Fruitteelt; oogst en teeltoppervlakte appels en peren naar ras

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Het vaststellen van de oogst en teeltoppervlakte van appels en peren naar ras in Nederland.

Doelpopulatie

Alle agrarische bedrijven met appel- en/of perenteelt in Nederland (zoals waargenomen met de landbouwtelling).

Aanvang onderzoek

1997.

Frequentie

Per jaar.

Publicatiestrategie

Zodra de resultaten uit de Zomerraming Appels en Peren en de nameting in het najaar besproken zijn in een panel van experts worden deze op StatLine geplaatst. In maart verschijnen de voorlopige cijfers over het voorgaande jaar en krijgen de cijfers van een jaar eerder een definitieve status.
De StatLinetabel “Fruitteelt; productie appels en peren” bevat gegevens vanaf verslagjaar 2004.
Gegevens van eerdere verslagjaren staan in drie stopgezette StatLinetabellen.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Soort onderzoek

In het voorjaar wordt met de jaarlijkse landbouwtelling de totale teeltoppervlakte aan appel- en/of perenbomen in Nederland waargenomen. Deze arealen zijn input voor de Zomerraming Appels en Peren waar de voorlopige arealen en oogst wordt vastgesteld door een panel van experts uit de fruitsector. In het najaar wordt door teeltadviesorganisatie Delphy een nameting uitgevoerd d.m.v. een steekproef onder 100 representatie bedrijven.

Waarnemingsmethode

De dataverzameling is gebaseerd op arealen uit de Landbouwtelling en metingen uitgevoerd door Delphy.

Waarnemingspopulatie

Alle agrarische bedrijven met appel- en/of perenteelt in Nederland (zoals waargenomen met de landbouwtelling).

Controle- en correctiemethoden

De oppervlakte en oogst gegevens worden gecontroleerd op consistentie en volledigheid.
De gegevens worden vergeleken met soortgelijke gegevens, die verzameld zijn door een panel van experts uit de fruitsector. Naast statistici van het CBS zitten hierin vertegenwoordigers van de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO), het GroentenFruit Huis en Delphy. Zo nodig worden resultaten uit het voorgaande jaar iets bijgesteld.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Hiervoor kan de volgende vuistregel gebruikt worden. Hoe kleiner het teeltoppervlak van een appel- en/of peerras, hoe groter de relatieve fout. Zo is de relatieve fout maximaal 5 procent voor appel- en peerrassen met een groot oppervlak (> 1000 ha) en kan het oplopen tot zo’n 20 procent bij de rassen met een klein oppervlak.