Auteur: Irene Kuin, Eric Schulte Nordholt en Marieke de Vries

Volkstelling 2021: Nederland in vierkanten

Over deze publicatie

Volkstellingen zijn de oudste officiële statistieken van het CBS. Ze bieden een schat aan demografische en sociaaleconomische informatie. Ook over 2021 heeft het CBS weer een volkstelling gehouden, mede op verzoek van het Europese statistiekbureau Eurostat. In dit artikel worden de eerste resultaten van de Volkstelling 2021 besproken: de bevolking per vierkant van 1 bij 1 kilometer.
De publicatie van gegevens per vierkante kilometer vraagt om een geavanceerde beveiliging van de gegevens, zodat er geen gegevens over individuele personen worden onthuld. Dit artikel gaat in op de methode van beveiligen en tot slot worden de resultaten op het gebied van verhuizingen gepresenteerd. In welke gebieden woonden op 1 januari 2021 relatief veel mensen die daar een jaar eerder ook al woonden? En waar wonen relatief veel mensen die een jaar eerder nog elders in Nederland of in het buitenland woonden?

1. Inleiding

Sinds het einde van de 18e eeuw worden in Nederland volkstellingen gehouden. Sinds 1971 gebeurt dat elke tien jaar. Eind 2022 zijn de eerste uitkomsten van de Volkstelling 2021 opgeleverd. Dit artikel gaat over deze eerste oplevering.

Het eerste hoofdstuk van dit artikel gaat in op de historie van de Volkstelling. Vragen die hierin worden beantwoord, zijn onder andere hoe de Volkstelling is begonnen en welke ontwikkelingen sindsdien hebben plaatsgevonden.

Een belangrijke recente ontwikkeling is dat Eurostat binnen de Volkstelling een nieuwe regionale indeling heeft geïntroduceerd: bij deze eerste oplevering is geen gebruik gemaakt van gebruikelijke regionale indelingen, maar van vierkanten van 1 bij 1 kilometer. De publicatie van gegevens per vierkante kilometer vraagt om een geavanceerde beveiliging van de gegevens, zodat er geen gegevens over individuele personen worden onthuld. De nieuw ontwikkelde beveiligingsmethoden Targeted Record Swapping en de Cell Key Method komen in hoofdstuk 2 aan bod.

In hoofdstuk 3 worden enkele uitkomsten van de Volkstelling 2021 besproken, specifiek over het onderwerp verhuizingen. In welke gebieden woonden op 1 januari 2021 relatief veel mensen die daar een jaar eerder ook al woonden? En waar wonen relatief veel mensen die een jaar eerder nog elders in Nederland of in het buitenland woonden?

2. Historie

Volkstellingen zijn de oudste statistieken die we kennen. In China en Egypte werd ongeveer 3 000 jaar geleden de bevolking in kaart gebracht. Belangrijke redenen hiervoor waren om de militaire kracht en de fiscale mogelijkheden te inventariseren. Ook in het Romeinse Rijk vonden dergelijke inventarisaties plaats.

2.1 Volkstellingen in Nederland

De oudste integrale volkstelling in Nederland vond in 1795 plaats voor de verkiezingen in de toenmalige Bataafse Republiek. Toen werden 2,1 miljoen personen geteld, terwijl Nederland in 2021 bijna 17,5 miljoen inwoners had. Sinds Nederland aan het begin van de 19e eeuw een koninkrijk is geworden, zijn 19 volkstellingen gehouden. In 1899 werd het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) opgericht en nam de verantwoordelijkheid voor de Nederlandse volkstellingen over van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Ruwweg elke tien jaar ging het CBS een volkstelling organiseren.

Vanaf 1971 wordt in jaren eindigend op een ‘1’ een volkstelling gehouden. Dit is in alle EU-landen gedaan om de cijfers tussen deze Europese landen gemakkelijker te kunnen vergelijken. De Volkstelling 2021 is Europees verplicht gesteld op basis van de Europese Volkstellingswet (Europese Commissie, 2008) en zogenaamde implementatieverordeningen (Europese Commissie, 2017a, 2017b, 2017c en 2018) waarin de details zijn uitgewerkt.

2.1.1 Volkstelling te Amsterdam 1931

Aanvankelijk werd bij volkstellingen de bevolking van Nederland op traditionele wijze in kaart gebracht. Hiertoe werden vragenlijsten ontworpen en voor alle inwoners moesten gegevens worden genoteerd. Deelname aan volks- en woningtellingen was verplicht: inwoners die niet meededen konden een boete krijgen. In de meeste landen ter wereld is dat nog steeds zo.

2.1.2 Verwerking van de Volkstelling tot ponskaarten

sd

Bij de Nederlandse Volkstelling van 1971 was de automatisering voortgeschreden: de respons werd rechtstreeks op ponskaarten ingevoerd, waardoor de ingevulde vragenlijsten machinaal konden worden verwerkt. De Volkstelling van 1971 veroorzaakte echter veel protest.

De vrees voor aantasting van de privacy leidde onder meer tot de oprichting van het Comité Waakzaamheid Volkstelling. Bedacht moet worden dat de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen zat en dat Nederland in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog geen privacywetgeving kende. Terwijl er in 1960 maar twee weigeraars waren, weigerden in 1971 35 duizend mensen mee te werken en nog veel meer mensen gaven niet thuis. Het aantal weigeraars was een gering percentage van de bevolking. De Nederlandse regering besloot enkele jaren later uiteindelijk niet tot vervolging van de weigeraars over te gaan. Het was duidelijk dat in Nederland iets moest veranderen aan de opzet van de volkstelling. Hoewel een nieuwe traditionele telling in Nederland niet meer haalbaar was, bestond vanuit (lokaal) beleid en de onderzoekswereld wel veel belangstelling voor de resultaten van de volkstelling.

2.2 Naar nieuwe manieren om de bevolking in kaart te brengen

Het CBS heeft na de Volkstelling van 1971 gezocht naar alternatieve methoden om volkstellingsgegevens samen te stellen. Hoewel Nederland beschikt over een goede bevolkingsadministratie waarmee de omvang van de bevolking kan worden vastgesteld, zijn vele andere resultaten van volkstellingen niet uit die bron te halen. Denk hierbij aan gegevens over werk, beroep en opleidingsniveau. Om toch Nederlandse gegevens te kunnen vergelijken met die van andere Europese landen, zijn in het kader van de Europese Volkstellingen van 1981 en 1991 nationale tabellen samengesteld op basis van tellingen uit verschillende administratieve registraties (zoals het bevolkingsregister) en schattingen uit bestaande enquêtes. Hieraan is door het CBS weinig ruchtbaarheid gegeven (omdat er voor die twee jaren maar weinig regionaal detail beschikbaar was) en de oude Nederlandse Volkstellingswet die deelname verplicht stelde, is uiteindelijk in 1991 ingetrokken.

In de jaren ’90 van de vorige eeuw kwamen steeds meer registraties beschikbaar voor het samenstellen van de officiële statistiek. In de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Centrale Commissie voor de Statistiek van 1996 werd die toegang - en de mogelijkheid voor het CBS om registers onderling te koppelen - voor het eerst expliciet vermeld. Het CBS heeft toen een begin gemaakt met het opzetten van het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB), een uitgebreid stelsel van koppelbare registers en enquêtes. Onder strenge voorwaarden worden met gegevens uit het SSB over uiteenlopende onderwerpen statistieken gemaakt en wordt sociaalwetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Het SSB is vanaf de Volkstelling 2001 een belangrijke bron geworden voor het samenstellen van volkstellingstabellen in Nederland.

In de huidige Volkstellingsronde van 2021 zijn twee leveringen voorzien: eind 2022 moesten alle landen statistieken per vierkant van 1 bij 1 kilometer gereed hebben. De overige tabellen volgen uiterlijk eind maart 2024. Dit artikel gaat specifiek in op de resultaten van de eerste levering van Nederlandse vierkanten in het kader van de Europese Volkstelling 2021.

2.3 Beveiligingsvraagstukken bij volkstellingstabellen

De huidige Wet bescherming persoonsgegevens trad in 2001 in werking ter vervanging van de Wet persoonsregistratie uit 1989. Door alle veranderingen in de opzet van de volkstellingen in Nederland en het kader waarbinnen die activiteiten plaatsvinden, zijn problemen zoals die bij de Volkstelling van 1971 speelden, nu niet meer te verwachten. In 2018 is de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) in werking getreden en gelden voor alle EU-landen dezelfde strenge regels omtrent de privacy van personen.

Tot en met de Volkstelling 2001 was het detailniveau van de leveringen (op persoonsniveau) aan Eurostat betrekkelijk gering en speelden beveiligingsvraagstukken een ondergeschikte rol. Wel werd toen al gekeken naar de betrouwbaarheid van de op te leveren gegevens. Dit speelde vooral bij tabellen waar steekproefgegevens werden gebruikt.

In de Volkstelling 2011 werden voor het eerst zeer gedetailleerde tabellen gevraagd waarvan een deel van de cellen over een gering aantal personen ging. Hierdoor werd het steeds makkelijker om informatie van individuen te achterhalen. Het CBS beschermt de te publiceren cijfers tegen het onthullen van informatie van personen of bedrijven door middel van statistische beveiliging: cellen in een tabel die over een (te) klein aantal mensen gaan, worden onderdrukt of de cijfers worden afgerond waardoor het moeilijker wordt om bepaalde informatie met genoeg zekerheid terug te rekenen. Vanaf 2011 was het toepassen van statistische beveiliging van groter belang vanwege het grotere detailniveau van de tabellen.

Omdat statistische beveiliging met een zo beperkt mogelijk informatieverlies praktisch onmogelijk is voor dergelijke tabellen, is in de Nederlandse tabellenset van de Volkstelling 2011 een groot aantal cellen onderdrukt. Dit leidde weliswaar tot veilige tabellen, maar het informatieverlies was enorm. Bovendien leidde deze aanpak tot veel extra werk achteraf door tal van aanvullende vragen over wat nog wel zou kunnen worden geleverd. Een ander nadeel was dat de vergelijkbaarheid tussen gegevens van verschillende landen beperkt was, omdat vrijwel elk land op een andere manier de eigen gegevens had beveiligd. Het maken van Europese totalen was hierdoor nauwelijks mogelijk.

3. De gebruikte beveiligingsmethoden

De afgelopen jaren hebben CBS’ers samen met collega’s van zes andere Europese landen twee nieuwe beveiligingsmethoden en bijbehorende software ontwikkeld. Deze methoden en software zijn inmiddels de aanbevolen aanpak voor de statistische beveiliging van Europese Volkstellingstabellen. Bij beide methoden wordt ruis toegevoegd aan de data waardoor onderdrukking van celwaarden niet nodig is. Het toevoegen van ruis gebeurt op een zodanige wijze dat de resultaten niet heel sterk verschillen van de werkelijke resultaten, terwijl geen individuele gevoelige informatie wordt onthuld.

Eurostat beveelt aan om ruis toe te voegen aan de microdata van de Volkstelling 2021 door Targeted Record Swapping: het verwisselen (swappen) van de waarde van bepaalde variabelen in records. Vervolgens worden de gewenste tabellen samengesteld. Een andere aanbevolen beveiligingsmethode is om op macroniveau ruis toe te voegen aan de uitkomsten via de Cell Key Method, door celwaarden een klein beetje te veranderen (Giessing & Schulte Nordholt, 2017).

Voor de Volkstelling 2021 heeft Nederland gekozen voor een combinatie van bovengenoemde twee beveiligingsmethoden die elk op een ander niveau van de data worden toegepast. Het voordeel van deze combinatie van twee verschillende beveiligingsmethoden die ruis toevoegen, is dat de methoden dan niet zo streng hoeven worden ingezet als bij beveiliging met één methode.

3.1 Targeted Record Swapping

Targeted Record Swapping is een methode die wordt toegepast op de microdata. Op basis van bepaalde kenmerken worden bepaalde huishoudens aangemerkt als risicohuishouden: dit zijn huishoudens die een groter risico lopen op herkenning, omdat hun combinatie van kenmerken (bijvoorbeeld geboorteland of nationaliteit) relatief weinig voorkomt in hun regio.

Als een huishouden inderdaad een risicohuishouden is, merkt de beveiligingssoftware µ-argus dit als zodanig aan en zoekt een donorhuishouden dat aan twee eisen moet voldoen:

  1. Het donorhuishouden komt uit een andere geografische regio dan het risicohuishouden;
  2. Het donorhuishouden is op bepaalde kenmerken identiek aan het risicohuishouden.

De verzameling van kenmerken waaraan het donorhuishouden moet voldoen, heet ook wel het similarity profile, of wel het gelijkenisprofiel. Dit profiel kan bestaan uit kenmerken zoals huishoudensgrootte, huishoudenstype, of huishoudensinkomen. Voor de Volkstelling van 2021 is gekozen om alleen huishoudens te verwisselen als de huishoudensgrootte en het huishoudenstype gelijk is.

Als een geschikt donorhuishouden is gevonden, worden de geografische gegevens van de huishoudens verwisseld: de personen in het risicohuishouden verhuizen als het ware naar de locatie van het donorhuishouden, en andersom. Daarbij blijven de andere gegevens van beide huishoudens, en dus van de personen in de huishoudens, gelijk.

3.1.1 Voorbeeld van Targeted Record Swapping

Deze figuur geeft een voorbeeld van Targeted Record Swapping op een fictieve kaart. De kaart bevat gebieden met verschillende regionale niveaus. Dikke lijnen geven een hoger regionaal niveau aan dan dunne lijnen. Punten op de kaart vertegenwoordigen huishoudens, waarbij vergelijkbare huishoudens dezelfde kleur hebben.  Verwisselingen aangegeven met een solide pijl zijn niet toegestaan, omdat ze binnen hetzelfde gebied plaatsvinden of niet vergelijkbare huishoudens verwisselen. De gestreepte pijlen geven verwisselingen op het hoogste niveau aan en de gepunte lijnen een verwisseling op het meest gedetailleerde niveau.

Figuur 3.1.1 geeft een voorbeeld van Targeted Record Swapping op een fictieve kaart. Dikke lijnen geven een hoger regionaal niveau aan dan dunne lijnen. Punten op de kaart vertegenwoordigen huishoudens, waarbij vergelijkbare huishoudens dezelfde kleur hebben. Verwisselingen aangegeven met een solide pijl zijn niet toegestaan, omdat ze binnen hetzelfde gebied plaatsvinden of niet vergelijkbare huishoudens verwisselen. De gestreepte pijlen geven verwisselingen op het hoogste niveau aan en de gepunte lijn een verwisseling op het meest gedetailleerde niveau. (Schulte Nordholt & De Wolf, 2022)

Op elk regionaal niveau, van landsdeel tot gemeente, wordt bepaald welke huishoudens een risicohuishouden vormen. Dan worden per regionaal niveau huishoudens verwisseld, beginnende bij het hoogste niveau (landsdeel). Op het laagste regionale niveau (gemeente) worden indien nodig extra huishoudens verwisseld, totdat het percentage verwisselde huishoudens gelijk is aan een bepaalde swap rate, die van tevoren is ingesteld.

3.2 Cell Key Methode

De cell key methode is een methode die ruis toevoegt op de geaggregeerde data: een klein getal wordt opgeteld bij of afgetrokken van de waarde in de tabelcel, zodat er ruis komt op de echte waarde. Deze specifieke methode van ruis toevoegen heeft als voordeel dat tabellen consistent met elkaar zijn: als in twee tabellen een bepaalde cel uit dezelfde personen bestaat, wordt ook dezelfde ruis hieraan toegevoegd. (Estat, 2018a) (Estat, 2018b)

De procedure werkt door aan elk individu in het microbestand een sleutel toe te voegen, de zogenaamde record key. Bij het aggregeren van de data tot tabellen worden alle record keys van de personen in een bepaalde cel omgerekend naar een gezamenlijke cell key voor deze cel. Deze cell key correspondeert met een zogenaamde perturbatietabel: een tabel die voor elke combinatie van een celwaarde en cell key aangeeft hoeveel ruis er aan de cel moet worden toegevoegd. De perturbatietabel hangt af van de gekozen maximale afwijking en variantie van de ruis. (Meindl & Enderle, 2019)

De formule om van record keys naar een cell key te gaan is altijd hetzelfde, wat betekent dat als twee cellen in verschillende tabellen uit dezelfde individuen (met dezelfde record keys) bestaan, de cell key van de cellen ook hetzelfde is. Dit is ook wat zorgt voor de eerdergenoemde consistentie van tabellen.

Een nadeel van deze methode is dat de tabel niet meer additief is: de optelling van de getallen in een rij of kolom hoeft niet overeen te komen met het desbetreffende totaal, omdat dat totaal ook is aangepast met behulp van de cell key methode, maar dan op een andere manier dan de onderliggende getallen. Een voordeel van deze methode is dat de afwijking van de totalen meestal minder groot is: in plaats van het optellen van de ruis wordt er maar eenmalig ruis aan de aggregaten toegevoegd.

3.3 Impact op gepubliceerde cijfers

Het toevoegen van ruis is een bekende methode voor het beveiligen van data: hoe groter de afwijking tussen de ‘echte’ waarde en de waarde in de tabel, des te groter de onzekerheid over de informatie die je over een persoon afleidt. Om onthulling tegen te gaan en de data van inwoners van Nederland zo veilig mogelijk te houden, worden voor de Volkstelling van 2021 de twee bovengenoemde methoden gebruikt om de informatie te beveiligen. Toch is het belangrijk om niet te veel ruis aan de data toe te voegen, omdat anders analyses op basis van de data onbetrouwbaar worden.

De twee gekozen methoden hebben allebei een ander effect op de analyses. Als gekozen was voor het toepassen van maar een van beide methoden, zou deze methode strenger toegepast moeten worden om dezelfde mate van beveiliging te behalen. In het geval van de cell key methode zou de maximale afwijking bijvoorbeeld veel groter gekozen moeten worden dan nu het geval is. Daarom is gekozen voor een combinatie van beide methoden om zo efficiënt mogelijk de data te beveiligen. Gezien de afwijkingen in de gepubliceerde cijfers die de methodes opleveren, is de impact van beide methoden groot genoeg om tegen onthulling te waarborgen, maar niet zo groot dat het veel impact heeft op de betrouwbaarheid van de data.

4. Resultaten Volkstelling 2021: verhuizingen

Het CBS heeft Nederland verdeeld in bijna 42 duizend vierkanten van 1 bij 1 kilometer (Eurostat, 2019). Daarvan waren op 1 januari 2021 bijna 33 duizend vierkanten bewoond door in totaal bijna 17,5 miljoen mensen (CBS, 2022a). Voor elke vierkante kilometer heeft het CBS berekend hoeveel mensen er wonen, of het gaat om mannen of vrouwen, wat hun leeftijd en geboorteland is, hoeveel werkenden er wonen en of mensen in het afgelopen jaar verhuisd zijn.

Deze paragraaf gaat in op dat laatste thema: verhuizingen. In welke gebieden woonden op 1 januari 2021 relatief veel mensen die daar een jaar eerder ook al woonden? En waar wonen relatief veel mensen die een jaar eerder nog elders in Nederland of in het buitenland woonden?

4.1 Verhuizingen in Nederland

1 op de 10 mensen woonde een jaar eerder elders

Van de mensen die op 1 januari 2021 in Nederland woonden, woonde 89 procent een jaar eerder op hetzelfde adres, 9 procent verhuisde binnen Nederland en 1 procent verhuisde vanuit het buitenland naar een woning in Nederland.1) Deze aandelen zijn vergelijkbaar met de uitkomsten van de Volkstelling 2011.

Het aandeel inwoners dat in 2021 op eenzelfde plek woonde als een jaar eerder, was in Zeeland en in Noord-Nederland hoger dan het landelijk gemiddelde, en kleiner in de Randstad en West-Gelderland. Mensen die in 2020 vanuit het buitenland in Nederland kwamen wonen, vestigden zich vooral in of om Den Haag en Amsterdam. Rondom Den Haag gingen ze ook vaak wonen in de gemeenten Alphen aan de Rijn en Westland, en in de regio Amsterdam vooral in de gemeenten Haarlemmermeer, Haarlem en Zaanstad.

Deze figuur toont het percentage personen die op 1 januari 2021 in Nederland woonden, en in het voorafgaande jaar verhuisden vanuit het buitenland. Nederland is verdeeld in gekleurde vierkanten van elk een vierkante kilometer. De kleur van de vierkanten – van lichtblauw naar donkerblauw in vijf gradaties – geeft aan hoe hoog het percentage personen is dat verhuisde vanuit het buitenland

4.2 Buitenlandse verhuizingen vooral in centrum en zuiden van Maastricht

Niet alleen de Randstad is populair onder mensen die vanuit het buitenland naar Nederland verhuizen. Van de mensen die in 2020 vanuit het buitenland naar Nederland kwamen, ging ook een relatief groot deel in het zuidwesten van Limburg wonen. Zij verhuisden overwegend naar Maastricht, maar binnen deze gemeente zijn nog wel verschillen zichtbaar. De nieuwe inwoners van Maastricht – vanuit het buitenland – gingen vooral in het centrum en zuiden van Maastricht wonen. Van de 6 800 personen die naar Maastricht immigreerden, had 10 procent de Nederlandse nationaliteit, maar het grootste deel van de immigranten (71 procent) kwam uit een ander Europees land. Daarbij ging het vooral om Duitsland (19 procent), Italië (9 procent) en Spanje (7 procent) (CBS StatLine, 2022b). Het gaat met name om jongeren van 15 tot 30 jaar oud, waarschijnlijk voor een groot deel studenten.

Deze figuur toont het percentage personen die op 1 januari 2021 in Zuid-Limburg woonden, en in het voorafgaande jaar verhuisden vanuit het buitenland. Zuid-Limburg is verdeeld in gekleurde vierkanten van elk een vierkante kilometer. De kleur van de vierkanten – van lichtblauw naar donkerblauw in vijf gradaties – geeft aan hoe hoog het percentage personen is dat verhuisde vanuit het buitenland

Binnenlandse verhuizingen vooral in centrum van Maastricht

Mensen die in 2020 vanuit Nederland naar Maastricht verhuisden, gingen vooral in het centrum van de gemeente wonen. Hoe verder van het centrum, des te lager het aandeel mensen dat het voorafgaande jaar verhuisd is van binnen Nederland. Als we de leeftijd van deze personen bekijken, blijkt het vooral om jongeren van 20 tot 25 jaar te gaan, waarschijnlijk studenten (CBS StatLine, 2023a). Hiermee wijkt Maastricht af van het landelijke beeld: voor heel Nederland bekeken zijn de binnen Nederland verhuisde personen meer gelijkmatig verdeeld over de verschillende leeftijden en is de leeftijdscategorie van 25 tot 30 jaar het grootst (CBS StatLine, 2023b).

Deze figuur toont het percentage personen die op 1 januari 2021 in Zuid-Limburg woonden, en in het voorafgaande jaar verhuisden vanuit een ander adres in Nederland. Zuid-Limburg is verdeeld in gekleurde vierkanten van elk een vierkante kilometer. De kleur van de vierkanten – van lichtblauw naar donkerblauw in vijf gradaties – geeft aan hoe hoog het percentage personen is dat verhuisde vanuit Nederland

De meeste binnen Nederland verhuisde personen die zich in 2020 in Maastricht hebben gevestigd, komen vanuit de provincie Limburg (42 procent), gevolgd door Noord-Brabant (21 procent) (CBS StatLine, 2022c).

4.3 Vergelijking verhuizingen Maastricht en Eindhoven

Naast Maastricht zijn er uiteraard meerdere steden met een flinke in- en uitstroom van jongeren tussen de 20 en 25 jaar, als ook binnenlandse en buitenlandse bewegingen. Zo laat bijvoorbeeld Eindhoven eenzelfde verdeling zien als Maastricht bij het aandeel personen met onveranderde woonplaats: in het centrum van beide gemeenten waren op 1 januari 2021 relatief weinig personen met onveranderde woonplaats, terwijl dit hoger lag aan de rand van de gemeentegrens.

Maastricht toont nog een andere gelijkenis met Eindhoven: in beide gemeenten gingen personen die vanuit Nederland verhuisden, voornamelijk in het centrum wonen en minder in het noorden en zuiden van de gemeente.

Tot slot is er een verschil te zien: in 2020 verhuisden weinig mensen naar de gemeenten rondom Maastricht, terwijl wel veel personen in de omliggende gemeenten van de gemeente Eindhoven kwamen wonen.

Deze figuur toont het percentage personen die op 1 januari 2021 in de regio Eindhoven woonden, en in het voorafgaande jaar verhuisden vanuit een ander adres in Nederland. De regio Eindhoven is verdeeld in gekleurde vierkanten van elk een vierkante kilometer. De kleur van de vierkanten – van lichtblauw naar donkerblauw in vijf gradaties – geeft aan hoe hoog het percentage personen is dat verhuisde vanuit Nederland.

 

1)De bevolking op 1 januari 2021 telde ook 168 duizend 0-jarigen. Zij vormen een aparte categorie die in dit artikel buiten beschouwing is gelaten.

5. Conclusie

Afgelopen decennia hebben vele ontwikkelingen plaatsgevonden bij de Volkstelling. Zo heeft het CBS vanaf 1971 geen enquêteurs meer op pad gestuurd voor de Volkstelling en heeft het CBS vanaf 2001 gebruik gemaakt van het Stelsel van Sociaal Statistische Bestanden (SSB). Hierin is een grote hoeveelheid register- en enquêtedata is opgenomen. Voor de huidige Volkstelling heeft het CBS samen met zes andere Europese landen nieuwe beveiligingsmethoden en software ontwikkeld die nu de aanbevolen aanpak vormen voor de statistische beveiliging van Europese Volkstellingstabellen. Bij deze aanpak wordt gebruik gemaakt van achtereenvolgens Targeted Record Swapping en de Cell Key Method. Bij Targeted Record Swapping worden de geografische gegevens van risicohuishoudens verwisseld met die van donorhuishoudens van eenzelfde grootte en type. Bij de Cell Key Method wordt een kleine hoeveelheid ruis aan de geaggregeerde data toegevoegd, zodat het niet meer mogelijk is individuele gevoelige informatie te onthullen.

Voor de Volkstelling van 2021 moesten de Europese landen voor het eerst cijfers berekenen per vierkant van 1 bij 1 kilometer. Met deze vierkanten kunnen vervolgens vergelijkingen binnen gemeenten worden gemaakt. Zo blijkt bijvoorbeeld dat in 2020 de meeste mensen die vanuit het buitenland naar Maastricht verhuisden, in het centrum en zuiden van de gemeente gingen wonen. Mensen die binnen Nederland verhuisden, gingen vooral in het centrum van Maastricht wonen en minder in het noorden en zuiden.

Eindhoven laat eenzelfde verdeling zien bij het aantal personen met onveranderde woonplaats, maar in de omliggende regio’s bij Eindhoven zijn ook relatief veel mensen komen wonen, terwijl dat bij de gemeente Maastricht niet het geval is.

Referentielijst

CBS StatLine (2022a). Bevolking; kerncijfers.

CBS StatLine (2022b). Immi- en emigratie; geslacht, leeftijd, nationaliteit en regio

CBS StatLine (2022c). Tussen gemeenten verhuisde personen

CBS StatLine (2023a). Verhuisde personen; geslacht, leeftijd en regio per maand

CBS StatLine (2023b). Verhuisde personen; geslacht, leeftijd en regio per maand

Estat, A. (2018a, April 4). Harmonised protection of Census data. CROS - European Commission

Estat, A. (2018b, April 5). Perturbative confidentiality methods. CROS - European Commission

Europese Commissie (2008). Regulation (EC) No 763/2008 of the European Parliament and of the Council of 9 July 2008 on population and housing censuses. Official Journal of the European Union, L218, pp. 14-20.

Europese Commissie (2017a). Commission Implementing Regulation (EU) 2017/543 of 22 March 2017 laying down rules for the application of Regulation (EC) No 763/2008 of the European Parliament and of the Council on population and housing censuses as regards the technical specifications of the topics and of their breakdowns. Official Journal of the European Union, L78, pp. 13-58.

Europese Commissie (2017b). Commission Regulation (EU) 2017/712 of 20 April 2017 establishing the reference year and the programme of the statistical data and metadata for population and housing censuses provided for by Regulation (EC) No 763/2008 of the European Parliament and of the Council. Official Journal of the European Union, L105, pp. 1-11.

Europese Commissie (2017c). Commission Implementing Regulation (EU) 2017/881 of 23 May 2017 implementing Regulation (EC) No 763/2008 of the European Parliament and of the Council on population and housing censuses, as regards the modalities and structure of the quality reports and the technical format for data transmission, and amending Regulation (EU) No 1151/2010. Official Journal of the European Union, L135, pp. 6-14.

Europese Commissie (2018). Commission Implementing Regulation (EU) 2018/1799 of 21 November 2018 on the establishment of a temporary direct statistical action for the dissemination of selected topics of the 2021 population and housing census geocoded to a 1 km2 grid. Official Journal of the European Union, L296, pp. 19-27.

Eurostat (2019). EU legislation on the 2021 population and housing censuses; exploratory notes. 2019 edition. 22 – 25.

Giessing, S., & Schulte Nordholt, E. (2017). Specific Grant Agreement Harmonised protection of census data in the ESS, Contract N° 11111.2016.005-2016.367 under FPA N° 11112.2014.005-2014.533, co-funded by the European Union. CROS - European Commission. 

Meindl, B., & Enderle, T. (2019). cellKey - consistent perturbation of statistical tables. Joint UNECE/Eurostat Work Session on Statistical Data Confidentiality, The Hague, Netherlands. 

Schulte Nordholt, E. en de Wolf, P.P. (2022). Perturbative Methods for Census 2021 tables within the European Framework. Economic Commission for Europe, Conference of European Statisticians, Group of Experts on Population and Housing Censuses, Twenty-fourth Meeting, Geneva, 21−23 September 2022. UNECE Working Paper ECE/CES/GE.41/2022/3.