Langdurig laag inkomen

Mensen hebben een langdurig laag inkomen wanneer ze vier jaar achtereen deel uitmaken van een huishouden met een inkomen onder de zogeheten de lage-inkomensgrens. De lage-inkomensgrens vertegenwoordigt voor alle huishoudens hetzelfde welvaartsniveau. De hoogte van de bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 is hierbij het vertrekpunt. In dat jaar was de koopkracht van de bijstand het hoogst. Voor andere typen huishoudens is de lage-inkomensgrens vastgesteld door een opslagfactor toe te passen, die is gebaseerd op de feitelijke extra uitgaven van huishoudens met een andere omvang en samenstelling. Voor de jaren na 1979 is de lage-inkomensgrens gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling, waardoor zij geschikt is voor vergelijking in de tijd.