Onderzoek wegen van responsdata

Dit is jouw uitdaging

Het CBS doet regelmatig steekproeven onder de Nederlandse bevolking. Daarmee maken we statistieken. Niet iedereen doet mee aan zo'n steekproef. Dat noemen we selectieve nonrespons.

We proberen de respons zo gelijkmatig mogelijk te laten zijn. Daarbij letten we op kenmerken zoals leeftijd, geslacht of herkomst. Toch lukt het niet altijd om een goed evenwicht te krijgen. Daarom passen we een weging toe nadat de respons is binnengekomen. Dat betekent dat de respondenten een gewicht krijgen. Iemand met een achtergrond die weinig voorkomt in de respons, krijgt een hoger gewicht. Iemand met een achtergrond die juist veel voorkomt, krijgt een lager gewicht.

Bij het maken van een weging zijn er belangrijke keuzes die we moeten maken. We kunnen niet voor elk kenmerk corrigeren. Dan zouden sommige gewichten te extreem worden. Dan is het beter om niet te veel kenmerken tegelijk te gebruiken, anders zouden bijvoorbeeld de marges van de uitkomsten groter worden. Toch is het soms wél belangrijk om voor bepaalde kenmerken te corrigeren. Dat geldt vooral als die kenmerken samenhangen met de hoofdvragen van het onderzoek. In dat geval helpt corrigeren om betere uitkomsten te krijgen. Er moet dus een goede balans gevonden worden.

Het CBS heeft een vaste procedure voor hoe een weging wordt uitgevoerd, maar er zijn ook nieuwe ideeën. Eén daarvan is het gebruik van een zogenaamde voorweging. Daarbij gebeurt het wegen in twee stappen. Eerst wordt er gecorrigeerd voor nonrespons. Daarna kan er verder gewogen worden naar kenmerken die belangrijk zijn voor het onderzoek. Zo kunnen er misschien meer of andere kenmerken meegenomen worden.

Deze vraag speelt bij de huidige steekproeven, maar ook bij nieuwe toepassingen.

Dit onderzoek valt uiteen in twee afstudeerstages.

Afstudeerstage A.
Dit is een kleinere en meer afgebakende opdracht, waarbij je specifiek gaat kijken naar zogenaamde herbenaderingen: onderzoeken waarbij alleen personen worden uitgenodigd om deel te nemen die al aan een eerder onderzoek hebben deelgenomen. Hier kunnen diverse opties bekeken worden voor hoe de weging vormgegeven wordt.

Afstudeerstage B.
Dit is een bredere opdracht en richt zich op algemene onderzoeken en het bredere proces van wegen.

Beide opdrachten gaan dus over een van de kernprocessen binnen het CBS: het wegen van responsdata. Bij wegingen moeten er diverse keuzes gemaakt worden en is het niet altijd duidelijk wat beter is. Je gaat aan de slag om grip te krijgen op die keuzes. Je gaat proberen te bepalen welke keuzes de beste resultaten opleveren.

Afhankelijk van de resultaten van jouw onderzoek zouden weegmethoden aangepast kunnen worden en daarmee heeft jouw onderzoek directe impact op de statistieken van het CBS.

Tijdens de gesprekken zal duidelijk worden of één student beide onderdelen als een samengestelde afstudeerstage gaat uitvoeren of dat twee studenten ieder een eigen onderdeel gaan uitvoeren.