Huishoudensprognose

Elke twee jaar publiceert het CBS de huishoudensprognose. Deze prognose beschrijft de toekomstige ontwikkeling tot 2060 van de bevolking naar de positie in het huishouden en van huishoudens naar type en grootte. Naast de veronderstellingen die in de bevolkingsprognose van het CBS worden gehanteerd, is de huishoudensprognose gebaseerd op veronderstellingen over het uit huis gaan van jongeren, relatievorming en scheiding.

Personen in huishoudens

De huishoudensprognose van het CBS geeft informatie over de positie die personen innemen in het huishouden. Die positie kan bijvoorbeeld zijn: thuiswonend kind, lid van een paar of wonend in een instelling. Naast huishoudenspositie kunnen personen ook worden onderscheiden naar leeftijd, geslacht en burgerlijke staat. De burgerlijke staat laat zien hoeveel personen deel uitmaken van een gehuwd paar of van een ongehuwd paar.

Huishoudens naar type

Behalve informatie over personen geeft de huishoudensprognose van het CBS ook informatie over de aantallen huishoudens. Huishoudens kunnen onder meer worden onderscheiden naar samenstelling, zoals eenpersoonshuishoudens en eenouderhuishoudens. Om gehuwde en ongehuwde paren te onderscheiden, kan het kenmerk burgerlijke staat worden gebruikt.

Huishoudens naar grootte

Huishoudens kunnen worden onderscheiden naar het aantal personen waaruit het huishouden bestaat. Een eerste onderscheid is dat tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. De meerpersoonshuishoudens worden in de huishoudensprognose onderverdeeld in huishoudens met twee, drie, vier en vijf of meer personen. De gemiddelde huishoudensgrootte geeft samenvattende informatie over het aantal personen per huishouden. Gemiddeld bestaat een huishouden uit iets meer dan twee personen.

Kinderen in huishoudens

Huishoudens kunnen ook worden onderscheiden naar het aantal kinderen dat deel uitmaakt van huishoudens. Hierbij worden samenwonende paren en eenoudergezinnen onderscheiden. De huishoudens met kinderen kunnen worden onderscheiden naar de leeftijd van het jongste kind.

Toekomst is onzeker

Vanzelfsprekend zijn prognoses, vooral voor de lange termijn, onzeker. Het CBS houdt bij het opstellen van zijn prognoses expliciet rekening met deze onzekerheid. Op basis van veronderstellingen over onder meer de onzekerheid van toekomstige ontwikkelingen in relatievorming en -ontbinding worden prognose-intervallen opgesteld. Het 67%-prognose-interval van het aantal personen naar een specifieke huishoudenspositie in een bepaald jaar geeft aan dat verwacht wordt dat de kans twee derde is dat het werkelijke aantal personen binnen het interval ligt. Naast 67%-intervallen zijn ook 95%-prognose-intervallen beschikbaar.

Andere prognoses

Om cijfers uit eerdere prognoses beschikbaar te houden voor gebruikers, blijven bij het publiceren van nieuwe huishoudensprognoses ook de voorgaande prognoses beschikbaar. Naast de huishoudensprognose maakt het CBS ook een bevolkingsprognose en een allochtonenprognose.