Auteur: Rik Schürmann, Janine van der Toorn en Lenny Stoeldraijer
Ontwikkelingen in sterfte in 2020 en 2021

1. Inleiding

Sinds de start van de coronapandemie heeft Nederland een aantal perioden gekend waarin sprake was van oversterfte: het aantal overledenen lag in die perioden significant hoger dan wat verwacht mocht worden op basis van sterftecijfers in de jaren vóór de pandemie.

Het CBS publiceert sinds het begin van de coronapandemie wekelijks sterftecijfers en maandelijks informatie over doodsoorzaken. In dit artikel wordt de oversterfte en de sterfte aan COVID-19 evenals andere doodsoorzaken beschreven, met name over 2020 en 2021. Hierbij wordt gebruik gemaakt van modelschattingen om een eerste beeld te krijgen van de meest recente periode van oversterfte in het najaar van 2021. De modellen zijn toegepast op onvolledige doodsoorzakengegevens uit oktober (92 procent dekking) en november 2021 (87 procent dekking). Vragen die in dit artikel centraal staan zijn 1) wat is de mate van oversterfte en hoeveel COVID-19-overledenen waren er in de perioden van oversterfte, 2) wat is de leeftijdsverdeling onder de sterfgevallen, 3) wat is de oversterfte en COVID-19-sterfte onder gebruikers van langdurige zorg en 4) of er meer of juist minder mensen overleden aan andere onderliggende doodsoorzaken dan COVID-19.

Op basis van de resultaten is op te maken dat, net als in andere golven van oversterfte, ook in de derde oversterftegolf, de sterfte door COVID-19 toeneemt. De doodsoorzaken op hoofdgroepen laten echter geen duidelijke verschuivingen zien in het najaar van 2021. De resultaten van dit artikel zijn beschrijvend van aard. Vervolgonderzoeken gaan helpen om oorzaken van oversterfte in kaart te brengen.

Leeswijzer

In paragraaf 2 wordt het verloop van de totale sterfte en de oversterfte in de periode 2020–2021 besproken. Paragraaf 3 laat vervolgens de verhouding zien tussen COVID-19-sterfte en de totale sterfte. Paragraaf 4 beschrijft de ontwikkeling van de sterfte onder mensen die gebruik maken van zorg in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz-zorggebruik). Paragraaf 5 bevat een uitsplitsing van de totale sterfte en COVID-19-sterfte naar een vijftal leeftijdsgroepen. Paragraaf 6 beschrijft de overledenen naar doodsoorzaak voor 2015 tot en met 2021, paragraaf 7 de ontwikkelingen van de onderliggende doodsoorzaken in de periode 2020–2021. Paragraaf 8 geeft een samenvatting van de trendmatige veranderingen in de doodsoorzaken tot en met 2020. De conclusies over de ontwikkelingen in de sterfte zijn opgenomen in paragraaf 9. Hier wordt ook beschreven wat de beperkingen zijn van dit onderzoek. Tenslotte is in paragraaf 10 toegelicht welke data er gebruikt zijn, wat de betekenis van gebruikte termen is, hoe de cijfers zijn berekend en welke methoden zijn toegepast.