Cao-loonstijging in eerste kwartaal 2,4 procent

winkelstraat
© CBS / Alrik Swagerman
In het eerste kwartaal van 2022 waren de cao-lonen 2,4 procent hoger dan een jaar eerder. De stijging is groter dan in 2021. Wel bleef de cao-loonontwikkeling ver achter bij de ontwikkeling van de consumentenprijzen. Deze waren in het eerste kwartaal 7,4 procent hoger dan een jaar eerder. In de bedrijfstak vervoer en opslag stegen de lonen het meest, in de horeca, het onderwijs en de energievoorziening het minst. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers.

In het eerste kwartaal van 2022 stegen de lonen het minst bij de sector overheid, namelijk met 0,8 procent. Dit hangt samen met eerder gemaakte loonafspraken. In de sector gesubsidieerde instellingen en de sector particuliere bedrijven namen de lonen toe met respectievelijk 3,3 en 2,6 procent. In het eerste kwartaal van 2021 behoorde de sector overheid nog bij de sectoren met de hoogste loonstijging (2,7 procent). 

Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen, per sector
Sectoren1e kwartaal 2021* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)1e kwartaal 2022* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Totaal2,32,4
Particuliere bedrijven2,12,6
Gesubsidieerde instellingen2,73,3
Overheid2,70,8
*voorlopige cijfers

Minste loonstijging in de horeca

Op het niveau van de bedrijfstakken behoorden de horeca, de energievoorziening en in het onderwijs  (alle drie 0,3 procent) tot de bedrijfstakken met de laagste loonontwikkeling in het eerste kwartaal van 2022. In de bedrijfstak vervoer en opslag stegen de lonen met 3,8 procent het meest. De bouwnijverheid kende net zoals de bedrijfstak gezondheids- en welzijnszorg een ontwikkeling van  3,4 procent in het afgelopen kwartaal.

Bij de bedrijfstak verhuur en handel van onroerend goed zijn geen ontwikkelingen bekend, omdat voor het merendeel van de werknemers in deze bedrijfstak een cao-akkoord uitblijft.

Cao-loonontwikkeling per bedrijfstak, eerste kwartaal 2022
BedrijfstakkenCao-loonontwikkeling (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Vervoer en opslag3,8
Bouwnijverheid3,4
Gezondheids- en welzijnszorg3,4
Handel2,9
Informatie en communicatie2,9
Financiële dienstverlening2,7
Industrie2,4
Totaal2,4
Specialistische zakelijke diensten2,3
Verhuur en overige zakelijke diensten2,2
Cultuur, sport en recreatie2,0
Landbouw, bosbouw en visserij1,9
Waterbedrijven en afvalbeheer1,8
Overige dienstverlening1,7
Openbaar bestuur en overheidsdiensten0,8
Horeca0,3
Energievoorziening0,3
Onderwijs0,3

Cao-loonstijging blijft ver achter bij de stijging van de consumentenprijzen

De consumentenprijzen zijn in het vierde en eerste kwartaal relatief sterk gestegen. De stijging van de consumentenprijsindex (cpi) met 7,4 procent in het eerste kwartaal was de sterkste in 45 jaar. De cao-loonstijging is 5 procentpunt lager dan de stijging van de consumentenprijzen. In de beschikbare (jaar)cijfers van de cpi en cao-lonen terug tot 1973 is het niet voorgekomen dat de ontwikkeling  van de cao-lonen zover achter bleef bij de inflatie. De cao-lonen kunnen abrupte prijsstijgingen doorgaans niet direct volgen omdat de loonontwikkelingen deels het resultaat zijn van eerder afgesloten cao’s. Het voorlopige cijfer over het eerste kwartaal van 2022 is gebaseerd op 74 procent van de cao’s waaruit de statistiek is opgebouwd.  

Ontwikkeling cao-lonen en consumentenprijzen
JaarKwartaalCao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Consumentenprijzen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20131e kwartaal1,43,0
20132e kwartaal1,22,8
20133e kwartaal1,02,8
20134e kwartaal0,91,6
20141e kwartaal0,91,1
20142e kwartaal0,91,0
20143e kwartaal0,90,9
20144e kwartaal1,00,9
20151e kwartaal1,30,2
20152e kwartaal1,40,9
20153e kwartaal1,40,8
20154e kwartaal1,50,7
20161e kwartaal1,80,6
20162e kwartaal1,80,0
20163e kwartaal2,00,0
20164e kwartaal1,80,7
20171e kwartaal1,31,5
20172e kwartaal1,31,3
20173e kwartaal1,41,4
20174e kwartaal1,51,4
20181e kwartaal1,81,2
20182e kwartaal1,81,5
20183e kwartaal2,12,0
20184e kwartaal2,22,0
20191e kwartaal2,32,5
20192e kwartaal2,62,7
20193e kwartaal2,72,7
20194e kwartaal2,82,7
20201e kwartaal3,01,6
20202e kwartaal2,81,3
20203e kwartaal3,01,2
20204e kwartaal2,81,0
2021*1e kwartaal2,31,7
2021*2e kwartaal2,22,0
2021*3e kwartaal2,02,2
2021*4e kwartaal1,94,8
2022*1e kwartaal2,47,4
* voorlopige cijfers

Ontwikkeling contractuele loonkosten

In het eerste kwartaal van 2022 ligt de stijging van de contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) met 2,3 procent net iets onder die van de cao-lonen. Dit komt onder andere doordat de werkgeverspremie voor de ziektekosten met ingang van 2022 gedaald is naar 6,75 procent.

Ten opzichte van de tweede helft van 2021 is het verschil van de ontwikkeling in de contractuele loonkosten met die van de cao-lonen kleiner geworden. Dit komt voornamelijk doordat de tijdelijke verlaging van de WW-premie met ingang van 1 augustus 2021, in januari 2022 weer is stopgezet.

Cao-lonen en contractuele loonkosten, per kwartaal
JaarKwartaalCao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Contractuele loonkosten per uur (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20151e kwartaal1,30,5
20152e kwartaal1,40,6
20153e kwartaal1,40,6
20154e kwartaal1,50,7
20161e kwartaal1,82,0
20162e kwartaal1,82,0
20163e kwartaal2,02,1
20164e kwartaal1,81,9
20171e kwartaal1,31,7
20172e kwartaal1,31,7
20173e kwartaal1,41,9
20174e kwartaal1,52,0
20181e kwartaal1,82,3
20182e kwartaal1,82,3
20183e kwartaal2,12,6
20184e kwartaal2,22,7
20191e kwartaal2,32,8
20192e kwartaal2,63,2
20193e kwartaal2,73,1
20194e kwartaal2,83,2
20201e kwartaal3,02,9
20202e kwartaal2,82,7
20203e kwartaal3,03,0
20204e kwartaal2,82,8
2021*1e kwartaal2,32,8
2021*2e kwartaal2,22,7
2021*3e kwartaal2,01,6
2021*4e kwartaal1,91,1
2022*1e kwartaal2,42,3
*voorlopige cijfers