Kerncijfers wijken en buurten 2017

Kerncijfers wijken en buurten 2017

Wijken en buurten Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; Bijstand (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AO (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; WW (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AOW (aantal) Nabijheid voorzieningen Basisonderwijs Afstand tot school (km) Nabijheid voorzieningen Basisonderwijs Scholen binnen 3 km (aantal)
Nederland Land 471.190 744.330 340.610 3.015.730 0,7 11,2
Aa en Hunze Gemeente 400 1.140 560 5.980 1,2 1,8
Wijk 00 Annen Wijk 30 100 80 810 0,8 2,4
Annen Buurt 30 100 70 780 0,7 2,5
Verspreide huizen Annen Buurt 0 10 0 30 2,1 1,2
Wijk 01 Eext Wijk 20 60 40 270 1,1 1,0
Eext Buurt 20 50 40 220 0,9 1,0
Verspreide huizen Eext Buurt 0 10 0 50 2,1 1,3
Wijk 02 Anloo Wijk 30 20 10 120 0,5 2,0
Anloo Buurt 10 10 10 90 0,4 2,0
Verspreide huizen Anloo Buurt 20 10 0 30 0,9 1,9
Wijk 03 Gasteren Wijk 10 20 10 110 2,8 0,8
Gasteren Buurt 10 10 10 110 2,8 0,8
Verspreide huizen Gasteren Buurt . . . . 2,4 0,6
Wijk 04 Anderen Wijk 0 20 10 50 4,3 0,0
Anderen Buurt 0 10 10 50 4,4 0,0
Verspreide huizen Anderen Buurt . . . . 3,7 0,4
Wijk 05 Schipborg Wijk 10 20 10 170 1,2 5,4
Schipborg Buurt 10 10 10 160 1,2 5,4
Verspreide huizen Schipborg Buurt . . . . 1,5 4,7
Wijk 06 Eexterveen Wijk 0 10 10 60 0,6 1,1
Eexterveen Buurt 0 10 10 60 0,6 1,1
Verspreide huizen Eexterveen Buurt . . . . 1,1 1,0
Wijk 07 Spijkerboor Wijk 0 0 10 20 3,8 0,0
Spijkerboor Buurt 0 0 10 20 3,8 0,0
Verspreide huizen Spijkerboor Buurt . . . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen Wijk 0 0 0 20 2,8 0,6
Nieuw-Annerveen Buurt 0 0 0 20 2,8 0,6
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen Buurt . . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen Wijk 0 10 0 20 2,3 1,0
Oud-Annerveen Buurt 0 10 0 20 2,3 1,0
Verspreide huizen Oud-Annerveen Buurt . . . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal Wijk 0 30 10 50 4,2 0,0
Annerveenschekanaal Buurt 0 30 10 50 4,2 0,0
Verspreide huizen Annerveenschekanaal Buurt . . . . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal Wijk 10 30 10 40 2,2 1,4
Eexterveenschekanaal Buurt 0 20 10 40 2,2 1,4
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal Buurt . . . . 1,9 1,0
Wijk 13 Eexterzandvoort Wijk 0 10 0 30 3,0 0,5
Eexterzandvoort Buurt 0 10 0 20 2,9 0,6
Verspreide huizen Eexterzandvoort Buurt . . . . 3,4 0,2
Wijk 14 Gasselte Wijk 30 70 30 550 0,9 1,6
Gasselte Buurt 30 50 20 460 0,6 1,5
Kostvlies Buurt 0 10 0 40 2,5 1,4
Verspreide huizen Gasselte Buurt 0 20 10 60 2,2 2,4
Wijk 15 Gasselternijveen Wijk 70 90 50 340 0,7 2,0
Gasselternijveen Buurt 70 90 50 330 0,6 2,0
Gasselterboerveen Buurt . . . . 1,9 2,4
Verspreide huizen Gasselternijveen Buurt . . . . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond Wijk 10 50 20 120 1,9 2,9
Gasselternijveenschemond Buurt 10 50 20 120 1,8 3,1
Gasselterboerveenschemond Buurt . . . . 3,3 0,3
Verspr.h. Gasselternijveenschemond Buurt . . . . . .
Wijk 17 Gieten Wijk 100 160 130 1.310 0,7 3,0
Gieten Buurt 90 150 120 1.260 0,7 3,0
Verspreide huizen Gieten Buurt 0 0 0 50 2,6 1,9
Wijk 18 Gieterveen Wijk 20 50 30 220 1,3 1,1
Gieterveen Buurt 20 20 20 110 0,7 1,0
Bonnerveen Buurt 0 0 0 10 1,7 1,5
Nieuwediep Buurt 0 10 0 40 2,4 0,9
Verspreide huizen Gieterveen Buurt 0 10 10 50 1,8 1,3
Wijk 19 Rolde Wijk 50 350 70 1.370 1,3 1,0
Rolde Buurt 50 130 60 1.220 1,0 1,0
Ballo Buurt 0 10 0 40 2,1 1,0
Nijlande Buurt 0 0 0 20 2,1 1,3
Deurze Buurt 0 0 0 10 3,2 0,9
Verspreide huizen Nooitgedacht Buurt 0 200 0 50 2,4 1,0
Verspreide huizen Rolde Buurt 0 0 0 30 2,8 0,9
Wijk 20 Grolloo Wijk 20 50 30 210 2,0 0,7
Grolloo Buurt 10 10 10 110 0,6 1,0
Schoonloo Buurt 10 10 0 40 4,4 0,0
Verspreide huizen Papenvoort Buurt 0 10 0 0 3,8 0,0
Verspreide huizen Grolloo Buurt 0 20 10 50 3,2 0,6
Wijk 21 Ekehaar Wijk 0 20 10 100 1,1 1,0
Ekehaar Buurt 0 10 0 60 0,4 1,0
Amen Buurt 0 0 0 20 1,6 1,0
Verspreide huizen Ekehaar Buurt 0 0 0 30 1,9 1,1
Aalburg Gemeente 140 370 200 2.070 0,7 2,5
Wijk 00 Wijk en Aalburg Wijk 70 180 100 1.020 0,7 2,4
Wijk en Aalburg Buurt 60 170 80 890 0,6 2,3
Spijk Buurt 0 10 10 100 1,0 3,7
Verspreide huizen Wijk en Aalburg Buurt 0 10 0 30 2,0 2,1
Wijk 01 Veen Wijk 40 70 40 360 0,7 3,7
Veen Buurt 40 70 40 350 0,7 3,8
Verspreide huizen Veen Buurt 0 0 0 10 1,6 2,1
Wijk 02 Genderen Wijk 10 50 20 300 0,5 1,9
Genderen Buurt 10 50 20 280 0,4 1,9
Verspreide huizen Genderen Buurt 0 0 0 20 1,5 1,6
Wijk 03 Eethen Wijk 10 30 20 130 0,4 2,2
Eethen Buurt 10 20 20 100 0,4 2,2
Verspreide huizen Eethen Buurt 0 0 0 30 0,6 2,0
Wijk 04 Meeuwen Wijk 0 20 10 130 0,4 1,4
Meeuwen Buurt 0 20 10 110 0,3 1,4
Verspreide huizen Meeuwen Buurt 0 0 0 20 1,2 1,5
Wijk 05 Drongelen Wijk 0 10 10 80 1,9 1,1
Drongelen Buurt 0 10 10 50 1,7 1,0
Verspreide huizen Drongelen Buurt 0 0 0 30 2,1 1,3
Wijk 06 Babyloniënbroek Wijk 0 10 10 70 0,9 1,4
Babyloniënbroek Buurt 0 10 0 60 0,6 1,4
Verspreide huizen Babyloniënbroek Buurt 0 0 0 10 2,2 1,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2017.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per november 2020
Alle gegevens binnen het thema sociale zekerheid zijn bijgewerkt met de meest recente cijfers.
Binnen het thema nabijheid voorzieningen zijn de variabelen afstand tot school en aantal scholen binnen 3 km gecorrigeerd. Een aantal records had eerder een waarde van -1, waar dit een “.” (cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim) had moeten zijn.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voor deze tabel zijn geen nadere updates meer te verwachten.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Sociale zekerheid
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en ouderdom.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; Bijstand
Personen die een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WsW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen. Gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; AO
Personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) en de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
Wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
Een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
De WAZ is met ingang van 1 augustus 2004 geblokkeerd, maar blijft bestaan voor mensen die al een WAZ-uitkering hadden.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong)
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden en een opleiding of studie volgen.

Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden, ter vervanging van de oude Wajong.
In tegenstelling tot de 'oude' Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen. De 'oude' Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De wet geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering.
De wet is zo opgezet dat een persoon gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De WIA kent twee regelingen: de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een loonvervangende uitkering voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
De WGA regelt een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen of een minimumuitkering als men niet of onvoldoende werkt.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; WW
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid.
De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; AOW
Personen die een basispensioen van de Rijksoverheid ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Algemene Ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.

Nabijheid voorzieningen
Locatie die bezocht kan worden door personen. De locatie sluit aan bij het gebruik in het dagelijks leven.

De afstand tot een voorziening is berekend over verharde, door auto's te gebruiken wegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten via veerboten zijn hierbij inbegrepen. Er wordt geen rekening gehouden met éénrichtingsverkeer en overige inrijverboden van toegangswegen tot rijks- of provinciale wegen.

Basisonderwijs
Het basisonderwijs omvat naast de reguliere basisscholen ook de scholen voor kinderen van mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, de zogenaamde rijdende scholen en de ligplaatsscholen voor varende kleuters. Het speciaal basisonderwijs en de speciale scholen zijn niet meegenomen.

In Nederland zijn er ongeveer 10 rijdende scholen. Deze scholen hebben allen als officiële vestigingsgemeente Geldermalsen. Het aantal basisscholen in Geldermalsen is hierdoor hoog, vooral in het oostelijke deel. Ook in buurten van de omliggende gemeenten Buren, Culemborg en Neerijnen is het effect van deze scholen nog zichtbaar.

De cijfers vermeld bij het jaar:
- 2017 betreffen schooljaar 2016/'17;

De cijfers zijn gebaseerd op het adressenbestand van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met vestigingen van basisscholen. Als bekend is dat er onderwijs gevolgd kan worden op een dependance en dit een effect heeft van meer dan 500 meter op de berekende gemiddelde afstand, zijn deze gegevens van de buurten en wijken aanvullend geheim gemaakt.
Afstand tot school
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde school, berekend over de weg.

De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.
Scholen binnen 3 km
Het gemiddeld aantal scholen binnen 3 kilometer over de weg voor alle inwoners van een gebied.

Het gemiddelde aantal is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.