Living Planet Index (LPI)

De Living Planet Index (LPI) is een veel gebruikte graadmeter voor de mondiale biodiversiteit. In 2015 is voor het eerst een Nederlandse LPI bepaald op basis van de trends van de landelijke populaties van zoogdieren, broedvogels, reptielen, amfibieën, vissen, libellen en vlinders. Om de indicatoren per soortgroep en voor alle soorten samen te berekenen worden de jaarlijkse indexcijfers over populatie-aantallen en verspreiding meetkundig gemiddeld (Van Strien et al., 2016. Het betrouwbaarheidsinterval van de samenvattende trendlijn wordt hierbij gebaseerd op de betrouwbaarheid van de indexcijfers van de afzonderlijke soorten. Dit is een statistische noviteit die het CBS heeft ontwikkeld (Soldaat et al., 2017). Nadere informatie over hoe de LPI´s berekend worden en welke soorten meegenomen zijn, staat in de technische toelichtingen van de indicatoren op het Compendium voor de Leefomgeving (CLO).
De nu berekende LPI’s voor Noordzee, Noordzeekustzone, Waddenzee, Ooster- en Westerschelde zijn door het CBS toegevoegd aan de andere LPI’s op het CLO. Deze indicatoren zijn ook opgesplitst naar soortgroepen. De huidige LPI over de Noordzee omvat veel meer zoute soorten dan de eerste LPI, die alleen bestond uit zeevissen en zeezoogdieren, wat ook leidde tot een andere conclusie over de trend in de Noordzee, met name door het ontbreken van gegevens over bodemdieren. De komende jaren zal de set LPI’s verder uitgebreid worden en worden waar mogelijk nieuwe soortgroepen toegevoegd aan bestaande indicatoren.