Conjunctuurenquête Nederland, kwartaal

Wat behelst het onderzoek?

Doel

De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) kwartaalreeks brengt voor het Nederlandse bedrijfsleven de belangrijkste conjunctuurrelevante ontwikkelingen op een representatieve manier in kaart, zowel op nationaal als regionaal niveau. COEN is opgezet als een aanvulling op de maandelijkse enquêtes die het CBS en EIB in Europees verband uitvoeren in de industrie, de detailhandel, de dienstensector en de bouw. Dit betekent dat er steeds aan het begin van een kwartaal in het kader van COEN extra vragen worden gesteld en er daarnaast ook meer bedrijven in de waarneming worden betrokken.

Doelpopulatie

Totaal bedrijfsleven met uitzondering van financiële bedrijven en nutsbedrijven.

Statistische eenheid

Bedrijfsvestigingen.

Aanvang onderzoek

Vierde kwartaal 2008

Frequentie

Per kwartaal

Publicatiestrategie

De uitkomsten worden gepubliceerd in drie StatLine-tabellen via de CBS-website. De uitkomsten worden uitgesplitst naar bedrijfstakken, regio’s en grootteklassen. Het detailniveau in de kwartaalpublicatie is groter dan in de maandpublicatie Conjunctuurenquête Nederland, maand. Laatstgenoemde publicatie bevat slechts voor een beperkt aantal onderdelen van het bedrijfsleven uitkomsten voor Nederland als geheel. Regiodetails zijn daarin minder goed beschikbaar en er ontbreekt informatie over de bedrijfsgrootte.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

Steekproefonderzoek onder actieve lokale bedrijfsvestigingen met 5 of meer werkzame personen, die naar bedrijfsgrootte en regio zijn ingedeeld op basis van hun eigen omvang en vestigingsplaats. Vanwege aansluiting op andere economische statistieken wordt de typering naar bedrijfstak bepaald op basis van de hoofdactiviteit van de bij het CBS gebruikte ‘bedrijfseenheid’. Bij een bedrijf met meerdere vestigingen worden dus alle vestigingen ingedeeld bij de bedrijfstak die hoort bij de activiteit van het bedrijf als geheel.

Waarnemingsmethode

De gegevens in het onderzoek worden voor het overgrote deel verzameld via digitale enquêtering bij bedrijven. Een marginale hoeveelheid enquêtes wordt op papier afgenomen. De meeste COEN-vragen zijn makkelijk en snel te beantwoorden, omdat het aantal cijfermatige antwoorden waarbij mogelijk de administratie geraadpleegd moet worden heel beperkt is. Niet alle sectoren binnen de dienstverlening worden waargenomen, maar de sectoren die worden waargenomen, zijn voldoende representatief om uitspraken over de gehele dienstverlening (met uitzondering van financiële instellingen) te zeggen.

Berichtgevers

Bedrijfsvestigingen.

Steekproefomvang

Het CBS verstuurt ongeveer 7.500 enquêtes, waarvan er minimaal 5.500 worden ingevuld. Daarnaast wordt voor de gegevens over de bouwsector gebruik gemaakt van enkele honderden enquêtes die door het EIB worden afgenomen.

Controle- en correctiemethoden

Opgaven van bedrijfsvestigingen worden beoordeeld op plausibiliteit, volledigheid en consistentie. Voor niet responderende bedrijfsvestigingen worden opgaven geïmputeerd (geschat).

Nauwkeurigheid van de cijfers

Tijdens het onderzoek wordt onder andere informatie verzameld die betrekking heeft op de verwachte ontwikkelingen van omzet, prijzen en werkgelegenheid in een branche. De eerder door ondernemers verstrekte verwachtingen worden stelselmatig geconfronteerd met de werkelijke ontwikkelingen die via andere enquêtes worden verzameld. Verder wordt een nauwkeurigheidsmarge berekend, zodat duidelijk in hoeverre de uitkomsten betrouwbaar zijn.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De gevolgde methode bij de statistische verwerking van de steekproefgegevens is erop gericht de volgtijdelijke vergelijkbaarheid van de uitkomsten te garanderen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Er wordt gecontroleerd op volledigheid, interne consistentie en plausibiliteit van de cijfers. Verder worden de uitkomsten stelselmatig geconfronteerd met uitkomsten van vergelijkbare enquêtes in omliggende landen. Het proces rond deze statistiek voldoet aan de ISO-9001-richtlijn.