Suïcide in Noord-Holland Noord en Nederland, 1999-2008

In 2008 maakten 61 inwoners van Noord-Holland Noord door zelfdoding een einde aan hun leven, 19 meer dan in 2007 toen 42 inwoners overleden door zelfdoding. Als gevolg hiervan verschenen in de media verschillende malen berichten over een verhoogd aantal zelfdodingen in de regio, vooral onder jongeren in West-Friesland.

GGD Hollands Noorden heeft vervolgens het CBS benaderd om gezamenlijk de zelfdodingen in de regio Noord-Holland Noord te onderzoeken. Het doel van dit onderzoek is om te analyseren of er in de afgelopen 10 jaar meer zelfdodingen plaatsvonden onder inwoners van Noord-Holland Noord dan landelijk en of er bepaalde groepen zijn waaronder zelfdoding vaker voorkomt. Alle cijfers en analyses zijn afkomstig van het CBS. GGD Hollands Noorden heeft over het onderzoek een factsheet geschreven.

Toelichting

De cijfers hebben betrekking op personen die op het tijdstip van overlijden waren ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. De periode waarover gerapporteerd wordt, is 1999 tot en met 2008. Er is sprake van zelfdoding als het slachtoffer zelf een handeling heeft verricht met als uitdrukkelijk doel zich van het leven te beroven. Een overdosis drugs wordt daarom niet als zelfdoding, maar als privé-ongeval aangemerkt, tenzij uit de omstandigheden (bijvoorbeeld een afscheidsbrief) kan worden afgeleid dat er sprake is van zelfdoding. De relatieve aantallen zijn berekend aan de hand van de gemiddelde bevolking van de desbetreffende regio.

De cijfers over zelfdoding komen tot stand na afstemming van gegevens die ontvangen zijn van medici, arrondissementsparketten en politie. Bij een sterfgeval geeft de behandelend arts alleen een verklaring van overlijden en een doodsoorzaakverklaring af als hij/zij ervan overtuigd is dat de dood een natuurlijke oorzaak heeft. Zo niet, dan wordt de gemeentelijk lijkschouwer geïnformeerd. Deze kan alsnog een verklaring van natuurlijk overlijden afgeven en een doodsoorzaakverklaring invullen. Als ook de lijkschouwer van mening is dat het een niet-natuurlijke dood betreft, dan wordt de Officier van Justitie ingelicht. Deze laat vervolgens onderzoek verrichten door de politie. Na kennisgeving van het proces-verbaal van de politie en het verslag van de lijkschouwer beslist de Officier van Justitie of een gerechtelijke sectie noodzakelijk is. De lijkschouwer vult daarna alsnog een doodsoorzaakverklaring in.

Enkele uitkomsten

In de periode 1999-2008 overleden in totaal 14 955 Nederlanders als gevolg van zelfdoding. Dit komt neer op 9,2 overledenen per 100 duizend inwoners. De aantallen per 100 duizend verschillen sterk per provincie. In Groningen is het aantal overledenen door zelfdoding met 10,8 per 100 duizend inwoners het hoogst. Flevoland kent relatief de minste zelfdoding onder haar bevolking: 6,5 per 100 duizend inwoners.

Het aantal zelfdodingen per 100 duizend inwoners neemt toe naar mate de omvang van de gemeente toeneemt. In de kleinste gemeenten met minder dan 10 duizend inwoners overleden 7,9 van de 100 duizend inwoners aan zelfdoding, terwijl in de grootste gemeenten met meer dan 250 duizend inwoners, 10,9 van de 100 duizend inwoners overleden aan zelfdoding.

Voor gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners is per gemeente afzonderlijk de sterfte door zelfdoding berekend. Wat betreft het absolute aantal sterfgevallen door zelfdoding springen Amsterdam, Rotterdam en ’s-Gravenhage er duidelijk uit. In de jaren 1999 tot en met 2008 hebben 907 inwoners van Amsterdam zelfdoding gepleegd, 597 inwoners van Rotterdam en 488 inwoners van ’s-Gravenhage. Wanneer echter naar het aantal zelfdodingen per 100 duizend inwoners gekeken wordt, dan heeft Groningen relatief de meeste zelfdodingen. Het aantal is anderhalf keer zo hoog als gemiddeld in Nederland.

Op basis van een analyse van de cijfers over de afgelopen tien jaar kan niet worden geconcludeerd dat het risico op zelfdoding in de regio Noord-Holland Noord of onder jongeren in West-Friesland (veel) hoger is dan landelijk. In de periode 1999-2008 overleden er gemiddeld genomen, zowel landelijk als in Noord-Holland Noord, ongeveer 9 op de 100 duizend inwoners per jaar door zelfdoding. Onder jongeren tot 25 jaar was dit sterftecijfer landelijk 2,3 en in West-Friesland 3,1 per 100 duizend inwoners. Het aantal zelfdodingen onder inwoners van Noord-Holland Noord kende in de afgelopen tien jaar vaker flinke fluctuaties en zowel landelijk als in Noord-Holland Noord was het aantal zelfdodingen in 2007 historisch laag.