Auteur: Math Akkermans, Rianne Kloosterman, Elke Moons, Carin Reep, Maartje Tummers-van der Aa
Veiligheidsmonitor 2021

4. Traditionele criminaliteit

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de mate waarin Nederlanders persoonlijk en als burger in de afgelopen 12 maanden geconfronteerd werden met een of meer vormen van traditionele criminaliteit. Dit wordt weergegeven in een percentage slachtoffers van de bevolking, waarbij wordt uitgesplitst naar type delict, persoonskenmerken en regio. Het percentage meldingen en aangiften door slachtoffers bij de politie komt ook aan de orde. Het gaat hier om criminaliteit, zoals geweld, inbraak en diefstal, en vernieling. Online criminaliteit, dat wil zeggen vormen van criminaliteit waarvan personen via het internet, e-mail of app slachtoffer worden, komt aan de orde in hoofdstuk 5. Meer cijfermateriaal over dit onderwerp, uitgesplitst naar regio en persoonskenmerken, is beschikbaar in de StatLinetabellen Sociale Veiligheid (Veiligheidsmonitor) en in een maatwerktabel .

4.1 Slachtoffers traditionele criminaliteit 

In 2021 is 17 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder slachtoffer geweest van een of meer geweldsdelicten, vermogensdelicten of vernielingen. Het vaakst werden zij slachtoffer van  vermogensdelicten (9 procent), gevolgd door vernielingen (6 procent) en geweldsdelicten (5 procent).  
Bij geweldsdelicten gaat het om delicten waarbij daadwerkelijk geweld wordt gebruikt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen mishandeling, geweldsdelicten met (vermeende) seksuele bedoelingen, en om (be)dreiging met fysiek geweld. Bedreiging komt het vaakst voor (4 procent), 1 procent was slachtoffer van geweld met seksuele bedoelingen en eveneens 1 procent was slachtoffer van mishandeling.

Van de onderscheiden vormen van vermogensdelicten komt fietsdiefstal het meest voor: 4 procent werd  hiervan slachtoffer. Met woninginbraak of poging daartoe is 2 procent geconfronteerd. Van diefstal uit de eigen auto (bijvoorbeeld van een autoradio of tas) en diefstal vanaf de eigen auto (bijvoorbeeld van buitenspiegels of wieldoppen) was respectievelijk 0,6 procent en 0,9 procent slachtoffer4). Eveneens 0,9 procent  is afgelopen jaar slachtoffer geweest van (poging tot) zakkenrollerij of beroving. Van autodiefstal was 0,1 procent slachtoffer en van diefstal van een ander voertuig zoals een brommer of scooter 0,2 procent. Twee procent heeft te maken gehad met andere, niet nader genoemde vormen van diefstal.

Van vernieling was 6 procent in 2021 slachtoffer. Het gaat hierbij om het met opzet iets vernielen of beschadigen zonder dat er iets gestolen wordt, zoals het bekrassen van een auto, het lek prikken van fietsbanden of het bekladden van muren.

4.1.1a Slachtoffers traditionele criminaliteit, 2021
 2021 (%)
Totaal delicten17,1
Geweldsdelicten totaal5,2
Mishandeling 1,0
Bedreiging met fysiek geweld4,0
Seksuele delicten1,1
Vermogensdelicten totaal 9,0
(Poging tot) inbraak1,8
Fietsdiefstal3,8
Autodiefstal0,1
Diefstal uit auto0,6
Diefstal vanaf auto0,9
Diefstal andere voertuigen0,2
(Poging tot) zakkenrollerij, beroving0,9
Overige diefstal2,1
Vernielingen6,0

Aantal delicten traditionele criminaliteit

Het aantal gewelds- en vermogensdelicten en vernielingen samen bedroeg in 2021 33 per 100 inwoners. Het aantal ondervonden geweldsdelicten bedroeg 10 per 100 inwoners, het aantal vermogensdelicten 13 per 100 inwoners en het aantal vernielingen 10 per 100 inwoners. 

4.1.1b Ondervonden delicten traditionele criminaliteit, 2021
 aantal per 100 inwoners (aantal per 100 inwoners)
Totaal delicten33,3
Geweldsdelicten totaal10,3
Mishandeling 1,5
Bedreiging met fysiek geweld6,8
Seksuele delicten2,0
Vermogensdelicten totaal 13,4
(Poging tot) inbraak2,4
Fietsdiefstal5,0
Autodiefstal0,1
Diefstal uit auto0,7
Diefstal vanaf auto1,1
Diefstal andere voertuigen0,2
(Poging tot) zakkenrollerij, beroving1,0
Overige diefstal2,8
Vernielingen9,6
 

Trends slachtofferschap traditionele criminaliteit

Tussen 2005 en 2021 zijn steeds minder mensen slachtoffer geweest van traditionele criminaliteit. Het slachtofferpercentage laat een dalende trend zien. De daling was het sterkst in de periode 2005–2008, maar na een korte stijging tussen 2008 en 2009 is ook daarna sprake van een dalende tendens.
Het sterkst afgenomen sinds 2005 is het slachtofferschap van vermogensdelicten. Dit is met 66 procent gedaald (index 2021 = 34), gevolgd door vandalisme (index 2021 = 39) en geweldsmisdrijven (index 2021 = 59). In totaliteit is het slachtofferschap van criminaliteit sinds 2005 met 59 procent gedaald (index 2021 = 41).

4.1.2 Slachtofferschap traditionele criminaliteit - trends1)
 Totaal delicten (2005=100)Geweldsdelicten (2005=100)Vermogensdelicten (2005=100)Vernielingen (2005=100)
2005100,0100,0100,0100,0
200694,688,295,392,5
200789,791,485,789,8
200877,679,869,980,0
200979,884,170,583,7
201075,682,366,474,4
201174,077,568,472,1
201272,278,967,968,9
201371,873,270,664,1
201468,769,766,961,2
201564,166,762,756,1
201663,171,159,256,3
201755,364,451,449,1
2018
201949,760,044,345,8
2020
202140,958,634,339,4
1) In 2018 en 2020 heeft geen meting plaatsgevonden.
 

Slachtofferschap traditionele criminaliteit naar geslacht en leeftijd

Het slachtofferschap van criminaliteit varieert naar geslacht en vooral naar leeftijd. Mannen zijn vaker slachtoffer van vernielingen. Bij gewelds- en vermogensdelicten zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen klein. 
Groter zijn de verschillen naar leeftijd. Jongeren zijn vaker slachtoffer dan ouderen. In totaal zijn 15- tot 25-jarigen met 24 procent en 25- tot 45-jarigen met 21 procent ruim twee keer zo vaak slachtoffer als 65-plussers (10 procent). Bij geweldsdelicten zijn de leeftijdsverschillen nog groter: bijna 10 procent van de 15- tot 25-jarigen was in 2021 slachtoffer van een geweldsdelict, van de 65-plussers 2 procent. Bij vernielingen bestaat een ander beeld. Hier zijn de 25- tot 45-jarigen en 45- tot 65-jarigen vaker slachtoffer dan de ouderen én jongeren.

4.1.3 Slachtoffers traditionele criminaliteit, 2021
% slachtoffersSlachtoffers totaal (%)Geweldsdelicten (%)Vermogensdelicten (%)Vernielingen (%)
Man17,95,49,36,7
Vrouw16,458,75,4
15 tot 25 jaar23,79,613,45,6
25 tot 45 jaar20,8610,88
45 tot 65 jaar16,14,886,2
65 jaar of ouder9,825,43,5

Slachtofferschap traditionele criminaliteit naar politieregio

Binnen de tien regionale eenheden varieert het percentage inwoners dat aangeeft slachtoffer te zijn geweest van traditionele criminaliteit in 2021 van 14 in Noord-Nederland tot 27 in Amsterdam. Bij de basisteams loopt het slachtofferschapspercentage uiteen van 8 in basisteam Noordoost-Fryslân tot 40 in basisteam Centrum-Burgwallen.

In tabellenbijlage II is weergegeven in welke regionale eenheden, politiedistricten en basisteams het slachtofferschap van traditionele criminaliteit – rekening houdend met de betrouwbaarheidsintervallen  rond de uitkomsten – hoger of lager is dan het landelijke gemiddelde. Zo is het slachtofferschapspercentage hoger dan gemiddeld in de regionale eenheden Amsterdam, Den Haag, Midden-Nederland en Rotterdam en lager dan gemiddeld in Limburg, Noord-Nederland, Oost-Brabant, Oost-Nederland en Zeeland-West-Brabant.

4.1.4a Slachtoffers traditionele criminaliteit - naar regionale eenheid, 2021
COROPSlachtoffers (%)
Noord-Nederland13,7
Oost-Nederland14,5
Midden-Nederland18,4
Noord-Holland16,3
Amsterdam27,4
Den Haag19,2
Rotterdam21,2
Zeeland-West-Brabant15,0
Oost-Brabant14,6
Limburg15,4

4.1.4b Slachtoffers traditionele criminaliteit - naar basisteam, 2021
COROPSlachtoffers (%)
Noordwest-Fryslân9,9
Noordoost-Fryslân7,7
Oost-Fryslân11,4
Zuidoost-Fryslân11,2
Sneek10,0
Leeuwarden20,1
Westerkwartier8,6
Ommelanden-Noord10,7
Ommelanden-Oost16,4
Ommelanden-Midden11,2
Groningen-Zuid17,1
Groningen-Centrum30,4
Groningen-Noord22,6
Noord-Drenthe13,3
Zuidoost-Drenthe12,4
Zuidwest-Drenthe13,2
IJsselland-Noord10,9
Zwolle17,4
Vechtdal10,4
IJsselland-Zuid13,0
Twente-West10,9
Twente-Noord15,9
Twente-Midden14,0
Noordoost-Twente10,2
Enschede23,8
Achterhoek-Oost10,1
Achterhoek-West12,0
IJsselstreek12,6
Apeldoorn14,6
Veluwe-Noord11,7
Veluwe-West11,7
Veluwe Vallei-Noord11,2
Ede16,8
Veluwe Vallei-Zuid14,8
Arnhem-Noord26,6
Arnhem-Zuid19,9
Rivierenland-West10,3
IJsselwaarden16,3
Rivierenland-Oost12,1
Nijmegen-Noord20,6
Nijmegen-Zuid18,2
Tweestromenland13,4
De Waarden16,1
Gooi en Vechtstreek-Noord17,4
Gooi en Vechtstreek-Zuid17,9
Dronten / Noordoostpolder / Urk13,5
Lelystad / Zeewolde15,9
Almere Buiten Hout17,1
Almere-Stad Haven18,7
Almere-West-Poort20,1
Amersfoort20,4
De Bilt / Eemdal / Soest16,0
Zeist / Bunnik / Leusden / Woudenberg16,0
Heuvelrug12,8
Utrecht-West23,5
Utrecht-Noord32,1
Utrecht-Centrum30,6
Utrecht-Zuid28,9
Stichtse Vecht / De Ronde Venen14,9
De Copen15,6
Lekpoort13,2
Den Helder13,3
Alkmaar16,5
Hoorn13,6
Heerhugowaard12,3
Zaanstad19,0
Purmerend13,7
IJmond17,9
Haarlem21,4
Kennemer Kust17,3
Haarlemmermeer18,1
Centrum-Burgwallen39,6
Centrum-Amstel30,6
Centrum-Jordaan31,8
Boven IJ28,3
Oost-Zeeburg29,9
Oost-Watergraafsmeer32,0
Diemen-Ouder-Amstel20,6
Zuidoost-Bijlmermeer29,6
Zuidoost-Gaasperdam21,5
Zuid de Pijp27,4
Zuid Buitenveldert28,7
Amstelveen17,0
Aalsmeer - Uithoorn16,4
West-Haarlemmerweg32,5
West-Overtoomsesluis34,8
Nieuw West-Noord29,1
Nieuw West-Zuid24,3
Jan Hendrikstraat29,3
De Heemstraat28,6
Hoefkade33,9
Overbosch22,3
Loosduinen23,3
Scheveningen25,7
Segbroek27,3
Laak33,4
Beresteinlaan22,6
Zuiderpark29,8
Leidschenveen - Ypenburg18,8
Zoetermeer17,5
Leidschendam - Voorburg16,2
Wassenaar19,8
Pijnacker - Nootdorp15,3
Rijswijk21,9
Westland12,3
Delft21,1
Bollenstreek-Noord12,8
Katwijk16,5
Noordwijk15,1
Leiden-Noord16,7
Leiden-Zuid16,7
Leiden-Midden23,6
Alphen aan den Rijn15,8
Kaag en Braassem13,0
Gouda16,6
Waddinxveen / Zuidplas12,8
Krimpenerwaard14,3
Waterweg22,2
Schiedam25,5
Midden-Schieland21,3
Delfshaven29,6
Centrum35,2
Maas-Rotte32,7
IJsselland18,4
Charlois34,6
Feijenoord25,5
IJsselmonde28,3
Haringvliet14,2
Nissewaard21,5
Oude Maas17,2
Hoeksche Waard10,8
Drechtsteden Buiten14,8
Drechtsteden Binnen20,9
Lek en Merwede14,8
Walcheren12,1
Zeeuws-Vlaanderen11,0
Oosterscheldebekken12,0
Bergen op Zoom14,6
Roosendaal14,1
Weerijs16,3
Markdal18,6
Dongemond10,9
Tilburg-Centrum28,9
Leijdal15,8
Groene Beemden15,8
Langstraat14,4
's-Hertogenbosch18,8
Meierij11,5
Maasland14,0
Maas en Leijgraaf12,1
Eindhoven-Zuid22,9
Eindhoven-Noord18,5
De Kempen11,8
Dommelstroom13,5
Peelland13,7
Venray / Gennep12,0
Horst / Peel en Maas9,3
Venlo / Beesel18,4
Weert11,9
Roermond18,1
Echt11,7
Brunssum / Landgraaf13,2
Kerkrade19,1
Heerlen18,7
Heuvelland12,5
Maastricht22,4
Westelijke Mijnstreek16,4

Slachtofferschap traditionele criminaliteit naar 70-duizend-plus-gemeente

Het percentage dat in 2021 slachtoffer is geweest van traditionele criminaliteit is in de 70-duizend-plus-gemeenten met 22 procent hoger dan gemiddeld in Nederland (17 procent; zie figuur 4.1.1). Het hoogst is het slachtofferschap in de G4 (28 procent). In de G40 is 19 procent slachtoffer geweest en in de overige 70-duizend-plus-gemeenten 15 procent. 
Op het niveau van de 52 afzonderlijke 70-duizend-plus-gemeenten varieert het percentage inwoners dat slachtoffer is geweest van traditionele criminaliteit van 10 in Súdwest-Fryslân tot 30 in Amsterdam. 

4.1.5 Slachtoffers traditionele criminaliteit - naar 70-duizend-plus-gemeente, 2021
GemeentePercentage slachtoffers traditionele criminaliteit (%)
Alkmaar18,3
Almelo20,4
Almere18,7
AlphenaandenRijn15,8
Amersfoort20,4
Amstelveen17,0
Amsterdam29,6
Apeldoorn14,6
Arnhem23,5
Breda18,4
Delft21,1
Deventer14,6
Dordrecht20,9
Ede16,8
Eindhoven20,6
Emmen13,0
Enschede23,8
Gouda17,4
Groningen22,6
Haarlem21,4
Haarlemmermeer18,1
Heerlen18,7
Helmond16,9
Hengelo17,8
Hilversum18,7
HoekscheWaard10,8
Hoorn16,4
Leeuwarden20,1
Leiden21,2
Leidschendam-Voorburg16,2
Lelystad17,0
Maastricht22,4
Meierijstad11,4
Nijmegen19,2
Nissewaard21,5
Oss15,7
Purmerend14,4
Roosendaal17,5
Rotterdam27,4
Schiedam25,5
SGravenhage26,6
SHertogenbosch18,8
Sittard-Geleen16,8
SudwestFryslan9,8
Tilburg22,0
Utrecht28,8
Venlo19,1
Vlaardingen22,6
Westland13,2
Zaanstad21,2
Zoetermeer17,5
Zwolle17,4
 

In tabellenbijlage III is weergegeven in welke 70-duizend-plus-gemeenten het slachtofferschapspercentage hoger of lager is dan het gemiddelde van deze gemeenten. In Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam, Schiedam en Utrecht is het percentage slachtoffers hoger dan gemiddeld. Lager dan gemiddeld is dit percentage in Almere, Alphen aan den Rijn, Apeldoorn, Deventer, Ede, Emmen, Haarlemmermeer, Helmond, Hilversum, Hoeksche Waard, Hoorn, Leidschendam-Voorburg, Meijerijstad, Oss, Purmerend, Sittard-Geleen, Súdwest-Fryslân, Venlo en Westland.

4.2 Daders geweldsdelicten

Aan de respondenten die aangaven slachtoffer te zijn geweest van geweld is gevraagd of ze de dader(s) kenden en zo ja, wie dat waren, dat wil zeggen wat hun relatie met de dader was. Ruim 4 op de 10 geweldsslachtoffers kenden de dader of de daders. In het geval van mishandeling was de dader bij 53 procent van de slachtoffers bekend, en bij fysieke bedreiging en seksuele delicten was voor 42 procent van de slachtoffers de dader een bekende.  
De relatie tussen slachtoffer en dader varieert naar het soort geweldsdelict. Bij bedreiging met fysiek geweld en bij mishandeling gaf 19 procent en 17 procent van de slachtoffers aan dat een buurtgenoot de dader was. Bij seksuele delicten werden een vriend(in) of collega met achtereenvolgens 9 procent en 7 procent het vaakst genoemd. Een substantieel deel van de slachtoffers zegt dat een andere, niet nader genoemde bekende de dader is (bij mishandeling 18 procent, bij fysieke bedreiging 13 procent en bij seksueel geweld 12 procent).

4.2.1 Dader van geweldsdelicten1), 2021
%dadersMishandeling (% slachtoffers)Bedreiging met fysiek geweld (% slachtoffers)Seksuele delicten (% slachtoffers)
Buurtgenoot16,819,34,4
Ex-partner5,82,83,8
Famlilielid3,51,61,3
Medestudent / -scholier2,91,42,8
Vriend / vriendin2,31,19,2
Partner2,00,60,6
Collega1,01,06,6
Bekende van sport of hobby0,40,51,4
Zorgverlener0,40,20,5
Leidinggevende0,20,21,0
Docent of andere leraar0,00,00,2
Andere bekende17,913,212,4
1) Per delict zijn meerdere daders mogelijk, bijvoorbeeld bij mishandeling kon zowel partner als familielid worden geantwoord.

4.3 Gevolgen traditionele criminaliteit voor slachtoffers

Ruim een kwart van de slachtoffers van traditionele criminaliteit gaf aan emotionele of psychische problemen, lichamelijke verwondingen of letsel en/of financiële problemen te (hebben) ervaren als gevolg van hun slachtofferschap. Emotionele of psychische problemen werden het vaakst gerapporteerd: 21 procent van de slachtoffers had hier last van. 
Het percentage slachtoffers dat gevolgen heeft ondervonden is het grootst bij geweldsdelicten: 34 procent van de geweldsslachtoffers heeft emotionele, financiële en/of fysieke gevolgen ervaren. Emotionele problemen kwamen met 32 procent verreweg het meest voor, gevolgd door lichamelijk letsel (6 procent) en financiële problemen (3 procent). Ook bij vermogensdelicten en vernielingen hadden slachtoffers het vaakst emotionele problemen, maar bij deze delicten worden ook financiële problemen relatief vaak gerapporteerd. 

4.3.1 Gevolgen traditionele criminaliteit voor slachtoffers1), 2021
% slachtoffersSlachtoffers totaal (% slachtoffers)Geweldsdelicten (% slachtoffers)Vermogensdelicten (% slachtoffers)Vernielingen (% slachtoffers)
Totaal emotionele, financiële of fysieke gevolgen2634,125,520
waarvan:
Emotionele of psychische problemen20,531,618,114,6
Financiële problemen8,83,211,47,8
Lichamelijke verwondingen of letsel2,56,40,90,6
1) Per delict kon ook een combinatie van de problemen worden geantwoord.
 

4.4. Melding en aangifte traditionele criminaliteit

Percentage slachtoffers dat melding en aangifte doet  

In 2021 deed 38 procent van de slachtoffers van traditionele criminaliteit melding van wat hen overkomen was. Bijna 1 op de 3 slachtoffers (33 procent) deed aangifte. 
Het aangiftepercentage verschilt per delictsoort. Slachtoffers van vermogensdelicten doen het vaakst  aangifte (42 procent). Vooral autodiefstal en diefstal van andere voertuigen worden vaak aangegeven: respectievelijk 80 procent en 76 procent van de slachtoffers van deze delicten doen aangifte. Ook (poging) tot inbraak en diefstal uit de auto worden vaak aangegeven (door 58 procent en 59 procent van de slachtoffers). Slachtoffers van geweldsdelicten en vernielingen doen minder vaak aangifte van wat hen overkomen is (21 procent en 19 procent). Slachtoffers van seksuele delicten doen het minst vaak aangifte (9 procent). 
Soms melden slachtoffers bij de politie wat hen overkomen is maar doen ze geen aangifte. Vooral bij geweldsdelicten komt dit relatief vaak voor en dan vooral bij bedreiging met fysiek geweld en bij mishandeling. 31 procent van de slachtoffers van geweldsdelicten heeft dit bij de politie gemeld, terwijl 21 procent aangifte doet. Bij vermogensdelicten zijn deze percentages 46 (melding) en 42 (aangifte), en bij vernielingen 23 en 19.

4.4.1a Melding en aangifte traditionele criminaliteit - slachtoffers, 2021
% slachtoffersMelding (% slachtoffers)Aangifte (% slachtoffers)
Totaal delicten37,532,0
Geweldsdelicten totaal30,620,9
Mishandeling 52,940,2
Bedreiging met fysiek geweld32,221,0
Seksuele delicten11,58,6
Vermogensdelicten totaal 45,642,0
(Poging tot) inbraak66,057,6
Fietsdiefstal41,139,0
Autodiefstal79,779,7
Diefstal uit auto62,159,3
Diefstal vanaf auto40,137,7
Diefstal andere voertuigen78,476,2
(Poging tot) zakkenrollerij, beroving43,441,4
Overige diefstal27,223,9
Vernielingen22,719,0
 

Percentage ondervonden delicten waarvan melding en aangifte is gedaan 

Melding en aangifte zijn hierboven uitgedrukt in het percentage slachtoffers dat meldt en aangifte doet. Melding en aangifte kunnen ook worden uitgedrukt in het percentage door slachtoffers ondervonden delicten waarvan melding en aangifte is gedaan.  
In 2021 is 35 procent van alle geweldsdelicten, vermogensdelicten en vernielingen bij de politie gemeld, van 29 procent van alle ondervonden delicten werd aangifte gedaan. Het aangiftepercentage verschilt per delictsoort. Vermogensdelicten worden met 41 procent relatief vaak aangegeven. Vooral bij autodiefstal en diefstal van andere voertuigen is het aangiftepercentage met 77 en 76 hoog. Van geweldsdelicten wordt minder vaak aangifte gedaan (23 procent). Vooral seksuele delicten worden relatief weinig aangegeven. Van niet meer dan 9 procent van de seksuele delicten wordt aangifte gedaan. Van vernielingen wordt 20 procent aangegeven. 
Soms wordt een delict wel gemeld bij de politie maar wordt er geen aangifte van gedaan. Met name bij geweldsdelicten komt dit relatief vaak voor en dan vooral bij bedreiging met fysiek geweld en bij mishandeling. In totaal wordt van alle geweldsdelicten 33 procent gemeld en wordt 23 procent aangegeven. Bij vermogensdelicten is dit respectievelijk 45 en 41 procent, en bij vernielingen 24 en 20 procent.

4.4.1b Melding en aangifte traditionele criminaliteit - ondervonden delicten, 2021
in % van ondervonden delictenMelding (in % van ondervonden delicten)Aangifte (in % van ondervonden delicten)
Totaal delicten35,129,3
Geweldsdelicten totaal32,822,7
Mishandeling 51,138,9
Bedreiging met fysiek geweld35,123,4
Seksuele delicten11,48,5
Vermogensdelicten totaal 44,640,8
(Poging tot) inbraak64,755,9
Fietsdiefstal40,338,2
Autodiefstal77,477,4
Diefstal uit auto63,159,5
Diefstal vanaf auto41,038,6
Diefstal andere voertuigen78,476,2
(Poging tot) zakkenrollerij, beroving42,439,9
Overige diefstal28,224,3
Vernielingen24,420,3
 

Redenen om geen aangifte te doen

Het belangrijkste motief voor slachtoffers om het delict niet bij de politie aan te geven is dat ‘het niets helpt’. Bij 41 procent van de ondervonden delicten werd dit als (een van) de reden(en) genoemd. Van ruim een kwart van de ondervonden delicten is geen aangifte gedaan omdat men ‘er niet aan gedacht had of het niet zo belangrijk vond’. In 17 procent van de gevallen werd het ‘niet als een zaak voor de politie gezien’. 
De redenen om geen aangifte te doen variëren per delictsoort. Bij vermogensdelicten en vernielingen wordt relatief vaak gezegd dat ‘het toch niets helpt’ of men er ‘geen zin of tijd voor heeft’. Bij geweldsdelicten worden vaak ‘angst voor een vervelende reactie of wraak’, ‘schuld- of schaamtegevoel’, ‘het is al opgelost’ en ‘op advies van de politie’ als redenen genoemd om geen aangifte te doen.

4.4.2 Redenen geen aangifte traditionele criminaliteit1), 2021
 Totaal (in % van niet aangegeven delicten)Geweldsdelicten (in % van niet aangegeven delicten)Vermogensdelicten (in % van niet aangegeven delicten)Vernielingen (in % van niet aangegeven delicten)
Het helpt toch niets40,736,445,842,7
Niet aan gedacht / niet zo belangrijk26,024,325,826,3
Dit is geen zaak voor de politie17,419,211,520,8
Geen zin of tijd / teveel moeite13,310,116,113,7
Uit angst voor vervelende reactie of wraak6,713,92,54,6
Het is al opgelost6,38,85,04,8
Op advies van de politie2,75,01,41,8
Door schuld- of schaamtegevoel1,94,41,00,3
Financiële schade is al vergoed1,30,11,22,6
Digitaal aangifte/melding doen lukt niet1,00,51,50,9
Nog niet aan toe gekomen, ga ik nog doen0,80,61,20,6
Andere reden14,317,913,511,5
Geen antwoord4,23,14,94,2
1) Bij deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk.

4) Gegevens over autodelicten (diefstal vanaf of uit de eigen auto en autodiefstal) zijn afgeleid voor personen van 18 jaar en ouder, maar gepercenteerd op het totale aantal personen van 15 jaar en ouder.