Dynamiek van internationale handelsbedrijven

Een verhandeling over de demografie van internationale handelaren (in goederen), de economische ontwikkeling van deze bedrijven, de manier waarop ze groeien (extensieve versus intensieve groei) en welke factoren van invloed zijn op hun overleving.

De gemiddelde Nederlandse importeur importeert 10 producten uit 4 landen. Nederlandse exporteurs exporteren gemiddeld 8 producten naar circa 9 landen. Nieuwe handelaren starten vaak klein. Bijna twee derde van alle startende importeurs in 2007 importeerde 1 product uit 1 land. Voor exporteurs lag dit aandeel nog iets hoger. Het uitbreiden van handelsrelaties naar nieuwe landen of het ontwikkelen van nieuwe producten brengt kosten en risico’s met zich mee. Dit is niet voor alle handelaren weggelegd. Na vijf jaar blijkt nog steeds 70 procent van de nieuwe handelaren met minder dan 5 landen te handelen en in minder dan 5 producten.

Niet alle handelaren overleven hun eerste levensjaren. Bedrijven die zowel importeren als exporteren (two-way-traders) hebben de grootste overlevingskansen. Van alle two-way-traders die in 2007 geboren werden, was na vijf jaar nog meer dan de helft actief in internationale handel en slechts 10 procent was failliet. Bedrijven die alleen importeren of exporteren hebben een hogere sterftekans. Na vijf jaar was respectievelijk een kwart en een vijfde nog actief als handelaar, terwijl ongeveer 18 procent failliet was.

Omdat barrières in handel (kosten) in het ene partnerland hoger zijn dan in het andere, is het de verwachting dat de sterftekans van een handelaar gedeeltelijk afhangt van de belangrijkste handelsrelaties van een handelaar. Voor two-way-traders blijkt het partnerland van herkomst/bestemming niet van invloed te zijn op overlevingskansen. Voor bedrijven die alleen importeren of exporteren blijkt handel met de EU-15 samen te hangen met een hogere overlevingskans dan handel met BRIC/Azië, Noord-Amerika of andere landen.