Voor elk soort werk een flexvorm

jonge ober met een dienblad met drinken in een horecagelegenheid
© ANP
Op de Nederlandse arbeidsmarkt neemt het percentage werkenden met een vast dienstverband al enkele jaren af. Tegelijkertijd groeit het percentage flexwerkers. Deze groep is lastig in kaart te brengen, omdat er veel verschillende vormen van flexwerk zijn. Er blijkt samenhang te zijn tussen de aard van de werkzaamheden en de vorm van flexwerk. In het verlengde daarvan is er ook een verband tussen beroep en soort flexwerk. Dat meldt het CBS op basis van een nieuwe analyse, die vandaag door Wendy Smits, bijzonder hoogleraar ‘Labour Market Flexibility: the employer’s perspective’, aan de Universiteit Maastricht wordt gepresenteerd.

De analyse is uitgevoerd met gegevens van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van 2016. In de EBB is informatie beschikbaar over het beroep waarin werknemers en zelfstandigen werkzaam zijn. Op basis van het beroep is de aard van de werkzaamheden van flexwerkers bepaald.

Het CBS onderscheidt negen vormen van flexwerk die onderling soms sterk verschillen, en variëren van oproepkrachten tot werknemers die een tijdelijk contract hebben met uitzicht op een vaste aanstelling. Die laatste groep leunt al dicht aan tegen de categorie werknemers met een vast contract. Ook zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) worden hier tot de flexwerkers gerekend.

Overzicht arbeidsrelaties: Werknemer, Vast.Flexibel Vast – geen vaste uren Uitzicht op vast Jaar of langer Korter dan een jaar Uitzendkracht Oproepkracht Tijdelijk – geen vaste uren

Verschillen in achtergrondkenmerken per flexvorm

Elke vorm van flexwerk heeft zijn eigen kenmerken, bijvoorbeeld als het gaat om leeftijd of opleiding van de werkenden. Zo zijn oproepkrachten naar verhouding vaak jong en laagopgeleid. Veelal gaat het om scholieren of studenten die in kleine deeltijdbanen werken, bijvoorbeeld in de horeca of de handel.
Uitzendkrachten zijn doorgaans ouder en in de regel laag of middelbaar opgeleid. Vaak werken zij in voltijdbanen in de industrie. Hoogopgeleiden zijn vaker te vinden in arbeidsrelaties die iets meer zekerheid geven, zoals tijdelijke contracten voor langere duur. Ze werken naar verhouding vaak in het onderwijs en de gezondheidszorg. Ook zzp’ers zijn vaker hoogopgeleid, zeker als ze diensten of arbeid aanbieden. Zij zijn ook wat ouder.

Ook onderscheid naar aard werkzaamheden

Onderscheid is ook te maken naar de aard van de werkzaamheden. Die kunnen in meer of mindere mate routinematig zijn, handmatig of juist cognitief, en veel of weinig omgang met anderen vereisen. In technische beroepen zoals productiemachinebediener moeten veel routinematige handmatige taken worden verricht. In beroepen zoals administratief medewerker zijn dat routinematige cognitieve taken, zoals het maken van berekeningen. Niet-routinematige handmatige taken zoals bedienen, verzorgen en schoonmaken komen voor bij beroepen als schoonmaker, keukenhulp, kelner en barpersoneel. In beroepen waar veel hoger opgeleiden werken worden veel niet-routinematige analytische taken, zoals onderzoek, evaluatie en planning uitgevoerd. Managers en pedagogen hebben veel interactieve taken in hun werk.

Soort werkzaamheden per flexvorm, 2016
 Routinematig handmatig (%)Routinematig cognitief (%)Niet-routinematig handmatig (%)Niet-routinematig analytisch (%)Niet-routinematig interactief (%)
Alle werkenden5,4717,3627,278,9041,00
Zzp-producten5,8213,0735,454,5441,13
Zzp-eigen arbeid5,5213,0426,3311,3643,76
Tijdelijk-geen vaste uren6,1818,2341,413,8430,33
Oproep-/invalkracht6,4318,1445,411,9728,04
Uitzendkracht10,4919,4641,034,6924,34
Korter dan een jaar5,8419,3033,795,8635,21
Jaar of langer4,3017,8924,6011,5041,72
Uitzicht op vast5,1518,4423,609,5943,21
Vast- geen vaste uren6,1317,7839,664,1132,32

Uitzendkrachten vaak in technische of administratieve beroepen

Uitzendkrachten werken vaak in technische beroepen als bedieners van productiemachines, assemblagemedewerkers, hulpkrachten in de bouw en industrie en transportberoepen. Routinematige handmatige taken zijn hierbij relatief belangrijk. Verder werken uitzendkrachten iets vaker in administratieve functies, met veel routinematige cognitieve taken, zoals boekhouden en het maken van berekeningen.

Oproepkrachten: veel handmatig werk, minder routine

Oproepkrachten zijn vaak werkzaam in beroepen als keukenhulp, barpersoneel, vakkenvuller of dagbladbezorger, waarbij ze veel niet-routinematige handmatige taken moeten verrichten. Werknemers met korte tijdelijke contracten, vervullen veel routinematige cognitieve taken, bijvoorbeeld als kassamedewerker. Werknemers met lange tijdelijke contracten zijn vaak te vinden in beroepen waar niet-routinematige analytische taken worden verricht, denk aan beroepen als docent, ingenieur, onderzoeker of arts.

Zzp’er eigen arbeid: creatieve en medische beroepen

Bij zzp’ers die eigen arbeid aanbieden gaat het enerzijds om creatieve en taalkundige beroepen als auteur, taalkundige en grafisch vormgever, anderzijds om medische beroepen als fysiotherapeut of psycholoog. Niet-routinematige analytische en niet-routinematige interactieve taken zijn belangrijk in hun werk. Ook architecten en bouwvakkers (timmerlieden, schilders) maken veel gebruik van deze flexvorm.

Zzp’er producten: vertegenwoordigers, tuinders, veetelers

Zzp’ers die vooral producten of grondstoffen verkopen verrichten, in vergelijking met zzp’ers die eigen arbeid aanbieden, minder niet-routinematige analytische taken en meer niet-routinematige handmatige taken. Ze zijn werkzaam als vertegenwoordigers en inkopers, verkopers, tuinders, akkerbouwers en veetelers.