Welke informatie heeft het CBS over leven lang leren?

Het CBS heeft cijfers vanuit verschillende perspectieven en bronnen over een leven lang leren. Het CBS hanteert in plaats van ‘levenlang leren’ nu de term ‘levenlang ontwikkelen’, omdat deze aansluit bij de terminologie die het de overheid gebruikt. Deze cijfers zijn terug te vinden in StatLine, de database van het CBS, onder Volwasseneneducatie /Leven lang ontwikkelen. Hier vind je tabellen met cijfers van de verschillende enquêtes:

  • Deelnemers aan leven lang ontwikkelen vanuit de Enquête Beroepsbevolking (EBB):
    Onder leven lang ontwikkelen vallen alle opleidingen en cursussen die personen volgen of recent (afgelopen 4 weken) gevolgd hebben. Het kan dan gaan om formele opleiding en/of niet-formele onderwijsactiviteiten zoals cursussen, workshops of privélessen.
    In StatLine zijn cijfers opgenomen over de gehele onderzoeksgroep van de EBB: de 15 tot 75-jarigen. Als in Statline wordt gekozen voor de leeftijdsgroep 25 tot 65 jaar sluiten de cijfers aan bij de Europese indicator Leven lang leren (Adult Learning) die Eurostat publiceert. De cijfers zijn uit te splitsen naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau van de deelnemer. Aanvullend heeft elke tabel zijn eigen specificatie: verschillende kenmerken van de opleiding die wordt gevolgd (niveau, richting, duur, intensiteit, al dan niet bekostigd door de overheid), van de arbeidspositie (anciënniteit, arbeidsduur, arbeidsrelatie) en van het bedrijf waarin men werkt (bedrijfstak en bedrijfsgrootte).
  • Onderzoek bedrijfsopleidingen (Continuing Vocational Training Survey (CVTS)):
    Gegevens over deelname aan cursussen door werknemers in bedrijven in de particuliere sector met 10 of meer werknemers en de uitgaven van bedrijven aan cursussen. De cijfers hebben betrekking op de verslagjaren 1986, 1990, 1993, 1999, 2005, 2010 en 2015. Het onderzoek wordt sinds 2005 één keer per vijf jaar uitgevoerd.
  • Deelnemers aan cursussen vanuit het onderzoek Leren (Adult Education Survey (AES)): Gegevens over het aantal en aandeel personen in de werkzame beroepsbevolking dat in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête heeft deelgenomen aan minimaal één werk gerelateerde cursus. De AES wordt één keer per vijf á zes jaar gehouden en onderzoekt de Nederlandse bevolking van 25 tot 65 jaar. Cijfers zijn beschikbaar voor de jaren 2007, 2011 en 2016. Vanwege verschillen in vraagstelling en de wijze van data verzamelen, zijn de uitkomsten tussen jaren niet goed vergelijkbaar.