Arbobegeleiding en re-integratie

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van landelijke statistische uitkomsten over het personeel, de exploitatie en de productie van bedrijven op het terrein van arbobegeleiding en re-integratie.

Doelpopulatie

Bedrijven met als hoofdactiviteit de begeleiding van zowel de werkgever als de werknemer met betrekking tot het voorkomen en het bestrijden van beroepsziekten en de terugkeer van mensen in een arbeidsomgeving, waaronder: Arbodiensten, bedrijfsartsen, arbo-adviesbureaus en re-integratiebedrijven. Deze bedrijven zijn opgenomen in het Algemeen Bedrijfsregister (ABR) en daarin geclassificeerd naar hoofdactiviteit  conform de Standaard BedrijfsIndeling (SBI). Het gaat om de volgende SBI-klasse: Instellingen voor begeleiding inzake arbeidsomstandigheden (8516.1).

Statistische eenheid

Bedrijven in SBI-klasse 8516.1.

Aanvang onderzoek

2004.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Cijfers over het meest recente verslagjaar komen als voorlopige cijfers in de StatLine-tabel. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande verslagjaar vervangen door definitieve cijfers.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

Enquêteonderzoek gebaseerd op een steekproef uit alle bedrijven in SBI-klasse 8516.1. Bedrijven met 5 werkzame personen of meer worden in ieder geval in de steekproef opgenomen.

Waarnemingsmethode

Enquête bij bedrijven. Tot verslagjaar 2006 schriftelijk, daarna digitaal.

Berichtgevers

Bedrijven in SBI-klasse 8516.1.

Steekproefomvang

Ongeveer 550 bedrijven.

Controle- en correctiemethoden

Opgaven van bedrijven worden beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Partiële non-respons (als de enquête niet volledig is ingevuld) en foutieve respons (als de enquête verkeerd is ingevuld) wordt ingeschat. Daarbij wordt zowel gebruik gemaakt van data van dezelfde berichtgever uit eerdere verslagperiodes, als van data van vergelijkbare  berichtgevers uit de lopende verslagperiode.

Weging

De volledige non-respons (als de gehele opgave van het bedrijf ontbreekt) wordt in twee stappen ingevuld:

  1. de ontbrekende gegevens van grote bedrijven worden op het niveau van het individuele bedrijf ingeschat;
  2. bij de kleine bedrijven worden de responstotalen opgehoogd naar populatietotalen per deelpopulatie, waarbij de deelpopulaties worden ingedeeld op basis van SBI-klasse en grootteklasse van het aantal werkzame personen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Omdat de resultaten gebaseerd zijn op steekproefonderzoek, moet met een onbetrouwbaarheidsmarge rekening worden gehouden. De aantallen in de tabel zijn daarom afgerond op tientallen en de bedragen op honderdduizendtallen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De statistiek begint vanaf het verslagjaar 2004 met een nieuwe reeks die gebaseerd is op de  volledige waarneming van de SBI-klasse 8516.1. De reeks vanaf 2004 is niet vergelijkbaar met eerdere jaren. Dit komt omdat bedrijven die arboactiviteiten als nevenactiviteit uitvoeren niet meer in de cijfers zijn opgenomen. Daarnaast worden vanaf 2004 ook re-integratiebedrijven in de resultaten opgenomen, die daarvoor ontbraken.

In juli 2006 is een nieuwe versie van het CBS-bedrijvenregister in productie genomen. De beschrijving van statistische eenheden in dit register (bedrijven) sluit meer aan bij die in externe registraties (zoals gegevens van de belastingdienst). De overgang naar het nieuwe register heeft een verwaarloosbaar klein effect op de uitkomsten van deze statistiek.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Uitkomsten van statistisch onderzoek worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na aanpassing, akkoord zijn bevonden. Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen worden de volgende controles uitgevoerd:

  • tijdreeksanalyse (consistentie in de tijd);
  • kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen);
  • confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen.