Milieudienstverlening

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het verkrijgen van financiële gegevens over de milieudienstverlening. Dit zijn bedrijven met activiteiten op het gebied van rioolreiniging, de inzameling en (eind)ver- en bewerking van afvalstoffen, en de sanering van milieuverontreiniging.

Doelpopulatie

Particuliere bedrijven in de milieudienstverlening (sbi 9000), waar ten minste 15 uur per week wordt gewerkt. Er zijn gegevens over het aantal werkzame personen, baten en lasten per grootteklasse en sbi.

Statistische eenheid

Bedrijfseenheid.

Aanvang onderzoek

1993. Vanaf 2002 is er een nieuwe tijdreeks.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Definitieve cijfers worden gepubliceerd anderhalf jaar na het jaar van onderzoek.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Het is een zogenoemde productiestatistiek. Een productiestatistiek geeft de omzet en de kostenstructuur van een bedrijfstak. De basisgegevens worden verkregen via een schriftelijke integrale enquête onder milieudienstverlenende bedrijven.

Waarnemingsmethode

Er wordt één vragenlijst gebruikt voor kleine, middelgrote en grote bedrijven. Kern van de vragenlijst is een korte verlies- en winstrekening. Ook worden vragen gesteld over de personele bezetting en afzet- en inputspecificaties. Verder bevat de vragenlijst branchespecifieke vragen, bijvoorbeeld over "afgedragen milieuheffingen".

Berichtgevers

Particuliere bedrijven in de milieudienstverlening (sbi 9000), waar ten minste 15 uur per week wordt gewerkt.

Steekproefomvang

Circa 1 000 bedrijven.

Controle- en correctiemethoden

  • Na digitalisering wordt elk formulier geautomatiseerd vergeleken met het ingevulde formulier van de hetzelfde bedrijf van een jaar tevoren en/of de opgaven worden vergeleken met het gemiddelde of de mediaan van de groep (branche, grootteklasse) waartoe een bedrijf behoort, en de opgaven in een maand- of kwartaalstatistiek.
  • Inconsistenties worden of geautomatiseerd of handmatig gecorrigeerd.
  • Handmatige correctie gebeurt alleen bij grote inconsistenties en inconsistenties bij grote bedrijven. Hierbij wordt de hele vragenlijst beoordeeld en eventueel gecorrigeerd. Ook ontbrekende antwoorden worden zo mogelijk ingevuld. Waar nodig wordt overlegd met de respondent.

Weging

  • Ophoging gebeurt met een regressieschatter die gebruik maakt van de samenhang tussen de variabelen op de vragenlijst en hulpinformatie uit het Vennootschaps Informatie Systeem en Belasting Toegevoegde waarde van de Belastingdienst. Hierbij wordt ook gecorrigeerd voor non-respons.

  • Voor zeer grote bedrijven is deze methode te grof. Daarom schat het CBS voor deze bedrijven de opgave op basis van informatie uit andere interne en externe bronnen. In de praktijk gebeurt dit bij een zeer klein percentage van de grote bedrijven.

  • Daarnaast is er nog een klein percentage bedrijven dat om een andere reden uniek is (bijvoorbeeld omdat zij een bijzondere opbrengsten- en kostenstructuur hebben). Deze bedrijven worden zowel geautomatiseerd als handmatig gedetecteerd, en op een passende wijze in de uitkomsten verwerkt.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Ruim 70 procent van de bedrijven retourneert een bruikbare vragenlijst.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Met ingang van 2002 zijn de vragenlijsten, steekproefontwerp, werkwijzen, en controle-, ophoog- en correctiemethoden vernieuwd. Ondanks al deze veranderingen zijn de onderzoeksuitkomsten op het 4e en 5e digit van de sbi voor de meeste variabelen (of samenstelling hiervan) min of meer vergelijkbaar met de bestaande reeksen. De variabele "aantal bedrijven" is echter een uitzondering. Met ingang van 2002 wordt daarom voor deze variabele aangesloten bij de Europese definitie die gehanteerd wordt in de statistieken van economische demografie. Als gevolg hiervan betreft het aantal bedrijven de economisch actieve bedrijven waarin ten minste voor 15 uur per week wordt gewerkt, gemeten op 1 januari van het verslagjaar.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Voordat de uitkomsten worden gepubliceerd, vindt er een controle op tabelniveau plaats. Vertonen de uitkomsten bij vergelijking met bijvoorbeeld het voorgaande jaar of met andere statistische gegevens onverwachte of ongeloofwaardige stijgingen of dalingen, of geven bepaalde kengetallen (zoals productie per voltijd werknemer) een verdachte waarde, dan wordt het basismateriaal van het betreffende onderdeel nogmaals kritisch bekeken en worden eventueel correcties aangebracht.