De invloed van de toename van het aantal gewerkte uren op de productiviteit

5. Aantal gewerkte uren en arbeidsproductiviteit per bedrijfstak

In paragraaf 4 is besproken welke mensen meer zijn gaan werken. In deze paragraaf gaan we in op de vraag in welke bedrijfstakken er meer uren worden gewerkt, en of dit hoog- of laagproductieve bedrijfstakken zijn, met een hoge of lage productiviteitsgroei.

5.1 Aantal gewerkte uren per bedrijfstak
 2018* (mln)2008 (mln)
Zakelijke dienstverlening28052346
Handel20221989
Zorg16731509
Industrie12841368
Bouwnijverheid879968
Openbaar bestuur en overheidsdiensten724734
Onderwijs698671
Vervoer665662
Horeca555448
Informatie en communicatie521451
Landbouw, bosbouw en visserij394392
Overig357318
Financiële dienstverlening326418
Cultuur, sport en recreatie271230
Verhuur en handel in onroerend goed111120
Energie, water en afval10997
Delfstoffenwinning1515


Tussen 2008 en 2018 steeg vooral het aantal gewerkte uren in de zorg, de zakelijke dienstverlening en de horeca. De toename van het aantal gewerkte uren in de zakelijke dienstverlening kwam voor bijna 60 procent op het conto van de uitzendbranche. Het aantal gewerkte uren nam vooral af in de financiële dienstverlening, de bouwnijverheid en de industrie. 


In 2008 was het niveau van de arbeidsproductiviteit vooral hoog in de delfstoffenwinning, de energievoorziening en de financiële dienstverlening. Opvallend is dat het aantal gewerkte uren na 2008 vooral toenam in bedrijfstakken met een lage arbeidsproductiviteit, zoals de zakelijke dienstverlening, de horeca en de zorg.

5.2 Arbeidsproductiviteit per bedrijfstak in lopende prijzen, 2008
 2008 (euro)
Totale economie48,26954057
Delfstoffenwinning1470,933333
Energievoorziening141,6904762
Financiële dienstverlening80,94258373
Waterbedrijven en afvalbeheer67,32727273
Informatie en communicatie64,49445676
Industrie54,20906433
Vervoer en opslag41,1858006
Handel37,23629965
Zakelijke dienstverlening35,22122762
Bouwnijverheid34,43801653
Zorg29,47978794
Landbouw, bosbouw, visserij26,99489796
Cultuur, recreatie, sport en overige diensten24,40328467
Horeca20,640625


De groei van de arbeidsproductiviteit vertraagde na 2008 in bijna alle bedrijfstakken (figuur 5.3). Vooral de delfstoffenwinning springt in het oog; doordat de gaswinning sterk werd teruggeschroefd halveerde de arbeidsproductiviteit in deze bedrijfstak na 2008. Dit heeft de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in Nederland gedrukt met ongeveer 1,7 procentpunt. In de periode tussen 1998 en 2008 stuwde de arbeidsproductiviteitsontwikkeling in de delfstoffenwinning de totale arbeidsproductiviteitsontwikkeling nog met bijna 0,4 procentpunt. Zonder de krimp van de delfstoffenwinning zou de bijdrage van de totale arbeidsproductiviteit aan de economische groei na 2008 groter zijn geweest dan die van het aantal gewerkte uren. Desondanks zou er nog steeds sprake zijn van een afnemende productiviteitsgroei ten opzichte van de tien jaar voor 2008.

Andere bedrijfstakken waarin de arbeidsproductiviteit na 2008 afnam zijn de cultuur-,sport- en recreatiesector, de horeca en de zakelijke dienstverlening. In al deze bedrijfstakken nam het aantal gewerkte uren na 2008 juist toe. Een kanttekening is wel dat de groei van de uitzendbranche de arbeidsproductiviteit van de zakelijke dienstverlening heeft gedrukt en die van andere bedrijfstakken heeft gestuwd. Indien een bedrijf uitzendkrachten inhuurt worden de gewerkte uren namelijk geheel bij de uitzendbranche geteld, maar slechts een gedeelte van de door de uitzendkrachten gecreëerde toegevoegde waarde.

5.3 Arbeidsproductiviteit per bedrijfstak
 2018 t.o.v. 2008 (%-volumeverandering)2008 t.o.v. 1998 (%-volumeverandering)
Totale economie3,916,8
Industrie19,890837847,45325043
Handel18,9366578127,96451768
Financiële dienstverlening17,5801237237,24861257
Waterbedrijven en afvalbeheer16,357041845,814595661
Bouwnijverheid12,6869811320,24530757
Informatie en communicatie11,555463467,98912347
Zorg10,46713436-2,191896211
Landbouw, bosbouw, visserij9,51518620321,66689044
Vervoer en opslag8,42925623629,10349303
Energievoorziening4,19271371448,56562365
Zakelijke dienstverlening-4,0774038596,622005902
Horeca-12,6180546-10,82711931
Cultuur, recreatie en overige diensten-15,90502318-1,892958839
Delfstoffenwinning-50,6128334520,49020115


Het aantal gewerkte uren is dus vooral sterk toegenomen in bedrijfstakken met een relatief lage arbeidsproductiviteit die ook nog eens afnam. Dit is een indicatie dat de verschuiving van arbeid tussen bedrijfstakken na 2008 een drukkend effect heeft gehad op de arbeidsproductiviteit in Nederland.

Mensen zijn niet alleen meer uren gaan werken in bedrijfstakken die minder productief zijn, ze zijn ook vaker als zelfstandige aan de slag gegaan. Het aantal door zelfstandigen gewerkte uren nam tussen 2008 en 2018 toe met bijna 13 procent. De toename van het aantal door werknemers gewerkte uren bedroeg slechts 3,5 procent.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat zelfstandigen gemiddeld minder productief zijn dan grotere bedrijven. Uit een artikel van het CBS, dat gelijktijdig met dit artikel is verschenen, blijkt bovendien dat de groei van het aantal zelfstandigen heeft doorgewerkt in een lagere groei van de productiviteit in Nederland tussen 2003 en 2018 (De Bondt 2019).

Ook het aantal zelfstandigen groeide tussen 2008 en 2018 met 258 duizend veel sneller dan het aantal werknemers (+158 duizend) 5). Als gevolg hiervan is het aandeel van zelfstandigen in de werkzame beroepsbevolking in deze periode gegroeid van ruim 14 procent naar 16,5 procent. Het aantal zelfstandigen groeide vooral sterk onder de 55-plussers. Het aantal zelfstandige 55-64-jarigen was in 2018 ruim 39 procent groter dan in 2008, en het aantal zelfstandige 65-74-jarigen zelfs 95 procent.

5.4 Werkzame beroepsbevolking
 Werknemer (dzd)Zelfstandige (dzd)
200367831000
200467381022
200567631054
200668471091
200770201149
200871641194
200971341226
201070351242
201170311249
201270571273
201369471319
201468601354
201569091384
201670001403
201771541425
201873221452

5) Zoals aangegeven in het kader in paragraaf 4, horen directeur-grootaandeelhouders in de EBB wel bij de zelfstandigen en in de nationale rekeningen niet. De procentuele toename van het aantal werkzame directeur-grootaandeelhouders was in de periode 2008-2018 ongeveer even groot als die van andere zelfstandigen.