 55-plussers geeft aan een andere reden te hebben om liever geen hulp uit de eigen omgeving te krijgen. Bij huishoudelijke taken is dit deel met 12 procent hoger dan bij persoonlijke verzorging (7 procent) en bij medische verzorging (4 procent). Andere redenen zijn onder meer dat ze geen contacten hebben die ze zouden kunnen vragen, dat de bekenden zelf te oud zijn, dat familieleden te ver weg wonen en dat de afstand een probleem is, en dat anderen betaald werk en het te druk hebben.

3.2 Voorkeur hulp door bekende of door iemand anders verschilt tussen bevolkingsgroepen

Bij een toekomstige zorgbehoefte zijn er tussen bevolkingsgroepen duidelijke verschillen in de voorkeur voor hulp door een bekende of hulp door iemand anders zoals een medewerker van de thuiszorg, vrijwilliger of particuliere hulp (zie tabel 3 in bijlage). Ook de personen van wie het liefst hulp ontvangen wordt (tabel 4 in bijlage) en de redenen om liever geen hulp van bekenden te ontvangen (tabel 5 in bijlage) verschillen tussen bevolkingsgroepen.

Mannen prefereren vaker hulp van bekende dan vrouwen

Waar mannen in geval van een toekomstige zorgbehoefte vaker een voorkeur hebben voor een bekende om te helpen, krijgen vrouwen deze hulp wat liever van iemand buiten de eigen omgeving. Dit geldt voor alle drie de hulpsoorten, maar het verschil is het grootst bij medische verzorging.
Wanneer de voorkeur uitgaat naar een bekende, willen mannen vaker dan vrouwen het liefst hulp van hun partner ontvangen. Vrouwen verkiezen wat vaker dat een eigen kind deze hulp op zich neemt. Hierbij speelt mee dat vrouwen vaker geen partner (meer) hebben dan mannen.
De redenen om niet voor hulp uit de omgeving maar voor hulp van iemand anders te kiezen verschillen ook tussen mannen en vrouwen. Zo zeggen mannen vaker dan vrouwen dat een professionele hulp beter in staat is om te helpen met huishoudelijke taken, persoonlijke verzorging en medische verzorging. Voor vrouwen is bij huishoudelijke taken vooral vaker de reden dat zij anderen niet tot last willen zijn.

75-plussers staan minder open voor hulp van bekenden dan 55- tot 75-jarigen

Mocht er een zorgbehoefte ontstaan dan geven 55- tot 75-jarigen wat vaker de voorkeur aan hulp van een bekende dan 75-plussers. Zo kiest bij persoonlijke verzorging 42 procent van de 55- tot 75-jarigen voor hulp uit eigen kring, tegen 32 procent van de 75-plussers. Deze laatsten verkiezen doorgaans wat vaker professionele zorg. Dat 75-plussers minder vaak dan 55- tot 75-jarigen een partner hebben die deze hulp op zich kan nemen, speelt hierbij mee.

3.2.1 Voorkeur bij toekomstige zorgbehoefte naar leeftijd, 2019
   Voorkeur voor hulp van een bekende (% )Voorkeur voor hulp van iemand anders, zoals medewerker thuiszorg, vrijwilliger of particuliere hulp (% )
Huishoudelijke taken55- tot 75-jarigen52,048,0
Huishoudelijke taken75-plussers46,153,9
Persoonlijke verzorging55- tot 75-jarigen42,058,0
Persoonlijke verzorging75-plussers32,567,5
Medische verzorging55- tot 75-jarigen35,764,3
Medische verzorging75-plussers29,770,3
Bron: Belevingen 2019


Binnen de groep die bij een zorgbehoefte hulp zou willen krijgen van een bekende, zeggen 55- tot 75-jarigen vaker dan 75-plussers dat zij deze hulp het liefst zouden krijgen van hun partner (zie tabel 4 in bijlage). 75-plussers noemen dan relatief vaak een eigen kind. Ook hier speelt het feit dat 75-plussers minder vaak een partner hebben een rol. Het niet prettig vinden om hulp van bekenden te krijgen en bekenden niet tot last willen zijn, zijn voor 55- tot 75-jarigen vaker redenen om geen hulp van bekenden te willen dan voor 75-plussers. 75-plussers geven vaker een andere reden (zie tabel 5 in bijlage).

Personen met niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker voorkeur voor hulp door bekende

Bij een toekomstige zorgbehoefte willen personen met een niet-westerse migratieachtergrond vaker dan personen met een westerse of Nederlandse achtergrond dat een bekende hen zorg verleent. Bij medische verzorging wordt dit verschil mede verklaard door het feit dat personen met een niet-westerse migratieachtergrond door hun lagere gemiddelde leeftijd oververtegenwoordigd zijn onder de 55- tot 75-jarigen. Deze groep is naar verhouding wat vaker voorstander van het ontvangen van hulp van bekenden (zie tabel 3 in bijlage). Vanwege het beperkte aantal waarnemingen van personen met een niet-westerse migratieachtergrond is het niet mogelijk om verdere verschillen in zorgbehoefte naar migratieachtergrond in kaart te brengen.

Voorkeur voor zorg van bekende verschilt weinig naar welvaart

Bij persoonlijke of medische verzorging geven personen in huishoudens met de laagste welvaart naar verhouding iets vaker aan deze hulp liever niet van een bekende te ontvangen. Hier speelt mee dat deze personen doorgaans wat minder vaak een partner hebben. De overige welvaartsgroepen verschillen niet van elkaar.
Van degenen die wel graag hulp van een bekende zouden ontvangen, zou het grootste deel van de mensen in huishoudens met de hoogste welvaart deze hulp het liefst van hun partner krijgen. Personen in de laagste welvaartsgroep verkiezen hiervoor naar verhouding vaak een eigen kind. Ook hier speelt deels mee dat zij minder vaak een partner hebben.
Bekenden niet tot last willen zijn, is voor personen in huishoudens met veel welvaart vaker een reden om geen hulp van bekenden te willen ontvangen dan voor personen in minder welvarende huishoudens. In het geval van persoonlijke verzorging zeggen personen in de hoogste welvaartsgroep ook vaker dat ze het niet prettig vinden om hulp uit hun omgeving te krijgen. Personen in de minder welvarende huishoudens geven naar verhouding vaak een andere reden waarom ze liever geen hulp van bekenden willen ontvangen.

Mensen met een partner en/of kinderen prefereren vaker hulp van bekenden

Personen met een partner en/of kinderen staan vaker open voor hulp van bekenden als zij in de toekomst hulp nodig hebben dan personen zonder partner en/of kinderen. Het belang van een partner is het grootst wanneer het gaat om persoonlijke en medische verzorging. Bij persoonlijke verzorging zou bijna de helft (47 procent) van de personen met partner hulp van bekenden willen, tegen 19 procent van de personen zonder partner. De verschillen tussen mensen met en zonder kinderen zijn voor de drie hulpsoorten vergelijkbaar.

3.2.2 Voorkeur bij toekomstige zorgbehoefte naar aanwezigheid partner, 2019
   Voorkeur voor hulp van een bekende (% )Voorkeur voor hulp van iemand anders, zoals medewerker thuiszorg, vrijwilliger of particuliere hulp (% )
Huishoudelijke takenGeen partner39,460,6
Huishoudelijke takenPartner54,545,5
Persoonlijke verzorgingGeen partner19,180,9
Persoonlijke verzorgingPartner46,853,2
Medische verzorgingGeen partner18,481,6
Medische verzorgingPartner39,760,3
Bron: Belevingen 2019

Van degenen met een partner die bij een toekomstige zorgbehoefte liever hulp uit de eigen omgeving willen hebben, zou in geval van huishoudelijke taken 82 procent liefst hulp van die eigen partner krijgen (zie tabel 4 in bijlage). Dit aandeel ligt bij persoonlijke verzorging en medische verzorging met achtereenvolgens 93 en 90 procent nog hoger.
Wanneer gekeken wordt naar de groep met kinderen, zou een kwart van hen bij huishoudelijke taken het liefst geholpen worden door de eigen kinderen; bij persoonlijke verzorging is dat 14 procent en bij medische verzorging 16 procent.
Als mensen geen partner of eigen kinderen hebben, maar toch graag hulp uit de eigen omgeving ontvangen, wil het grootste deel die hulp het liefst van broers of zussen of van vrienden krijgen.

Dat een professional beter is in het geven van bepaalde hulp, is voor personen met een partner vaker reden om geen hulp van een bekende te willen dan voor personen zonder partner. Personen zonder kinderen geven vaker aan hulp van bekenden niet prettig te vinden dan personen met kinderen. Bij persoonlijke verzorging is niemand tot last willen zijn voor personen met kinderen vaker reden om geen hulp van bekenden te willen dan voor personen zonder kinderen. De afstand tot het dichtstbijzijnd wonende kind is hierbij van belang.
Het hebben van kinderen is van belang, maar dus ook de afstand tot deze kinderen. Naarmate het dichtstbijzijnd wonende kind verder weg woont, zeggen personen vaker liever hulp te krijgen van een professional dan van een bekende. Binnen de groep die de voorkeur uitspreekt voor hulp van een bekende, zeggen personen van wie het dichtstbijzijnd wonende kind ver weg woont duidelijk minder vaak dat zij het liefst hulp zouden krijgen van een eigen kind dan personen van wie een kind dichterbij woont.


4. Conclusie

Mantelzorg is een belangrijk onderdeel van de zorgverlening in de vergrijzende Nederlandse samenleving (Kooiker et al, 2019). Mantelzorg is gericht op ondersteuning van mensen met gezondheidsbeperkingen. Deze zorg is onbetaald, onverplicht en gebeurt niet door een organisatie. Volgens de Gezondheidsenquête 2019 ontvangt 10 procent van de 55-plussers in Nederland mantelzorg. Met het vorderen van de leeftijd neemt het percentage mantelzorgontvangers toe tot bijna een kwart van de 75-plussers. Onder vrouwen bevinden zich bijna dubbel zoveel mantelzorgontvangers als onder mannen.

Mantelzorg wordt vaak ontvangen in de vorm van hulp in het huishouden of begeleiding en/of vervoer bij bezoek aan bijvoorbeeld familie of arts. Ook gaat het geregeld om hulp bij het regelen van geldzaken of andere administratieve zaken, troost en gezelschap, of hulp bij klusjes in en om het huis. Minder vaak gaat het bij mantelzorg om hulp bij het bereiden van maaltijden, persoonlijke verzorging of medische verzorging.
De mantelzorg wordt door een grote meerderheid als prettig of zeer prettig ervaren. Degenen die het niet prettig vinden om bepaalde zorg van bekenden te krijgen geven hiervoor vooral als reden dat ze het niet fijn vinden om afhankelijk te zijn van anderen, dat ze anderen niet willen belasten of dat ze niet graag om hulp vragen.

De overgrote meerderheid van de 55-plussers (ongeveer 90 procent) heeft in de afgelopen vier weken geen mantelzorg ontvangen. Mochten zij in de toekomst vanwege hun gezondheid toch hulp nodig hebben, dan verschilt hun houding ten aanzien van mantelzorg naar het soort zorg dat ze nodig hebben. In geval van huishoudelijke taken zoals schoonmaken en boodschappen doen, zou de helft voorkeur geven aan hulp van een bekende. Bij persoonlijke verzorging neemt de voorkeur voor een bekend iemand af tot 40 procent en bij medische verzorging tot een derde. Het merendeel ziet dan liever dat iemand anders dit doet, zoals een medewerker van de thuiszorg, een vrijwilliger of particuliere hulp.
Indien de voorkeur bij een toekomstige zorgbehoefte uitgaat naar hulp van een bekende, dan zegt het grootste deel deze hulp het liefst te ontvangen van de partner. Op de tweede plek, op ruime afstand, bestaat voorkeur voor een eigen kind. Andere familieleden of vrienden worden slechts sporadisch genoemd.
Diverse bevolkingsgroepen onderscheiden zich in hun voorkeuren bij een toekomstige zorgbehoefte. Zo geven mannen en 55- tot 75-jarigen vaker de voorkeur aan hulp van een bekende dan vrouwen en 75-plussers. Ook zeggen ze vaker deze hulp het liefst van hun partner te ontvangen. Dat vrouwen en 75-plussers vaker geen partner (meer) hebben speelt hierbij een rol. De redenen om liever geen hulp van bekenden te ontvangen maar van iemand anders zoals een thuiszorgmedewerker of vrijwilliger, lopen uiteen. In het geval van hulp bij huishoudelijke taken is de belangrijkste reden dat ze bekenden niet tot last willen zijn. Bij persoonlijke verzorging en vooral bij medische verzorging wordt vaker genoemd dat een professional de desbetreffende hulp beter kan geven. Bij persoonlijke verzorging wordt ook relatief vaak aangegeven dat het niet prettig is om deze hulp van bekenden te krijgen.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau schat dat bij de 75-plussers tussen 2018 en 2040 het aantal mantelzorgontvangers met ongeveer 70 procent zal toenemen tot 390 duizend, en er een grotere discrepantie zal ontstaan tussen de gevers en de ontvangers van mantelzorg (Kooiker, et al., 2019). Beleidsgerichte maatregelen zijn nodig, terwijl ontwikkelingen en prognoses omgeven zijn door tal van onzekere factoren. De wensen van toekomstige ouderen zoals beschreven in dit artikel kunnen daarbij van nut zijn.

Referenties

CBS (2016). Een op zeven mantelzorgers vindt zichzelf zwaarbelast.

CBS (2019). Gezondheidsenquête vanaf 2014.

CBS StatLine (2020a). Leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek; persoonskenmerken. Geraadpleegd op 12 mei 2020.

CBS StatLine (2020b). Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken. Geraadpleegd op 12 mei 2020.

Kooiker, S., A. de Jong, D. Verbeek-0udijk, A. de Boer (2019). Toekomstverkenning mantelzorg aan ouderen in 2040. Een verkenning van de regionale ontwikkelingen voor de komende 20 jaar. Den Haag: SCP.

Klerk, M., de, D. Verbeek-Oudijk, I. Plaisier en M. den Draak (2019). Zorgen voor thuiswonende ouderen. Kennissynthese over de zorg voor zelfstandig wonende 75-plussers, knelpunten en toekomstige ontwikkelingen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Rijksoverheid (2019). Mantelzorg. Den Haag.

Van den Brakel, M. en K. Gidding (2019). Hoe is de financiële welvaart verdeeld? Statistische Trends.

Technische toelichting

Gegevensbronnen

Gezondheidsenquête

De Gezondheidsenquête van het CBS (CBS, 2019) is een jaarlijkse enquête die wordt gehouden onder ongeveer 9 500 respondenten vanaf 0 jaar, woonachtig in particuliere huishoudens. Voor de gebruikte cijfers in dit artikel zijn respondenten van 55 jaar of ouder geselecteerd. Het doel van de Gezondheidsenquête is een zo volledig mogelijk overzicht te geven van (ontwikkelingen in) gezondheid, medische contacten, leefstijl en preventief gedrag van de bevolking in Nederland. De dataverzameling gebeurt via internet (CAWI) en via face-to-face interviews bij mensen thuis (CAPI).

Belevingen

Het onderzoek Belevingen is van half februari tot en met juni 2019 uitgevoerd door het CBS. Doel van dit onderzoek is om aan de hand van opvattingen, percepties en meningen van inwoners van Nederland een beter beeld te krijgen van gevoelens en standpunten in de samenleving. De inhoud van Belevingen verandert jaarlijks. In 2019 was het onderzoek gericht op 55-plussers, waarbij thema’s als langer thuiswonen, het ontvangen van mantelzorg, mobiliteit en welzijn aan bod kwamen.

Het onderzoek Belevingen heeft net als de Gezondheidsenquête een mixed-mode ondezoeksdesign. Steekproefpersonen zijn eerst gevraagd om de vragenlijst via internet (CAWI) in te vullen. Een deel van de personen die niet via CAWI hebben gerespondeerd, is vervolgens door interviewers telefonisch (CATI) of aan huis (CAPI) benaderd met het verzoek alsnog deel te nemen. Hierbij zijn de interviewmethoden CATI en CAPI doelgroepgericht ingezet: CAWI-nonrespondenten in groepen met relatief goede deelname via CAWI zijn minder of niet voor CATI of CAPI benaderd, en CAWI-nonrespondenten in groepen met minder deelname via CAWI zijn juist vaker door een CATI of CAPI-interviewer benaderd. Daardoor is de ongewogen respons al een betere weerspiegeling van de doelpopulatie, en hoeft de weging minder te corrigeren.
In totaal namen 3 885 personen van 55 jaar en ouder deel aan Belevingen 2019. De respons bedroeg 55 procent. Personen die behoorden tot de institutionele bevolking (dat wil zeggen bewoners van verpleeg- en verzorgingstehuizen, gevangenissen en instellingen voor geestelijk gezondheidszorg) zijn niet voor het onderzoek benaderd.

Vraagstellingen

Gezondheidsenquête 2019

De gebruikte vraagstellingen uit de gezondheidsenquête zijn te vinden via: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/aanvullende-onderzoeksbeschrijvingen/vragenlijsten-gezondheidsenquete-vanaf-2014

Belevingen

De volgende intro ging vooraf aan de vragen over mantelzorg krijgen:
Mantelzorg is de zorg die iemand krijgt die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg wordt gegeven door bekenden uit zijn of haar omgeving, zoals de partner, ouders, kinderen, buren of vrienden. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, verzorgen van vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorgers worden niet betaald, maar kunnen wel een vergoeding krijgen vanuit bijvoorbeeld de verzekering of gemeente.

De vragen luidden als volgt:
- Heeft u in de afgelopen 4 weken mantelzorg gekregen?

Mantelzorgontvangers

- Indien mantelzorg gekregen: Waaruit bestond deze zorg in de afgelopen 4 weken? (meerdere antwoorden mogelijk)
• Hulp bij het huishouden, zoals schoonmaken, de was doen of boodschappen doen
• Klaarmaken van maaltijden
• Hulp bij de persoonlijke verzorging, zoals wassen en aankleden
• Hulp bij medische verzorging, zoals het klaarzetten of toedienen van medicijnen en wondverzorging
• Gezelschap, troost of afleiding
• Begeleiding en/of vervoer zoals bij bezoek aan arts of familie
• Het regelen van geldzaken of andere administratieve zaken
• Hulp bij klusjes in huis en tuin
• Andere zaken

- Voor de zorgvormen die ontvangen zijn: In welke mate vindt u het prettig of onprettig om de volgende vorm(en) van zorg van een bekende uit uw omgeving te krijgen?
1. Heel prettig
2. Prettig
3. Niet prettig, niet onprettig
4. Onprettig
5. Heel onprettig

- Indien de respondent aangaf het (heel) onprettig te vinden om bepaalde zorg van bekenden te krijgen: Kunt u toelichten waarom u het (heel) onprettig vindt om deze vorm van zorg (of bepaalde vormen van zorg) van een bekende uit uw omgeving te krijgen?
- Van hoeveel personen heeft u in de afgelopen 4 weken mantelzorg gekregen?
- De volgende vraag ging over de persoon van wie de respondent de meeste zorg had gekregen in de afgelopen 4 weken: Wat is de relatie van deze persoon tot u?
1. Partner of echtgeno(o)t(e)
2. Eigen zoon of dochter
3. Stiefzoon of -dochter
4. Schoonzoon of -dochter
5. Kleinzoon of -dochter
6. Broer of zus
7. Schoonbroer of -zus
8. Een ander familielid
9. Een vriend
10. Een buurman of buurvrouw
11. Een vrijwilliger
12. Iemand anders
- De volgende vraag ging over de persoon van wie de respondent daarna de meeste zorg had gekregen in de afgelopen 4 weken: Wat is de relatie van deze persoon tot u?
- De volgende vraag ging over de persoon van wie de respondent daarna de meeste zorg had gekregen in de afgelopen 4 weken: Wat is de relatie van deze persoon tot u?

Personen die geen mantelzorg ontvangen

Degenen die aangaven geen mantelzorg te hebben gekregen in de afgelopen 4 weken kregen de volgende vragen:
- Stel u heeft in de toekomst vanwege uw gezondheid hulp nodig bij huishoudelijke taken, zoals schoonmaken of boodschappen doen. Van wie zou u deze hulp dan liever willen krijgen?
1. Van een bekende uit uw omgeving, zoals partner, ouders, kinderen, buren of vrienden
2. Van iemand anders, zoals een medewerker van de thuiszorg, een vrijwilliger of particuliere
- Indien de voorkeur uitgaat naar een bekende: Van wie zou u deze hulp dan het liefst willen krijgen?
1. Partner of echtgeno(o)t(e)
2. Eigen zoon of dochter
3. Stiefzoon of -dochter
4. Schoonzoon of -dochter
5. Kleinzoon of -dochter
6. Broer of zus
7. Schoonbroer of -zus
8. Een ander familielid
9. Een vriend
10. Een buurman of buurvrouw
11. Een vrijwilliger
12. Iemand anders
- Indien de voorkeur uitgaat naar iemand anders: Om welke reden(en) krijgt u deze hulp liever niet van een bekende uit uw omgeving? (Meerdere antwoorden mogelijk)
1. Ik vind het niet prettig om deze hulp van bekenden uit mijn omgeving te krijgen
2. Ik wil bekenden uit mijn omgeving niet tot last zijn
3. Ik denk dat een professionele hulp dit beter kan
4. Andere reden

Vergelijkbare vragen zijn gesteld voor de volgende situaties:
- Stel u heeft in de toekomst vanwege uw gezondheid hulp nodig bij uw persoonlijke verzorging, zoals douchen en aankleden. Van wie zou u deze hulp dan liever willen krijgen?
- Stel u heeft in de toekomst vanwege uw gezondheid hulp nodig bij medische verzorging, zoals het toedienen van medicijnen of wondverzorging. Van wie zou u deze hulp dan liever willen krijgen?

Achtergrondkenmerken

Leeftijdsgroepen zijn afgeleid door de leeftijd op het moment van de enquête te nemen. Verder is op basis van enquêtegegevens onderscheid gemaakt tussen mensen die een partner hebben en mensen die geen partner hebben. Tevens is op deze wijze vastgesteld of mensen kinderen hebben.

De afstand tot het dichtstbijzijnd wondende kind is bepaald met behulp van de Basisregistratie Personen. Informatie over het eigen geboorteland en dat van de ouders, eveneens uit de Basisregistratie Personen, is gebruikt voor het vaststellen van de migratieachtergrond.
Vanwege de kleine aantallen is alleen onderverdeeld naar mensen met een Nederlandse achtergrond, met een westerse en met een niet-westerse achtergrond.

De financiële welvaartsmaat voor huishoudens bevat informatie over zowel het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen als het vermogen van huishoudens. De rangschikkingen van huishoudens naar hoogte van het inkomen en van het vermogen zijn hierbij het uitgangspunt. De welvaart van een huishouden is vastgesteld als de som van het cumulatieve aandeel in het totale inkomen van alle huishoudens en het cumulatieve aandeel in het totale vermogen. Nadere uitleg en een voorbeeld is te vinden in het artikel van Van den Brakel en Gidding (2019). De financiële welvaart is ingedeeld in kwartielen, waarbij het eerste kwartiel de 25 procent huishoudens met de laagste financiële welvaart omvat en het vierde kwartiel de 25 procent huishoudens met de hoogste financiële welvaart.

Methode

Daar middel van bivariate analyses is nagegaan of geslacht, migratieachtergrond, welvaart van het huishouden en de aanwezigheid van een partner en kinderen van belang zijn voor de opvattingen ten aanzien van mantelzorg.

In sommige gevallen bestaat er een samenhang tussen deze kenmerken. Zo is er een verband tussen leeftijd en de aanwezigheid van een partner (hoe ouder des te groter de kans dat er geen partner (meer) is). In meervoudige analyses is gekeken of de verschillen die in de bivariate analyses zijn gevonden, sterk gereduceerd worden of wegvallen wanneer gecorrigeerd wordt voor deze samenhangen tussen de kenmerken. Wanneer dit het geval is wordt dit vermeld. Alle verschillen die vermeld worden zijn statistisch significant (p < 0,05).

Tabellenbijlage

1. Ervaringen van mantelzorgontvangers met de desbetreffende hulpsoort (in %), 2019
(Heel) prettigNiet prettig, niet onprettig(Heel) onprettig
Hulp bij klusjes in huis en tuin89,15,55,4
Regelen van geldzaken of andere administratieve zaken88,06,75,4
Begeleiding en/of vervoer87,48,54,1
Gezelschap, troost of afleiding87,410,12,5
Klaarmaken van maaltijden81,512,06,5
Hulp bij het huishouden78,612,98,5
Hulp bij de persoonlijke verzorging...
Hulp bij de medische verzorging...

. : te weinig waarnemingen
Bron: Belevingen 2019



2. Van wie mantelzorg ontvangen in afgelopen 4 weken (maximaal 3 personen), 2019
Partner of echtgenoot (%)Eigen kind (%)Stiefkind (%)Schoonkind (%)Kleinkind (%)Broer of zus (%)Schoonbroer of -zus (%)Ander familielid (%)Vriend (%)Buurman of -vrouw (%)Anders (%)
Totaal35,446,31,711,75,26,51,32,87,78,615,4
Geslacht: man48,629,70,912,93,34,70,00,911,66,315,5
Geslacht: vrouw29,553,82,111,26,17,41,93,66,09,715,3
Leeftijd: 55 tot 75 jaar53,425,62,66,51,38,92,40,711,39,714,2
Leeftijd: 75 jaar of ouder22,960,71,115,48,04,90,54,25,27,916,2
Bron: Belevingen 2019

3. Voorkeur voor hulp van een bekende of van iemand anders bij een toekomstige zorgbehoefte, 2019*
Hulp bij huishoudelijke takenHulp bij huishoudelijke takenHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij medische verzorgingHulp bij medische verzorging
Van een bekende (%)Van iemand anders (%)Van een bekende (%)Van iemand anders (%)Van een bekende (%)Van iemand anders (%)
Totaal50,849,240,159,934,565,5
Geslacht: man55,144,944,855,241,858,2
Geslacht: vrouw46,553,535,564,527,272,8
Leeftijd: 55 tot 75 jaar52,048,042,058,035,764,3
Leeftijd: 75 jaar of ouder46,153,932,567,529,770,3
Herkomst: Nederlandse achtergrond50,549,539,061,033,866,2
Herkomst: westerse migratieachtergrond48,052,041,458,636,163,9
Herkomst: niet-westerse migratieachtergrond58,641,453,346,741,158,9
Onderwijsniveau: Laag52,647,440,559,534,066,0
Onderwijsniveau: Middelbaar53,047,041,358,735,664,4
Onderwijsniveau: Hoog44,655,437,462,632,867,2
Welvaart huishouden: Eerste 25 procent (lage welvaart)47,352,733,766,328,072,0
Welvaart huishouden: Tweede 25 procent56,143,944,056,035,964,1
Welvaart huishouden: Derde 25 procent50,449,641,158,933,666,4
Welvaart huishouden: Vierde 25 procent (hoge welvaart)49,550,539,960,136,863,2
Partner: Geen39,460,619,180,918,481,6
Partner: Wel54,545,546,853,239,760,3
Kinderen: Geen39,061,028,771,324,975,1
Kinderen: Wel53,047,042,357,736,363,7
Kind woont dichtbij: Eerste 20 procent59,740,350,549,543,156,9
Afstand dichtsbijzijnd wonende kind: Tweede 20 procent53,047,042,557,535,964,1
Afstand dichtsbijzijnd wonende kind: Derde 20 procent52,947,139,460,635,464,6
Afstand dichtsbijzijnd wonende kind: Vierde 20 procent51,848,238,661,433,766,3
Kind woont ver weg: Vijfde 20 procent46,553,537,962,131,668,4
* Het gaat hier om 55-plussers die in de 4 weken voorafgaand aan de enquête geen mantelzorg hebben ontvangen
Bron: Belevingen 2019

4. Van wie het liefste hulp ontvangen bij een toekomstige zorgbehoefte, 2019*
Hulp bij huishoudelijke takenHulp bij huishoudelijke takenhulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij medische verzorgingHulp bij medische verzorging
Van partner (%)Van eigen kind (%)Van partner (%)Van eigen kind (%)Van partner (%)Van eigen kind (%)
Totaal66,321,982,212,478,314,6
Geslacht: man71,017,887,38,384,49,1
Geslacht: vrouw60,826,775,817,668,923,0
Leeftijd: 55 tot 75 jaar69,919,584,210,779,713,5
Leeftijd: 75 jaar of ouder50,232,571,921,471,419,7
Onderwijsniveau: Laag59,827,277,216,573,917,1
Onderwijsniveau: Middelbaar68,720,084,89,581,312,0
Onderwijsniveau: Hoog74,815,187,98,381,912,3
Welvaart huishouden: Eerste 25 procent (lage welvaart)38,840,854,834,251,632,7
Welvaart huishouden: Tweede 25 procent62,024,776,215,474,517,8
Welvaart huishouden: Derde 25 procent69,620,986,110,080,114,3
Welvaart huishouden: Vierde 25 procent (hoge welvaart)78,012,892,94,388,27,0
Partner: Geen0,058,20,063,40,058,7
Partner: Wel81,713,592,75,989,78,1
Kinderen: Geen58,90,079,90,072,80,0
Kinderen: Wel67,324,982,414,079,016,5
Kind woont nabij: Eerste 20 procent66,627,879,817,175,920,9
Afstand tot dichtsbijzijnd wonende kind: Tweede 20 procent65,028,182,913,177,217,3
Afstand tot dichtsbijzijnd wonende kind: Derde 20 procent62,431,378,517,678,118,4
Afstand tot dichtsbijzijnd wonende kind: Vierde 20 procent69,023,082,914,481,515,2
Kind woont ver weg:Vijfde 20 procent75,111,787,66,383,47,3
* Het gaat hier om de 55-plussers die geen mantelzorg ontvangen, maar die wel openstaan voor hulp van bekenden mochten zij dit in de toekomst nodig hebben.
Bron: Belevingen 2019

5. Redenen om liever geen hulp van bekenden te ontvangen bij een toekomstige zorgbehoefte, 2019*
Hulp bij huishoudelijke takenHulp bij huishoudelijke takenHulp bij huishoudelijke takenHulp bij huishoudelijke takenHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij persoonlijke verzorgingHulp bij medische verzorgingHulp bij medische verzorgingHulp bij medische verzorgingHulp bij medische verzorging
Hulp van bekenden niet prettig (%)Bekenden niet tot last zijn (%)Professionele hulp kan dit beter (%)Andere reden (%)Hulp van bekenden niet prettig (%)Bekenden niet tot last zijn (%)Professionele hulp kan dit beter (%)Andere reden (%)Hulp van bekenden niet prettig (%)Bekenden niet tot last zijn (%)Professionele hulp kan dit beter (%)Andere reden (%)
Totaal12,764,429,112,525,247,544,46,611,134,168,73,6
Geslacht: man14,260,838,210,125,847,048,35,710,534,071,43,6
Geslacht: vrouw11,567,321,714,424,647,941,27,311,634,266,63,6
Leeftijd: 55 tot 75 jaar13,967,528,610,827,149,743,35,011,634,469,82,8
Leeftijd: 75 jaar of ouder8,653,330,918,418,639,948,212,19,432,964,86,4
Onderwijsniveau: Laag10,359,632,612,719,644,146,27,28,832,767,04,3
Onderwijsniveau: Middelbaar12,165,226,712,226,947,842,85,512,134,669,22,8
Onderwijsniveau: Hoog16,270,127,312,431,252,543,96,813,536,569,83,7
Welvaart huishouden: Eerste 25 procent (lage welvaart)11,853,229,718,320,640,545,79,510,829,666,06,6
Welvaart huishouden: Tweede 25 procent10,952,534,416,822,343,447,09,89,932,969,15,2
Welvaart huishouden: Derde 25 procent12,468,328,910,225,450,144,35,59,935,769,42,1
Welvaart huishouden: Vierde 25 procent (hoge welvaart)14,372,226,49,528,850,942,54,413,035,769,02,5
Partner: Geen11,861,023,818,725,045,441,39,512,336,062,16,3
Partner: Wel13,165,831,49,825,348,546,05,210,633,371,62,4
Kinderen: Geen18,859,931,314,632,042,744,79,115,032,067,75,4
Kinderen: Wel11,265,528,512,023,648,644,46,010,334,668,93,2
Eerste 20 procent (kind woont nabij)13,470,531,29,028,451,141,91,98,435,772,30,8
Tweede 20 procent11,872,224,610,723,655,141,04,211,740,263,51,8
Derde 20 procent9,465,829,911,622,845,147,34,610,631,770,62,9
Vierde 20 procent9,764,529,912,019,347,348,48,810,736,367,94,4
Vijfde 20 procent (kind woont ver weg)13,157,626,815,624,745,343,49,610,029,370,05,4
* Het gaat hier om de 55-plussers die geen mantelzorg ontvangen en die liever geen hulp krijgen van bekenden mochten zij dit in de toekomst nodig hebben. Er waren meerdere antwoorden mogelijk.
Bron: Belevingen 2019