Energieverbruik in de landbouw

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Het beschrijven van het energieverbruik in de landbouw, uitgesplitst naar energiedrager. Het agrarisch energieverbruik bestaat voor een groot deel uit aardgasverbruik door de glastuinbouw.

Doelpopulatie

Alle landbouwbedrijven volgens de standaard bedriifsindeling (SBI) van het CBS welke overeenkomt met de definitie van de landbouw in de internationale energiestatistieken.

Statistische eenheid

Het onderzoek valt uiteen in drie delen: glastuinbouw, overige land- en tuinbouw (excl. loonbedrijven) en de loonbedrijven voor de landbouw. Elk deel heeft een eigen methode en een eigen statistische eenheid. Bij de glastuinbouw is de statistische eenheid een hectare glas. Bij de overige landbouw is de statistische eenheid een landbouwbedrijf zoals vastgelegd in het Bedrijfsregistratiesysteem (BRS) van het Ministerie van LNV. Bij de loonbedrijven gaat het om een schatting op geaggregeerd niveau.

Aanvang onderzoek

Vanaf 1990.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Jaarlijks worden de meest recente gegevens toegevoegd. Tegelijkertijd kunnen cijfers van voorgaande jaren worden bijgesteld.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Soort onderzoek

Glastuinbouw: Combinatie van een reeks verschillende bronnen. Het gaat vooral om publieke en private registraties. Jaarlijks schrijft het Landbouweconomisch Instituut (LEI) een rapport waarin de methode wordt toegelicht. Dit rapport is beschikbaar op de website van het LEI.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven): steekproefonderzoek.
Loonbedrijven: combinatie van informatie uit bestand voor bedrijfsvergelijkingen en expert estimates.

Waarnemingsmethode

Glastuinbouw: Registraties die van andere instanties en bedrijven worden verkregen.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven): Er wordt gebruik gemaakt van het bedrijveninformatienetwerk (BIN) van het LEI. Bij de bedrijven die tot het BIN behoren, wordt voor 1 000 bedrijven de boekhouding door LEI-medewerkers verzorgd. Voor nog eens 500 bedrijven koopt het LEI de boekhouding van administratiekantoren. Daardoor heeft het LEI van de BIN-bedrijven een gedetailleerd beeld van alle bedrijfseconomische transacties. Van de 1000 bedrijven waarvoor het LEI zelf de boekhouding verzorgt is ook informatie beschikbaar over de aankoop en verkoop van energie in fysieke hoeveelheden. Voor de 500 bedrijven waarvan het LEI de gegevens koopt zijn de fysieke gegevens geschat op basis van de financiële gegevens een prijsinformatie.
Loonbedrijven: Startpunt is informatie van CUMELA (brancheorganisaties voor bedrijven die actief zijn in die actief zijn in cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie en loonwerk agrarisch) over de aankoop van diesel door leden. Via expert schatting is daaruit afgeleid welk deel daarvan is verbruikt voor loonwerk voor de landbouw.  De fysieke hoeveelheden zijn afgeleid uit prijsinformatie van CUMELA. De resultaten zijn opgehoogd naar heel Nederland met behulp van een expertschatting van CUMELA voor het marktaandeel van de leden van CUMELA.

Berichtgevers

Glastuinbouw: de beheerders van de registratiesystemen.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven): LEI zelf is de berichtgever, omdat het LEI zelf de boekhouding verzorgt voor de bedrijven in de steekproef.
Loonbedrijven: CUMELA

Steekproefomvang

Glastuinbouw: De gebruikte informatiebronnen hebben betrekking op een gedeelte of op het totaal van alle glastuinbouw. Indien de bronnen slechts betrekking hebben op een deel van de glastuinbouw, dan wordt daarvoor gecorrigeerd, bijvoorbeeld via het areaal.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven):  In het Bedrijveninformatienet van het LEI zijn ongeveer 1 500 land- en tuinbouwbedrijven.
Loonbedrijven: steekproefomvang is onbekend.

Controle- en correctiemethoden

Glastuinbouw: Combinatie van verschillende, gedeeltelijk onafhankelijke bronnen. Zie verder ook het jaarlijkse rapport van het LEI over de glastuinbouw.

Overige landbouw (excl. loonbedrijven): Zie de website van het LEI 

Weging

Glastuinbouw: Indien de bronnen slechts betrekking hebben op een deel van de glastuinbouw, dan wordt daarvoor gecorrigeerd bijvoorbeeld via het areaal.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven): Het steekproefkader van het bedrijveninformatienetwerk is de Landbouwtelling. Uitkomsten uit de Landbouwtelling zijn gebruikt voor het bepalen van de weegfactoren.
Loonbedrijven: ophoging via expertschatting.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Glastuinbouw: Jaarlijks schrijft het Landbouweconomisch Instituut (LEI) een rapport waarin de methode wordt toegelicht voor de energiemonitor in de glastuinbouw. Dit rapport is beschikbaar op de website van het LEI.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven): Voor informatie over het BIN, zie de bovengenoemde website van het LEI. Het 95 procent betrouwbaarheidsinterval van de steekproef voor de hele overige landbouw (excl. loonbedrijven) is 2 procent voor aardgas, 1 procent voor brandstoffen voor tractoren ook 1 procent voor elektriciteit en 5 procent voor overige fossiele brandstoffen voor verwarming. Voor deelsectoren is de steekproefmarge groter.
Loonbedrijven: een expertschatting van de onzekerheid bedraagt 20 procent.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Glastuinbouw: In de loop der jaren zijn de gebruikte bronnen gedeeltelijk veranderd. Indien nieuwe informatiebronnen aanleiding gaven tot forse aanpassing van eerder gepubliceerde cijfers, zijn deze aanpassingen doorgevoerd om zo de vergelijkbaarheid te waarborgen.
Overige landbouw (excl. loonbedrijven): Met ingang van het verslagjaar 2009 is bij de Landbouwtelling overgestapt op een nieuwe indeling in bedrijfstypen. Deze indeling in bedrijfstypen is gebruikt bij de ophoging. De nieuwe indeling is teruggelegd tot en het jaar 2002. Tussen 2001 en 2002 zit daarom een breuk. Dat is vooral zichtbaar bij het aardgas.
Loonbedrijven: Wegens gebrek aan informatie is voor elk jaar hetzelfde getal aangehouden.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Jaarlijks schrijft het Landbouweconomisch Instituut (LEI) een rapport waarin de methode wordt toegelicht voor de energiemonitor in de glastuinbouw. Dit rapport is beschikbaar op de website  van het LEI.

Voor informatie over het BIN: zie de bovengenoemde website van het LEI.
Loonbedrijven: gebruik maken van de best beschikbare informatie zonder enquêtes uit te sturen.