Budgetonderzoek

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van actuele en internationaal vergelijkbare gegevens over de (consumptieve) bestedingen van huishoudens.

Doelpopulatie

Particuliere huishoudens in Nederland. Bewoners van instellingen en tehuizen behoren niet tot de doelpopulatie.

Statistische eenheid

Huishoudens.

Aanvang onderzoek

Het onderzoek is in deze vorm gestart in 2012. Voor eerdere jaren hanteerde het CBS een andere waarneemmethode. Het Budgetonderzoek is voor het eerst in 1978 uitgevoerd.

Frequentie

Het onderzoek in deze vorm is uitgevoerd in 2012 en 2013. Vanaf 2015 wordt het een doorlopend vijfjaarlijks onderzoek.

Publicatiestrategie

De statistiek publiceert één tot anderhalf jaar na afloop van het onderzoeksjaar voorlopige cijfers. Een jaar later worden deze vervangen door definitieve cijfers.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Deelnemers aan het Budgetonderzoek noteren gedurende vier weken alle uitgaven aan artikelen en diensten van 20 euro en meer. Tijdens één van de vier weken noteren ze tevens alle uitgaven aan artikelen en diensten van minder dan 20 euro. Het noteren van de uitgaven gebeurt in een online huishoudboekje. Daarnaast vullen de huishoudens een vragenlijst in over hun vaste lasten en een vragenlijst met vragen over het huishouden. Vanaf 2015 vullen huishoudens direct na afloop van het onderzoeksjaar een vragenlijst in over zeer grote uitgaven en uitgaven aan en tijdens vakanties in het onderzoeksjaar.

Waarnemingsmethode

Huishoudens worden schriftelijk geworven. Indien een telefoonnummer bekend is, worden huishoudens ook per telefoon benaderd om mee te doen. Deelnemende huishoudens ontvangen een inlogcode om de verschillende vragenlijsten en het huishoudboekje in te vullen op https://www.budgetonderzoek.nl. Tijdens de waarneemperiode worden huishoudens, indien mogelijk, telefonisch gemotiveerd. Gegevens over inkomen worden gekoppeld vanuit registraties waar het CBS over beschikt.

Berichtgevers

Doorgaans verzamelt één persoon in het huishouden de gegevens over uitgaven voor alle huishoudensleden.

Steekproefomvang

In 2012 hebben uiteindelijk 6 duizend huishoudens meegedaan, in 2013 circa 5 duizend. In 2015 is de steekproefomvang aanzienlijk groter met 15 duizend deelnemende huishoudens.

Controle- en correctiemethoden

Controle en correctie van de gegevens vindt in het hele traject plaats:

  • Tijdens de waarneming met automatische controles bij het invullen van de online vragenlijsten en het online huishoudboekje. Het typeren van uitgaven wordt ondersteund via lijsten met eerder gedefinieerde typeringen.
  • Tijdens de verwerking van de onderzoeksgegevens door het imputeren van ontbrekende gegevens en correcties op basis van aanvullende registerinformatie.
  • Voorafgaande aan publicatie door controle met interne en externe bronnen.

Weging

Het ophogen van de waarnemingen vindt plaats in twee stappen.

Ten eerste worden aan de waarnemingen startgewichten toegekend. Deze startgewichten zijn zo berekend dat ze corrigeren voor ongelijke trekkingskansen die voortkomen uit de gehanteerde steekproeftrekking. Huishoudens hebben namelijk niet allemaal dezelfde kans om in de steekproef terecht te komen. Ieder huishouden krijgt dus een gewicht dat omgekeerd evenredig is aan de trekkingskans.

In de tweede stap worden definitieve ophoogfactoren bepaald. Met deze stap wordt de vertekening ten gevolge van non-respons gereduceerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens over leeftijd, geslacht, huishoudensgrootte, huishoudensinkomen, woonsituatie (huur/koop) en provincie. De gewogen uitkomsten zijn uiteindelijk representatief voor de huishoudens in Nederland.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Bij de uitkomsten van het Budgetonderzoek is sprake van schattingsfouten. Bij de interpretatie van de cijfers dient hiermee rekening gehouden te worden. Bij de publicatie van de bestedingen van alle huishoudens wordt per bestedingscategorie de standaardfout in % van de betreffende besteding gepubliceerd om een indruk te geven van de marge op de schatting van de besteding.
Steekproeffouten worden veroorzaakt doordat slechts een gedeelte van de populatie wordt onderzocht. Deze fout zou dus niet optreden als alle elementen in de populatie worden waargenomen. Op grond van de waarnemingen in de steekproef worden uitspraken gedaan over waarden in de populatie. Bij herhaald uitvoeren van de steekproeftrekking zal de schatting niet steeds dezelfde uitkomst hebben. Het verschil tussen een schatting op basis van een steekproef en de werkelijke waarde wordt schattingsfout genoemd. De schattingsfout kan gekwantificeerd worden met behulp van de standaardfout. Met behulp van deze standaardfouten kunnen betrouwbaarheidsintervallen voor de geschatte gemiddelde uitgaven worden berekend. We lichten dit toe aan de hand van een voorbeeld.

Voor de totale steekproef bedraagt in 2013 de gemiddelde besteding aan voeding 3 635 euro. De standaardfout van voeding is 1% hiervan ofwel 36 euro. De 95%-betrouwbaarheidsgrenzen voor de gemiddelde besteding aan voeding zijn dan 3 564 euro (= 3 635 - 1,96 x 36) en 3 706 euro (= 3 635 + 1,96 x 36). Dit 95%-betrouwbaarheidsinterval kan als volgt geïnterpreteerd worden: de kans dat het interval (3 564 euro; 3 706 euro) de werkelijke gemiddelde besteding aan voeding (de populatiewaarde) bevat, is 95%.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Door veranderingen in methode zijn de cijfers van het Budgetonderzoek tot 2005, het Budgetonderzoek van 2005 tot en met 2010 en het Budgetonderzoek vanaf 2012 niet geheel vergelijkbaar. De methodebreuken zijn niet kwantificeerbaar. Bij het vergelijken van de uitkomsten van de Budgetonderzoeken vanaf 2012 met de jaren daarvoor moet hiermee rekening worden gehouden.

Daarnaast is bij de publicatie van de cijfers van het Budgetonderzoek vanaf 2012 een ander indelingsschema van de bestedingen gehanteerd dan bij de onderzoeken tot en met 2010. Het nieuwe schema is afgeleid van de Eurostat classificatie ECOICOP (European Classification of Individual Consumption according to Purpose).

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Deelnemers aan het Budgetonderzoek kunnen hun mobiele telefoonnummer en/of e-mail adres vastleggen, voor motivatie via SMS of e-mail tijdens de invulperiode van het onderzoek. Binnen het CBS is een helpdesk ingericht die ondersteuning biedt bij invulling van de vragenlijsten en het huishoudboekje. Bij de verwerking van de cijfers worden de gegevens uitgebreid gecontroleerd op interne consistentie en volledigheid. Dit gebeurt op basis van cijfers van voorgaande jaren en met gegevens van Nationale Rekeningen en Consumentenprijsindex.