Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA)

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het doel van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) is het in kaart brengen van informatie op het gebied van arbeidsomstandigheden, arbeidsongevallen, arbeidsinhoud, arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden van werknemers.

Samenwerking

De NEA wordt uitgevoerd door het CBS en TNO, in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft aan het CBS en TNO gevraagd om vanaf 2018 aanvullende responsen te verzamelen onder werknemers in het primair en voortgezet onderwijs en rapportages samen te stellen over arbeidsomstandigheden, in het bijzonder werkdruk, van deze werknemers. De rapportages worden gepubliceerd op de website van TNO.

Doelpopulatie

Alle werknemers van 15 tot en met 74 jaar die in Nederland werken.

Statistische eenheid

Werknemers

Aanvang onderzoek

De NEA wordt sinds 2005 uitgevoerd.

Frequentie

De NEA wordt jaarlijks uitgevoerd.

Publicatiestrategie

De cijfers zijn definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Personensteekproef.

Waarnemingsmethode

De respondenten van de NEA vullen de enquête in op internet. Waarneming vindt plaats in de periode 1 oktober tot en met 31 december. Een gedetailleerde beschrijving van de waarnemingsmethode is te vinden in de onderzoeksbeschrijvingen (methodologisch rapporten) onderaan deze pagina. In de rapporten van 2005 tot en met 2017 is de papieren vragenlijst integraal als bijlage opgenomen. De vragenlijsten vanaf 2018 (routing en vraagteksten) zijn als download onderaan deze pagina beschikbaar.

Berichtgevers

De berichtgevers zijn werknemers.

Steekproefomvang

De bruto steekproef bedraagt in 2022 ruim 175 duizend werknemers. De netto steekproef bedraagt 61 duizend werknemers. Dit is inclusief de aanvullende responsen die in het primair en voortgezet onderwijs zijn verzameld.

Controle- en correctiemethoden

De voor steekproefonderzoek gebruikelijke plausibiliteitscontrole op interne consistentie en volledigheid wordt jaarlijks uitgevoerd. Door de wegingsmethode wordt gecorrigeerd voor onder- en oververtegenwoordiging van bepaalde groepen in de respons.

Weging

Vanaf 2022 is de steekproef in twee willekeurige helften verdeeld. In de vragenlijst is sturing aanwezig waardoor een deel van de vragen alleen aan de eerste helft van de personen wordt getoond en een ander deel van de vragen alleen aan de tweede helft. Dit wordt ook wel een split-half-ontwerp genoemd. Omdat er uitspraken gedaan dienen te worden over zowel beide helften als over de hele populatie wordt voor beide helften een weging uitgevoerd. Vervolgens worden de gewichten van beide wegingen gecombineerd via zogenaamde proportionele gewichten. Het volgende weegmodel is voor de wegingen van de beide helften gebruikt: geslacht, Leeftijd, bedrijfstak, herkomst, type huishouden, type contract, primaire inkomen, herkomstland. Voor beide wegingen is een lineaire weging uitgevoerd, waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met ongelijke insluitkansen, en anderzijds met mogelijk selectieve non-respons.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De uitkomsten van de NEA zijn onderhevig aan toevalsfluctuaties, omdat de enquête een steekproef betreft. Cijfers zijn gebaseerd op ten minste 100 waarnemingen. Op StatLine wordt voor alle cijfers niet alleen de waarde, maar ook het betrouwbaarheidsinterval gepubliceerd. De werkelijke waarde ligt met 95 procent waarschijnlijkheid in dit interval. De grootte van het betrouwbaarheidsinterval wordt medebepaald door de omvang van de steekproef. Grotere steekproeven betekenen kleinere betrouwbaarheidsintervallen en preciezere schattingen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Vanaf het verslagjaar 2022 verschilt de wijze waarop gegevens voor de NEA zijn verzameld en verwerkt op enkele punten van eerdere verslagjaren. Daardoor zijn de cijfers vanaf 2022 mogelijk niet in alle gevallen vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2021.

Het CBS trekt uitsluitend conclusies over mutaties tussen 2021 en 2022 als de vraagstelling niet is gewijzigd, gebruik van het vorige weegmodel niet tot andere conclusies over mutaties tussen 2021 en 2022 leidt en er geen andere ‘aannemelijke redenen’ zijn om een methodebreuk te vermoeden.

Ook in 2018 is de onderzoeksopzet van de NEA veranderd. Niet alleen is de bruto steekproefomvang verhoogd naar ruim 172 duizend werknemers, maar ook kan de vragenlijst uitsluitend via internet en niet meer op papier ingevuld worden. Volgens verkennende analyses zorgt het weglaten van de respons op papier voor een lichte verandering in de samenstelling van de respons, die niet of nauwelijks gevolgen heeft voor de uitkomsten op een aantal kernindicatoren.

De onderzoeksopzet van de NEA is in 2014 veranderd. Ten eerste is de bruto steekproefomvang fors verhoogd van 80.000 naar ruim 140.000 werknemers. Ten tweede bestaat de doelpopulatie voortaan uit werknemers van 15 tot 75 jaar, in plaats van werknemers van 15 tot 65 jaar. Ten derde is ingezet op hoofdzakelijk web-enquêtering (CAWI), in plaats van hoofdzakelijk schriftelijke enquêtering (PAPI). Ten vierde zijn meerdere vragenmodules aangepast. Tot slot wordt vanaf 2014 de dataverzameling door het CBS verzorgd. Door deze wijzigingen zijn niet alle uitkomsten van de NEA vanaf 2014 volgtijdelijk vergelijkbaar met 2013 en eerder. Meer informatie hierover is beschikbaar in de aanvullende onderzoeksbeschrijving Methodebreuk NEA 2014.

Tussen 2005 en 2013 is de onderzoeksopzet van de NEA niet veranderd. Wel is de inhoud van de vragenlijst elk jaar iets gewijzigd. In 2007 is de vragenlijst dusdanig gewijzigd, dat voor een beperkt aantal variabelen de gevonden trends tussen 2006 en 2007 mogelijk (deels) een methodologische oorzaak hebben.

Meer informatie over de onderzoeksopzet vanaf 2014 en andere methodologische aspecten van de NEA is te vinden in de jaarlijkse onderzoeksbeschrijving en methodologisch rapporten hieronder.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Er wordt onder andere gecontroleerd op interne consistentie, volledigheid en plausibiliteit.