Ziekenhuispatiënten naar diagnose

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het produceren van cijfers over in het ziekenhuis opgenomen patiënten naar diagnose.

Doelpopulatie

Personen die zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en een of meer ziekenhuisopnamen hebben gehad. De ziekenhuisopnamen betreffen zowel klinische als dagopnamen in alle algemene, academische en categorale ziekenhuizen, met uitzondering van de revalidatie-, epilepsie- en astmacentra en een kankerkliniek.

Statistische eenheid

Het aantal personen met minstens één ziekenhuisopname voor een bepaalde diagnose in het betreffende kalenderjaar (klinische prevalentie).
Het aantal personen met een eerste ziekenhuisopname voor een bepaalde diagnose in het betreffende kalenderjaar en geen opnamen voor dezelfde diagnose in de vijf voorafgaande jaren (klinische incidentie).

Aanvang onderzoek

Het onderzoek van de klinische prevalenties heeft betrekking op de jaren vanaf 1995. Het onderzoek van de klinische incidenties heeft betrekking op de jaren vanaf 2000.

Frequentie

Onregelmatig; afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende nieuwe brongegevens.

Publicatiestrategie

Cijfers worden gepubliceerd in de StatLine-publicatie: Ziekenhuispatiënten naar diagnose.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

In dit onderzoek worden registers gecombineerd: gegevens over ziekenhuisopnamen uit de Landelijke Medische Registratie (LMR) worden gekoppeld aan de GBA op basis van geboortedatum, geslacht en viercijferige postcode. Op basis van deze sleutel kan ca. 84% van de ziekenhuisopnamen uniek gekoppeld worden aan de GBA. De koppeling is nader beschreven in de CBS-publicatie:
Koppeling van LMR- en GBA-gegevens: Methode, resultaten en kwaliteitsonderzoek (A. de Bruin, E.I. de Bruin, A. Gast, J.W.P.F. Kardaun, M. van Sijl & G.C.G. Verweij, december 2003).

Waarnemingsmethode

De ziekenhuizen leveren de LMR-gegevens digitaal aan Tieto, die controles uitvoert en de resultaten terugkoppelt naar de ziekenhuizen, waarna eventueel correcties plaatsvinden. CBS ontvangt de definitieve LMR-jaarbestanden van Dutch Hospital Data en koppelt deze aan de GBA. De administratie van het ziekenhuis legt bij elke opname administratieve LMR-gegevens vast. Bij ontslag worden de medische gegevens ingevuld door of namens de specialist op het ontslagformulier. De medische administratie van het ziekenhuis codeert en registreert deze gegevens vervolgens in de LMR.

Berichtgevers

De berichtgevers van de LMR zijn alle algemene en academische ziekenhuizen en enkele categorale instellingen (instellingen waar slechts één bepaalde ziektegroep behandeld wordt).

Steekproefomvang

De gehele geregistreerde bevolking in Nederland voor zover deze gedurende het hele kalenderjaar uniek koppelbaar was op de LMR-GBA koppelsleutel (ca. 14 miljoen personen  voor de prevalenties en 12 miljoen personen voor de incidenties in 2007). Deze populatie wordt opgehoogd naar de totale GBA-bevolking (zie: ‘Weging’).

Controle- en correctiemethoden

Tieto voert een groot aantal rubriek- en relatiecontroles uit op de LMR-gegevens, die kunnen leiden tot correcties. Het CBS controleert de waarden en frequenties van de aangeleverde variabelen globaal op plausibiliteit. Bij de in dit onderzoek gebruikte LMR-variabelen zijn geen aanvullende correcties aangebracht. Slechts bij een verwaarloosbaar aantal ziekenhuisopnamen kwamen bij kruising van diagnosegroepen, leeftijd en geslacht onmogelijke combinaties voor. Deze zijn onderdrukt in de tabel.

Weging

Met behulp van 'Iterative Proportional Fitting' wordt de deelpopulatie van personen in de GBA die gedurende het hele kalenderjaar uniek koppelbaar waren op de LMR-GBA-koppelsleutel, opgehoogd naar de totale GBA-populatie. Dit is nodig omdat de koppeling van de LMR met de GBA niet volledig is en enigszins selectief. Dit komt omdat de combinatie van koppelvariabelen (koppelsleutel) waarmee de LMR met de GBA gekoppeld kan worden maar beperkt identificerend is. De ophoogmethode is nader beschreven in de CBS-nota Ophogen op persoonsniveau van gegevens van de Landelijke Medische Registratie gekoppeld met de GBA (M. van Sijl & J. de Ree, mei 2005).

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De hiervoor beschreven LMR-GBA-ophoogmethode gaat ervan uit dat er een volledige registratie van ziekenhuisopnamen is en dat alle opnamen koppelen met de GBA (voor zover deze GBA-ingezetenen betreffen). Dit is echter niet helemaal het geval: er zijn ook ziekenhuisopnamen die niet in de registratie van de LMR staan en ziekenhuisopnamen die niet koppelen met de GBA. Hierdoor wordt het aantal personen met opnamen licht onderschat. Deze systematische onderschatting kan niet precies gekwantificeerd worden, maar is in ieder geval minder dan het totale percentage van ontbrekende en niet gekoppelde LMR-records. De onderschatting kan ook nog enigszins variëren naar leeftijd en diagnose.

Het totale percentage ontbrekende en niet gekoppelde ziekenhuisopnamen daalt geleidelijk van 6 procent in 1995 tot 4 procent in 2003 en stijgt daarna naar 15 procent in 2010. De stijging is een gevolg van een toename van het aantal ontbrekende opnamen in de LMR, welke vooral in 2006 (11%) sterk gestegen is. Omdat hierdoor ook de onderschatting van het aantal personen met ziekenhuisopnamen veel groter zou worden, zijn de cijfers vanaf 2004 bijgeschat voor deze nonrespons. Als gevolg van deze bijschatting is de maximale systematische onderschatting ca. 3 procent in 2004 en ca. 2 procent in 2010. De De bijschattingsmethode wordt beschreven in de CBS-nota Methoden van bijschatten van StatLinetabel Ziekenhuispatiënten naar diagnose (A. de Bruin, A.Ariel, G. Verweij en A. Israëls, mei 2009). Deze bijschattingsmethode is echter beperkt houdbaar, met name voor de klinische incidenties. Vanwege de voortdurende non-respons in de LMR is daarom besloten vanaf statistiekjaar 2009 voorlopig geen cijfers over de klinische incidenties meer op te nemen. 

Cijfers over ziekenhuispatiënten naar leeftijd, geslacht en diagnose kunnen soms licht verschillen van de gepubliceerde cijfers over ziekenhuispatiënten naar leeftijd, geslacht, diagnose en inkomen. Dit komt doordat de prevalenties naar inkomen en diagnose gebaseerd zijn op een steekproef, waardoor toevalsfluctuaties een grotere rol spelen.

Vergelijkbaarheid van opeenvolgende jaren

De uitkomsten van de gebruikte jaargangen van de LMR zijn redelijk goed met elkaar vergelijkbaar, hoewel er een licht dalende onderschatting zit in de cijfers (zie: ‘Nauwkeurigheid’).

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Door het CBS worden de gebruikelijke controles uitgevoerd op volledigheid en juistheid van de aangeleverde gegevens. De kwaliteit van de LMR-GBA koppeling is beschreven in het rapport Koppeling van LMR- en GBA-gegevens. Methode, resultaten en kwaliteitsonderzoek. A. de Bruin, E.I. de Bruin, A. Gast, J.W.P.F. Kardaun, M. van Sijl & G.C.G. Verweij, CBS Voorburg/Heerlen, 2003.