Licht herstel biodiversiteit

De biodiversiteit in ons land is sinds 2006 licht hersteld. Zoogdieren worden minder bedreigd, de bedreiging van vogels en dagvlinders is niet verder toegenomen.

Mate van bedreiging van diergroepen
biodiversiteit-g1

Rode lijsten en biodiversiteit

Voor het beeld of het goed of slecht gaat met dieren en planten zijn er de Nationale Rode lijsten van bedreigde planten- en diersoorten. Deze Rode lijsten worden gebruikt om te toetsen of de beleidsdoelen over biodiversiteit worden gehaald. Als soorten op de Rode lijst staan, is dat een aanwijzing dat deze soorten uit Nederland dreigen te verdwijnen. In dat geval gaat het slechter met de biodiversiteit. Hoe minder soorten op die lijst staan of hoe minder zwaar hun bedreigingstatus is, hoe beter het gaat met de biodiversiteit.

Jaarlijkse Rode lijsten

Nationale Rode lijsten van bedreigde soorten worden slechts eens in de tien jaar vastgesteld door soortendeskundigen in samenwerking met het CBS. Door die lange tussenpozen zijn ze niet erg geschikt om de stand van de biodiversiteit te volgen. Om de bedreiging per soort vaker vast te stellen, heeft het CBS een methode ontwikkeld om jaarlijks het aantal bedreigde soorten en de zwaarte van hun bedreiging te bepalen. Deze nieuwe rekenmethode is voor het eerst toegepast op de gegevens van zoogdieren, broedvogels en dagvlinders tot en met 2012. De resultaten zijn gecombineerd in een indicator biodiversiteit. Deze indicator geeft de verandering van de totale bedreiging van soorten in Nederland aan.

Internationaal herstel

Het lichte herstel van de biodiversiteit komt overeen met bevindingen uit andere bronnen. Zo was al bekend dat ook het aantal bedreigde soorten libellen, sprinkhanen, mossen, korstmossen en hogere planten niet verder is toegenomen of zelfs is verminderd. Ook in België en Groot-Brittannië is de achteruitgang van een aantal planten- en diergroepen inmiddels afgeremd.

Lodewijk van Duuren

Bron:

Ontwikkeling bedreiging diersoorten, 1994-2012