Zorginstellingen, SBI 2008 (2006 t/m 2014)

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van landelijke statistieken over de verlies- en winstrekening, de balans, de investeringen en het personeel van (groepen van) ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg en maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en jeugdzorg.

Doelpopulatie

De doelpopulatie bestaat uit (groepen van) ondernemingen met de volgende klasse van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit het Algemeen Bedrijfsregister (ABR):

  • 86101 Universitair medische centra;
  • 86102 Algemene ziekenhuizen;
  • 86103 Revalidatiecentra en overige categorale ziekenhuizen;
  • 86104 en 86222 Geestelijke gezondheidszorg (GGZ);
  • 8720 en 87301 Gehandicaptenzorg;
  • 8710, 87302 en 88101 Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg;
  • 87902 Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang;
  • 87901 Aanbieders van jeugd- en opvoedhulp (ook aangeduid als jeugdzorg);
  • 88991 Bureaus jeugdzorg.

Als de ondernemingen naast bovengenoemde zorg nog andere zorg of diensten verlenen, zijn deze nevenactiviteiten wel meegeteld in de statistische beschrijving. Ondernemingen uit de genoemde SBI-klassen die niet gefinancierd worden door de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) tellen niet mee. Het gaat dan bijvoorbeeld om privaat-gefinancierde thuiszorginstellingen.

Statistische eenheid

Ondernemingengroepen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en jeugdzorg. De ondernemingengroep is de overkoepelende eenheid waarop de financiële beslissingen plaatsvinden over de verschillende bedrijfsonderdelen.

Aanvang onderzoek

2006.

Einde onderzoek

2014.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Cijfers over het meest recente verslagjaar komen als voorlopige cijfers in de StatLine-tabel. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande verslagjaar vervangen door definitieve cijfers.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

Combinatie van registratie- en enquêtegegevens.

Waarnemingsmethode

De statistiek heeft de volgende bronnen:

  • Databank DigiMV van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), met digitale jaardocumenten van (groepen van) ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ (vanaf 2012 ook voor aanbieders van jeugd- en opvoedhulp en vanaf 2013 ook voor Bureaus Jeugdzorg);
  • Digitale jaarenquête onder ziekenhuizen door Prismant in opdracht van de brancheorganisaties Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) (alleen 2006);
  • Registratie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met budgetgegevens van zorginstellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ. De zorginstellingen worden gekoppeld aan de (groepen van) ondernemingen;
  • Jaarenquêtes door de MOgroep onder provinciaal-gefinancierde jeugdzorgaanbieders en Bureaus jeugdzorg (tot 2012);
  • Jaarrekeningen van zorginstellingen. Voor de Bureaus Jeugdzorg is dit voor 2012 de enige bron.

Berichtgevers

VWS en respectievelijk NZa leveren de gegevens over individuele AWBZ- en Zvw-gefinancierde ondernemingen uit DigiMV en NZa-register aan. In 2006 is gebruik gemaakt van de NVZ- en NFU-enquêtegegevens over individuele ziekenhuizen afkomstig van Prismant.

Steekproefomvang

  • Volledige waarneming door VWS en NZa van alle ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ;
  • Volledige waarneming van alle ziekenhuizen bij de Prismant-enquêtes;
  • Volledige waarneming van alle provinciaal-gefinancierde jeugdzorgaanbieders en Bureaus jeugdzorg bij de MOgroep-enquêtes (tot 2012);
  • Volledige waarneming door VWS van alle provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders (vanaf 2012) en Bureaus jeugdzorg (vanaf 2013).

Controle- en correctiemethoden

Opgaven worden beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Ontbrekende en foute gegevens worden ingeschat op basis van beschikbare jaarrekeningen, enquêtedata uit eerdere verslagperiodes en enquêtedata van vergelijkbare ondernemingen.

Weging

De ontbrekende gegevens van grote ondernemingen worden op het niveau van de individuele onderneming geschat. Als waarnemingen ontbreken bij kleine ondernemingen, worden de waarnemingen die wel binnen zijn, opgehoogd naar populatietotalen per deelpopulatie (of stratum). Deze strata zijn ingedeeld op basis van SBI-klasse en grootteklasse werkzame personen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Vanwege non-respons hebben de uitkomsten een onbetrouwbaarheidsmarge. De absolute personeelsaantallen in de StatLine-tabel zijn daarom afgerond op tientallen en de bedragen in miljoenen euro’s.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Geen bijzonderheden.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Publicatie vindt plaats nadat de uitkomsten zijn nagekeken op plausibiliteit. De plausibiliteitscontrole bestaat uit:

  • tijdreeksanalyse (consistentie in de tijd);
  • kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen);
  • confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen.