De directe uitgaven die voor een bepaalde vakantie zijn gemaakt, dat wil zeggen reiskosten, verblijfkosten, uitgaven aan voeding en overige kosten die rechtstreeks verband houden met de vakantie (bijvoorbeeld...
Participatie, aantal vakanties, vakantiedagen, overnachtingen, uitgaven Organisatiegraad, accommodatie, vervoermiddel, verblijfsduur
In 2020 daalde het aantal vakanties van Nederlanders in het buitenland tot 11,7 miljoen, 11,2 miljoen minder dan in 2019. 17 miljoen mensen gingen in eigen land op vakantie, dat zijn er een miljoen minder...
Vakantie waarbij voornamelijk van toeristische logiesvormen gebruik is gemaakt.
Inkomsten, uitgaven, overheidssaldo en -schuld, overheidsconsumptie van de sector overheid in miljoen euro's en als percentage van BBP.
Een persoon die een vakantie doorbrengt. Achter iedere vakantie staat één vakantieganger
Soort voertuig waarmee op de heenreis van de vakantie de grootste afstand werd afgelegd.
Een terrein met een aantal zomerhuisjes, stacaravans, (vakantie-)bungalows of (vakantie-)appartementen, die hoofdzakelijk voor verhuur door de exploitant of beheerder van het complex beschikbaar zijn.
In 2018 waren de totale vakantie-uitgaven van Nederlanders in een vakantiejaar ruim 21 miljard euro uit aan vakanties. Ruim 17 miljard euro werd aan vakanties in het buitenland uitgegeven.
Productie, bestedingen, inkomen, economische relaties met het buitenland en aanvullende gegevens.
Bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs gaven in 2020 bijna 18,4 miljard euro uit aan research en development (R&D) met eigen en ingeleend personeel. Dit is een stijging van ruim een half miljard...
Consumptieve bestedingen naar verbruiksfunctie Verbruiksfuncties volgens COICOP-indeling
Inkomsten, uitgaven en saldo per maand van de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen, op kasbasis volgens EU-richtlijn 2011/85.
De uitgaven van huishoudens aan huiswerkbegeleiding, bijles, eindtoets- en examentraining in de periode 1995-2020.
Verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met tenminste vier opeenvolgende overnachtingen.
Verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met ten minste één en ten hoogste drie opeenvolgende overnachtingen.
Het land waar men tijdens een vakantie het grootste aantal overnachtingen heeft doorgebracht.
De totale duur in dagen van een vakantie, inclusief de dag van vertrek en van terugkeer.
Het aandeel van de bevolking (of een categorie daaruit) dat in de periode waarop de analyse betrekking heeft ten minste één maal een vakantie heeft doorgebracht.