Permanent Onderzoek LeefSituatie (POLS), deelmodule Recht en Participatie (REP)

Doel

Het algemene doel van het Permanent Onderzoek LeefSituatie (POLS) is het doorlopend verzamelen van hoogwaardige en samenhangende gegevens over de leefsituatie van de Nederlandse bevolking.  Voor een algemene toelichting zie verder de de POLS-basisvragenlijst.
De deelmodule Recht en participatie (REP) heeft tot doel het verzamelen van gegevens ten behoeve het POLS-onderdeel Recht (slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit en de daarbij ondervonden delicten, beroep op rechtskundige instanties, problemen die tot een beroep op rechtskundige instanties kunnen leiden, voorzorgsmaatregelen in verband met criminaliteit, beroep op de politie). Een deel van deze gegevens wordt eveneens verzameld in de deelmodule Recht en milieu (REM); zie hiervoor verder POLS-Recht. Verder wordt via deze module informatie verzameld over deelname aan maatschappelijke activiteiten, waaronder deelname aan vrijwilligerswerk, aan het geven van hulp aan anderen buiten organisaties om (de zogenoemde informele hulp), en aan deelname aan vrijetijdsactiviteiten op vooral cultureel en recreatief terrein. Ook worden sociale contacten met buren, vrienden en kennissen in kaart gebracht. Ten slotte worden enkele vragen gesteld over welzijn en over de tijd die mensen zouden willen besteden aan betaald werk, huishoudelijk werk en vrijwilligerswerk ten opzichte van de tijd die er daadwerkelijk aan wordt besteed. Daarbij wordt ook de tevredenheid over diverse aspecten van de leefsituatie gemeten.

Doelpopulatie

Personen van 12 jaar en ouder in particuliere huishoudens in Nederland.

Nettosteekproefomvang

Het aantal respondenten voor de deelmodule REP varieert tussen rond 3 800 en 5 300. In 2004 is dit aantal hoger dan in de voorgaande jaren vanwege uitbreiding met de module mini-TBO. Zie onderstaand overzicht.

Jaar  deelmodule
   REP                           Aantal respondenten van 12 jaar of ouder

1997                           3777
1998                           4794
1999                           4660
2000                           4590
2001                           4384
2002                           4430
2003                           4540
2004                           5308

Herweging

Voor de modules REP en REM gezamenlijk wordt gewogen naar de overeenkomstige verdelingen in de totale bevolking van onder meer geslacht, leeftijd en burgerlijke staat, en naar de verdelingen in de POLS-basisvragenlijst naar wel of geen werk en eigen woning of huurwoning.
De wegingscoëfficiënt van de REM- en REP-modules afzonderlijk wordt verkregen door de wegingscoëfficiënt voor beide deelmodules samen zodanig te corrigeren dat de kruising van leeftijd en geslacht ook voor elke deelmodule afzonderlijk consistent is met de bekende populatietotalen. Het gebruik van de extra informatie uit de grotere massa van de basisvragenlijst bij de weging (ook wel consistente weging genoemd) leidt bij de inhoudelijke kenmerken uit de deelmodules die relatief sterk samenhangen met de gebruikte hulpvariabelen tot een duidelijk lagere variantie, wat een meer nauwkeurige schatting oplevert.

Nauwkeurigheid

Bij minder dan 50 steekproefpersonen voor een bepaalde indelingscategorie worden in de StatLine-tabellen geen percentages gepresenteerd. De marges zijn dan te groot om nog van voldoende betrouwbare geschatte percentages te kunnen spreken.

Steekproefeenheid

Persoon.

Berichtgevers

Personen in particuliere huishoudens.

Waarnemingsmethode

Directe computerinvoer door enquêteur/enquêtrice bij persoonlijk bezoek.

Frequentie

Doorlopend, van 1997 t/m 2004 (per jaar in maandporties).

Soort onderzoek

Personensteekproef.

Verslagperiode

Jaar.

Entiteit

Persoon; huishouden.