Fruitteelt; oogst appels en peren

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Het vaststellen van de oogst en teeltoppervlakte van appels en peren in Nederland. 

Doelpopulatie

Alle agrarische bedrijven met appel- en/of perenteelt in Nederland (zoals waargenomen met de landbouwtelling), ingedeeld in vier productieregio's. Deze regio's zijn zodanig samengesteld dat binnen iedere regio gelijksoortige productieomstandigheden gelden.

Aanvang onderzoek

Teeltoppervlakte: 1992.
Productie: 1983.

Frequentie

Per jaar

Publicatiestrategie

Zodra de enquêteresultaten besproken zijn in een panel van experts worden deze op StatLine geplaatst. In maart verschijnen de voorlopige cijfers over het voorgaande jaar en krijgen de cijfers van een jaar eerder een definitieve status.
De StatLinetabel “Fruitteelt; productie appels en peren” bevat gegevens vanaf verslagjaar 2004.
Gegevens van eerdere verslagjaren staan in twee stopgezette StatLinetabellen.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Soort onderzoek

In het voorjaar wordt met de jaarlijkse landbouwtelling de totale teeltoppervlakte aan appel- en/of perenbomen in Nederland waargenomen. Elk najaar houdt het CBS het steekproefonderzoek
‘Oogstraming appels en peren’ om per productieregio de totale teeltoppervlakte appels en peren uit te splitsen naar ras. Met dit onderzoek wordt ook de jaarlijkse productie aan appels en peren vastgesteld.

Waarnemingsmethode

De dataverzameling gebeurt met een schriftelijke enquête.

Waarnemingspopulatie

Alle agrarische bedrijven met appel- en/of perenteelt in Nederland (zoals waargenomen met de landbouwtelling), ingedeeld in vier productieregio’s. Deze regio’s zijn zodanig samengesteld dat binnen één regio voor alle bedrijven gelijksoortige productieomstandigheden gelden.

Steekproefomvang

De steekproef omvat circa duizend agrarische bedrijven. Dit komt overeen met ongeveer de helft van het aantal agrarische bedrijven met appel- en/of perenteelt in Nederland.

Ophoging

Ophoging van de enquêtegegevens gebeurt op basis van totalen uit de landbouwtelling.

Controle- en correctiemethoden

De enquêtegegevens worden gecontroleerd op interne consistentie en volledigheid. Voor het doorvoeren van de nodige correcties is er een dataverwerkingsysteem gebouwd. Met dit systeem worden foutieve opgaven en onwaarschijnlijkheden automatisch opgespoord.
De opgehoogde enquêtegegevens worden vergeleken met soortgelijke gegevens, die verzameld zijn door een panel van experts. Naast statistici van het CBS zitten hierin vertegenwoordigers van het Productschap Tuinbouw (PT), het Landbouw-Economisch Instituut (LEI), de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) en Dienst Landbouwvoorlichting (DLV). Zo nodig worden de oorspronkelijke enquêteresultaten iets bijgesteld.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Hiervoor kan de volgende vuistregel gebruikt worden. Hoe kleiner het teeltoppervlak van een appel- en/of perenras, hoe groter de relatieve fout. Zo is de relatieve fout maximaal 5 procent voor appel- en perenrassen met een groot oppervlak (> 1000 ha) en kan het oplopen tot zo’n 20 procent bij de rassen met een klein oppervlak.