Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen

Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen

Soort mutaties Perioden Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Bedrijven en huishoudens (%)
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2016 -8,8
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2017 4,8
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2018 3,9
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2019 7,0
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2020 -4,0
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2021 3,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting



Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens. De gegevens worden weergegeven in de procentuele waarde-, volume- en prijsontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar en ten opzichte van de vorige periode.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De jaargegevens in de periode 1995-2021 zijn definitief. Kwartaalgegevens van 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers van de tweede raming over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De resultaten van de eerste berekening, de zogenoemde flashraming, worden binnen 45 dagen na afloop van een verslagkwartaal bekend gemaakt. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere raming gepubliceerd. Bij de tweede raming van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar herzien. Als in juni (nieuwe) jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa (bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
Nationale finale bestedingen
Binnenlandse finale bestedingen die bestaan uit de consumptieve bestedingen van huishoudens en de overheid, de bruto investeringen in vaste activa (bruto) en de voorraadvorming.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur, wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Bedrijven en huishoudens
Investeringen in vaste activa door vennootschappen (deel uitmakend van de sector niet-financiële ondernemingen of de sector financiële instellingen) en de sector huishoudens inclusief de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's ). De investeringen van huishoudens betreffen bijvoorbeeld die aan een eigen woning, maar ook de investeringen van zelfstandigen.