Volwasseneneducatie

Wat behelst het onderzoek

Doel

De statistiek voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) geeft informatie over het aantal studenten en geslaagden in het vavo. Het vavo is ontstaan als tweedekansonderwijs, waarbij volwassenen alsnog een diploma of deelcertificaat op het niveau van de theoretische leerweg van het vmbo, de havo of het vwo kunnen behalen. Tegenwoordig zijn het vooral jongvolwassenen die vavo volgen; veruit de meeste deelnemers zijn jonger dan 30 jaar. Zowel bij de studenten als geslaagden wordt bij het vavo in alle jaren onderscheid gemaakt naar onderwijssoort en enkele kenmerken van de doelpopulatie.

Doelpopulatie

Studenten en geslaagden in het door de overheid bekostigde voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.

Statistische eenheid

Personen.

Aanvang onderzoek

De eerste cijfers betreffen studiejaar 2006/’07.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Eén keer per jaar worden de tabellen vernieuwd. De voorlopige cijfers van een nieuw studiejaar worden toegevoegd. Tegelijkertijd (of kort daarna) worden de voorlopige cijfers van het voorafgaand studiejaar vervangen door definitieve cijfers. 

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registerinformatie op persoonsniveau. 

Waarnemingsmethode

Het aantal studenten wordt geteld op één peilmoment aan het begin van een studiejaar, namelijk 1 oktober.
De gediplomeerden worden tot en met studiejaar 2013/’14 geteld over de periode (1 oktober t/m 30 september één jaar later). Vanaf studiejaar 2014/’15 worden de gediplomeerden over het kalenderjaar na de start van het studiejaar geteld (voor studiejaar 2014/’15 worden de gediplomeerden dus geteld over kalenderjaar 2015). Het merendeel van de diplomadata valt in mei t/m juni. Hierdoor bestaat er geen substantieel verschil tussen de twee telmethoden.

De cijfers zijn gebaseerd op het Register Onderwijsdeelnemers (ROD). ROD bevat informatie op persoonsniveau over studenten en gediplomeerden in het bekostigde onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verzamelt de gegevens van de verschillende instellingen en beheert het register. Vervolgens bewerkt DUO deze gegevens tot ééncijferbestanden volgens met het CBS en andere gebruikers vastgestelde afleidingen. Het CBS gebruikt de ééncijferbestanden om het aantal studenten en gediplomeerden te bepalen.

Omdat in ROD ook het burger servicenummer (BSN) van de studenten en gediplomeerden is opgenomen, kan het CBS deze koppelen met andere registers op persoonsniveau, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In de tabellen is dan ook informatie opgenomen uit de GBA over geslacht en leeftijd van de studenten en gediplomeerden.

Berichtgevers

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Steekproefomvang

Niet van toepassing

Controle- en correctiemethoden

Zowel het CBS als DUO controleert de gegevens die zij van haar berichtgevers ontvangt op volledigheid en inconsistenties en brengt zo nodig in overleg met de ROC’s verbeteringen aan in het bronbestand.

Weging

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De definitieve cijfers geven een goed beeld van het werkelijke aantal studenten en gediplomeerden.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De verschillen tussen de voorlopige ten opzichte van de definitieve cijfers zijn over het algemeen klein. Vergelijkbaarheid tussen de verschillende studiejaren wordt actief in stand gehouden; waar nodig worden cijfers teruggelegd bij nieuwe indelingen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Zie controle- en correctiemethoden.