CBS-hoogleraar onderzoekt brede welvaart

© ANP
Vanaf het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw zijn we snel rijker geworden. De maat voor die inkomensgroei, het bruto binnenlands product per hoofd, nam vanaf dat moment bijna voortdurend toe. Maar die inkomensgroei kostte wel wat: de lucht is vervuild, de ongelijkheid is toegenomen en sociale verbanden staan onder druk. Deze en andere feiten staan vandaag centraal in de oratie van CBS-onderzoeker dr. Jan Pieter Smits aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Smits heeft de afgelopen jaren samen met nationale en internationale partners gewerkt aan een meetmodel om de zogeheten brede welvaart in beeld te brengen. Vandaag, 26 januari 2018, aanvaardt hij zijn hoogleraarschap Quantification of Sustainability aan de Technische Universiteit Eindhoven, met het uitspreken van de intreerede Measuring what matters: a long-term view of sustainability (Meten wat ertoe doet. Een langetermijnvisie op duurzaamheid).

Kwantificeren van brede welvaart

Smits zal in Eindhoven onder meer verder gaan bouwen aan de toepassing en uitbouw van het door het CBS ontwikkelde meetsysteem voor duurzame ontwikkeling. Een prototype van dit meetsysteem heeft zich al enkele jaren in de praktijk bewezen. De Monitor Duurzaamheid Nederland is de vaste, tweejaarlijkse CBS-publicatie waarin de ontwikkeling van meer dan honderd indicatoren uit het meetsysteem worden gevolgd en geanalyseerd. Het CBS-model wordt momenteel omgevormd tot een model om brede welvaart te meten.

Bbp-plus

Brede welvaart is bbp-plus: naast indicatoren die economische groei meten, worden tal van andere indicatoren in het meetmodel opgenomen, zoals op het gebied van milieu, gezondheid, onderwijs, arbeid, veiligheid, vertrouwen en ongelijkheid. In mei van dit jaar zal de eerste Monitor Brede Welvaart het licht zien en met een Kabinetsreactie naar de Tweede Kamer worden gestuurd. De resultaten van de Monitor worden in het verantwoordingsdebat besproken.

Brede-welvaartsindicator

De materiële welvaart is de laatste decennia overduidelijk toegenomen, de ontwikkeling van de brede welvaart geeft een gemengd beeld. Smits heeft deze brede-welvaartsindicator gemaakt uit hoofde van zijn nieuwe functie, samen met collega’s uit Eindhoven en Amsterdam. Het is een samengestelde indicator, gemaakt met indicatoren die elk afzonderlijk een aspect van de welvaartsontwikkeling in beeld brengen. Dat zijn: consumptieve bestedingen, inkomensongelijkheid, werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid, CO2, SO2, biodiversiteit, criminaliteit en institutionele kwaliteit.

Bbp-groei en welvaartsgroei
 Brede welvaart (1850=100)BBP per hoofd (1850=100)
1851100100
1852100,1100
1853100100
1854100100,0
185599,9100
1856100100,0
185799,9100
185899,8100,0
185999,9100
186099,9100,0
186199,9100
186299,9100,0
186399,9100
186499,9100,0
186599,9100
186699,9100,0
186799,9100
1868100100,0
1869100100
187099,9100,1
187199,9100,1
187299,9100,1
1873100100,1
187499,9100,1
1875100100,1
1876100100,1
1877100,1100,1
1878100,1100,1
1879100100,1
1880100100,1
1881100100,1
1882100100,1
1883100,1100,1
1884100,1100,1
1885100,1100,1
1886100,1100,1
1887100,1100,1
1888100,2100,1
1889100,3100,1
1890100,3100,1
1891100,2100,1
1892100,2100,1
1893100,3100,1
1894100,3100,1
1895100,3100,1
1896100,4100,1
1897100,4100,2
1898100,5100,2
1899100,5100,2
1900100,4100,1
1901100,5100,2
1902100,4100,2
1903100,3100,2
1904100,4100,2
1905100,4100,2
1906100,4100,2
1907100,5100,2
1908100,5100,2
1909100,5100,2
1910100,6100,2
1911100,6100,2
1912100,6100,2
1913100,6100,2
1914100,6100,2
1915100,6100,2
1916100,6100,2
1917100,6100,2
1918100,6100,1
1919100,7100,3
1920100,8100,3
1921100,7100,3
1922100,7100,3
1923100,8100,3
1924100,8100,4
1925100,8100,4
1926100,8100,4
1927100,9100,5
1928100,9100,5
1929100,8100,5
1930100,9100,5
1931100,9100,4
1932100,8100,4
1933100,8100,4
1934100,9100,4
1935100,8100,4
1936100,8100,4
1937100,9100,5
1938100,9100,4
1939101100,5
1940100,9100,4
1941101100,3
1942101100,3
1943101,1100,2
1944101,1100,0
1945101,1100
1946101,3100,3
1947101,3100,4
1948101,3100,5
1949101,2100,5
1950101,3100,5
1951101,2100,5
1952101,2100,6
1953101,2100,6
1954101,2100,7
1955101,3100,7
1956101,3100,8
1957101,3100,8
1958101,2100,8
1959101,2100,8
1960101,2100,9
1961101,3100,9
1962101,3100,9
1963101,3101
1964101,4101,1
1965101,4101,1
1966101,4101,1
1967101,4101,2
1968101,4101,3
1969101,4101,4
1970101,4101,4
1971101,4101,5
1972101,4101,5
1973101,4101,6
1974101,4101,7
1975101,3101,7
1976101,3101,7
1977101,4101,8
1978101,4101,8
1979101,4101,8
1980101,4101,9
1981101,3101,8
1982101,2101,8
1983101,1101,8
1984101,1101,9
1985101,1101,9
1986101,1102,0
1987101,1102
1988101,1102,1
1989101,2102,2
1990101,3102,2
1991101,3102,3
1992101,3102,3
1993101,3102,3
1994101,3102,4
1995101,3102,5
1996101,4102,5
1997101,5102,6
1998101,6102,7
1999101,7102,9
2000101,7103,0
2001101,8103
2002101,8103,0
2003101,7103
2004101,7103,1
2005101,7103,1
2006101,7103,2
2007101,7103,4
2008101,8103,4
2009101,8103,3
2010101,8103,3
2011101,8103,4
2012101,8103,3

Het achterblijven van de welvaartsgroei bij de inkomensgroei kan volgens Smits verklaard worden uit de ontwikkeling van de milieu-indicatoren (CO2, SO2, biodiversiteit), de toenemende inkomensongelijkheid en het uiteenvallen van sociale verbanden, samenhangend met de ontzuiling.

Brede-welvaart internationaal vergelijkbaar

Het nieuwe model is inmiddels door 65 buitenlandse statistische bureaus omarmd als een bruikbaar alternatief voor het meten van welvaart op basis van materiele indicatoren zoals het bbp. Zo zal het binnenkort mogelijk zijn om de brede-welvaartsontwikkeling van landen te vergelijken.